'Kom je uit bed, Wyrden?' Zijn moeder stond in de deuropening. Wyrden keek verschrikt op. 'Neem haar ook gelijk mee.' Wyrden wist niet hoe hij moest reageren. Hij was naakt, Kyla had niet veel meer op haar lichaam en ze moeder had hun zo gezien. Dat was het laatste wat hij wilde. Hij schudde haar wakker. 'Kyla, wakker worden. Ga naar kamer en kleed je aan.' Na een tijdje werd ze wakker. 'Waarom zo grof vandaag, Wyrden? Als je chagerijnig bent kan je het ook gewoon zeggen.' Hij stond op. 'Haha, grappig.' zei hij sarcastisch. 'Wyrden, reageer is. Wat is er?' Hij draaide zich met een korte draai om. 'Me ma zag ons net liggen. Dat had ik liever niet oke. Kom op ga je omkleden in je kamer.' Verontwaardigt liep Kyla weg.
Het ontbijt werd opgedient. Wyrden was niet komen opdagen, dus Kyla zat zwijgzaam alleen. Na een poosje kwam Karin bij haar zitten. Ze liet net haar knuffel zien, die ze had gekregen. Samen aten ze hun ei met spek en een vers glas sinasappelsap. Karin liet alle hoeken en gaten van het landhuis zien. Ze ging met Wyrden hier vroeger verstoppertje spelen.
'Kijk is hier.' Karin duwde onder de trap een geheime deur weg. 'Wyrden, ging altijd via deze gang naar buiten. Je komt dan uit bij een huisje. Het is echt heel mooi.' Ze lachte en rende weg.
Buiten was er een stukje bos. Kyla voelde zich daar altijd het meest thuis. Ze woonde al haar hele leven binnen een straal van een kilometer van het bos vandaan.
Een raar geluid trok haar aandacht. Ze keek langs een boom heen en zag Wyrden. Hij was met pijl en boog aan het oefenen. Ze stond er een poosje toen Wyrden ineens begon te praten. 'Blijf je daar staan, of ga je nog wat doen?' Ze begon echt kwaad te worden op hem. 'Ik ga alweer, sorry als ik dingen fout doe.' en ze liep weer weg.
Wyrden schoot weer mis. Hij was kwaad en verdrietig. Hij wist niet waarom. Hij schoot uit frustratie weer een pijl en dit keer raakte het wel zijn doel. Het gaf hem een beetje voldoening en oefende verder.
De dag daarna ging het niet beter tussen die twee. Kyla liep gewoon rond tussen de bomen, zat veel op haar kamer en speelde met Karin. Wyrden was vaak afwezig. Kyla had het gehad en ging op zoek naar hem.
Ze stond voor de trap met een verborgen deur. Ze had een zaklamp en liep naar binnen. De gang was stoffig en smal, maar Kyla kon wel net recht lopen. Soms bukken voor een laaghangende balk. Het was een best lange gang en ze had bijna de neiging om terug te gaan. Voordat ze het deed zag ze een deur. Ze opende de oude en zware, houten deur. Ze kwam uit op een soort kerkje. Er stonden banken onder het stof en boven in het gebouw hing een ijzeren kroonluchter met druipkaarsen. Een groot rond raam verlichtte de ruimte. Ze liep verder. Kyla geloofde persoonlijk niet ergens in, maar dit gaf haar een raar gevoel. Er woonde hier iemand. Iemand die haar beschermt. Ze vond het een eng gevoel worden en ze liep dus naar buiten.
Buiten vond ze wat ze zocht. Verderop onder een boom zat Wyrden. Vanaf de afstand die er tussen zat kon ze zelfs zien dat er iets niet klopte. Zijn hoofd naar achteren en een trieste blik. De wind speelde met zijn haar en de zon verraadde zijn tranen. Dit was Wyrden in het echt. Een plek om zijn hart te luchten en niet zich groot en sterk houden. Hier was hij de sentimentele jongen die ze echt waardeerde. Gewoon zoals hij was. Zijn gevoelens toonde hij in zijn eenzaamheid, waarvoor hij zelf koos.
Wyrden staarde naar de boom. Ze had haar mooiste tijd van het jaar. Ze liet haar roze bloesemblaadje zweven en liet een zacht tapijt achter van haar bloemen. Zelfs op mooie dagen regende het haar bloemblaadjes. Wyrden zuchtte. Zijn hoofd zat vol. Vol met de dingen die om hem heen gebeurde. Hij wilde daarom rust. Even alles ordenen. Na twee uur zat hij daar nog steeds. Verdriet was nu hetgene wat hem raakte.
Hij werd uit zijn gedachte gehaald door een hand op zijn schouder. Het was misschien zacht en verlegen, maar zijn reflexen kon hij niet inhouden. Degene achter hem wist het, want voordat hij de hand kon pakken was hij weg. Hij sprong overeind en keek naar een meisje twee meter bij hem vandaan. Ze liep nu voorzichtig naar hem toe. Hij knuffelde haar stevig. Kyla was het wel gewend, maar bleef toch op zo'n moment wankel op haar benen. Ze had hem gemist. Ze werd er gek van, dat afstandelijke gedrag. Hij omhelsde haar steviger en fluisterde oprecht 'Het spijt me.'
JE LEEST
Rozenrood, manenschijn. Liefde doet pijn
RomanceKyla heeft niet bepaald veel geluk. Slechte thuisomstandigheden. Weinig vrienden. Maar op de middelbare veranderd alles. Ze werd door een persoon gelukkig. Hij is er altijd voor haar. Maar ja, alle relaties hebben ook mindere kanten. En nog iets. Ni...