-8-

354 25 3
                                    

Half in slaap zie ik hoe iemand naar me toe loopt en beet pakt. "Rustig" hoor ik iemand sussend zeggen. Ik duw hem weg. Ik heb hier geen zin in. De persoon aarzelt even dat zie ik, dan loopt de persoon zachtjes weg. Ik voel hoe ik weer in slaap val.

Ik open mijn ogen. Ben ik wakker? Of droom ik? Ik ga overeind zitten. Ik ruik eten. Mijn maag knort. Ik zie Vera zitten te roeren in een pan. Louis zie ik nergens. "Waar is Louis?" Is het eerste wat ik vraag. Vera glimlacht. Zij gaat het dus niet zeggen. Ik sta op en begin mijn deken op te ruimen. Mijn maag begint steeds meer te knorren. Ik heb nooit veel eten gekregen. "Hier". Vera geeft me een bord. Gedroogd vlees en brood. Ik begin het gretig op te eten. Vera gaat ondertussen opruimen. Als ik klaar ben met eten is alles ingepakt en klaar voor vertrek. De Kumari staan te trappelen van ongeduld. Rustig, denk ik. We moeten wachten op Louis. Maar hij komt niet. We wachten een uur of twee. "Kom" zegt Vera. "En Louis dan?" Vraag ik. "Hij zal ons wel achterna komen" zegt ze. Louis achterlaten? Hoe onaardig hij ook is en vervelend, toch kan ik hem niet achterlaten. Hem achterlaten voelt als een arm of been verliezen. Ik kijk naar de rand van het bos. Ik hoop dat hij tevoorschijn komt, maar hij komt niet. De Kumari beginnen steeds meer te steigeren. "Rustig jongens" zegt Vera en ze pakt hun teugels vast. Dan spits ze haar vossen oren. Haar staart zwiept heen en weer. Ze voelt iets. Ik ook. Het lijkt alsof duizend kleine naaldjes is mijn huid prikken. Mijn nekharen staan overeind. Er is iets goed fout aan dit bos. Dan hoor ik iemand. Is het Louis of iemand anders. Uit de struiken van het bos komt een gedaante. Het is Louis. Hij rent naar de Kumari en sprint erop. "Geen vragen" sist hij. Hij snijdt het touw los van de boom en gaar in galop weg. Vera en ik springen ook op onze Kumari. Even later halen we Louis in. "Wat is er Louis?" Vraagt Vera. Louis staart zwijgend voor zich uit. "Louis" roep ik. Louis reageert niet. Vera en ik kijken elkaar aan. Vera vormt met haar lippen de woorden: wat is er met hem? Ik haal mijn schouders op. Geen idee.

We rijden nu al vijf uur onafgebroken. Alles doet pijn, vooral mijn rug. "Louis kunne we even rusten?" Vraag ik. Louis stopt even en draait zich om. "Geloof me nou maar ,want we moeten doorrijden" zegt hij. Ik snap Louis totaal niet. Hij is al even ondoorgrondelijk als mijn moeder. Dan hoor ik iets. Hoefgetrappel. Vera hoort het ook. Haar oren bewegen heen en weer. Louis kijkt achterom. Zijn ogen sperren zich open van schrik. Die blik heb ik nog nooit bij hem gezien. Meestal is de blik zo koel als ijs. Hij laat zijn Kumari galopperen. Wij doen dat ook. Ik kijk achterom. Er zit iemand op een paard. Een paard van rook lijkt het wel. De gedaante op het paard is verhuld in een mantel. Ik krijg opeens knallende koppijn. Dan voel ik hoe ik van de Kumari afgeleid.

Tadaa daar hebben we weer een hoofdstuk. Even een update ik heb Mira toch maar bruin haar gegeven vond ik leuker namelijk sorry als je het erg vindt maar ik ben nog steeds de schrijfster. *gemene lach*. Ook heb ik de cover verandert. Ik weet dat het niks te maken heeft met zwaardvechten maar hij was cool vond ik. En het meisje op het plaatje is Vera ,maar dat kon je ook wel raden denk ik. Please vote en comment. Dagg!

Meisjes kunnen zwaardvechtenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu