Hoofdstuk 11.

30 1 0
                                    

P.O.V. Robin
"Heey wat....." hoor ik Nils aan de andere kant. 'NILS, je MOET terugkomen. NU!' roep ik door de telefoon. "Wat is er dan? Rustig aan man whahah." Hij denkt dat het nog grappig is ook. 'Stop maar met lachen want dit is echt ernstig.' "Ja wat dan?" Ik durf het hem bijna niet te zeggen.

'De school staat echt in de fik, en er zijn nog mensen binnen. Ze hebben hier net mensen geteld, en probeerde rustig te blijven...' Ik wou alles er ik één adem uitgooien maar stop toch even om adem te halen. "Fuck hee, en nu?" 'Wij zeiden dat je naar de tandarts was, maar het schijnt dat je neefje nog niet naar buiten is gekomen. Z'n vrienden kwamen net naar ons toe en vroegen of hij bij jou was.'

Ik sta gewoon te trillen, vanwege het feit dat ik met hem meeleef. Gijs staat naast me en kijkt me zenuwachtig aan. "FUCK. SHIT. MEEN JE DIT?! IS HIJ NOG BINNEN. ZIJN ZE AAN HET ZOEKEN?" Z'n stem trilt helemaal. Met een zorgzame blik kijk ik naar Gijs. 'Ja, je moet terugkomen. Ze laten ons niet de school in om te zoeken vanwege explosie gevaar of iets.' "FUCK. KUT. PROBEER WAT JE KAN. IK BEN ONDERWEG."

De verbinding wordt al verbroken voordat ik nog heb kunnen reageren. Ondertussen staan er al een aantal brandweerwagens en ambulances. Ook is er al aardig wat politie aanwezig. Niet iedereen kon optijd de school uitkomen. Zoekend loop ik met Gijs tussen de steeds groter wordende mensen massa. We moeten hem vinden, Nils en hij trekken zovaak met elkaar op. Ookal is hij 1,5 jaar jonger...

P.O.V. Nils
Net als ik haastig m'n telefoon in m'n broekzak doe, gaat er een schoolbel. Leswisseling? Pauze? Geen idee en het boeit me ook niet. Ik MOET Milan vinden! Ondertussen was ik al op de eerste verdieping. Jeetje het is zo groot hier. Van welke kant liep ik nou net eigenlijk? Kwam ik van links of rechts? Pfff, net wanneer je haast hebt gaat 't nog eens dubbel mis. ''Nils! Wat doe jij hier?'' Er staat ineens een vrolijk en verasste Veerle voor m'n neus. Ik vind d'r echt een heel lief en leuk meisje, ik kan het er alleen nu ff niet bij hebben. 'Ik moet m'n neefje redden, onze school staat in brand en...' ze laat me mijn zin niet afmaken en trekt me al ergens mee een trap af. 'Veerle ik heb nu geen tijd, ik moet...'

Wacht, ze brengt me naar de uitgang. Kort daarna sta ik alweer buiten samen met Veerle. 'Het spijt me ik moet nu echt weg.' zeg ik gehaast. ''Ja, snap ik ! Ga maar gauw! Moet ik mee?'' 'Nee! Jij blijft hier, het is te gevaarlijk daar nu.' Hopelijk verstaat ze er nog iets van want ik praat best wel snel. Ze duwt me zacht het schoolplein op, ''Snel gaan nu! Succes, doe voorzichtig en ik ...'' het laatste wat ze zegt hoor ik al niet meer, ik ren naar m'n fiets en haal hem snel van het slot. Haastig spring ik m'n fiets. Ik vergeet even alles om me heen en sjees door de straten, terug naar mijn school. Ik MOET Milan redden.

* enkele minuten later *

Ik heb nog nooit zo snel gefietst als nu, hijgend kom ik op school aan. Robin en Gijs staan me al op te wachten, samen met een aantal vrienden van m'n neefje, van Milan. Ik zeg dan wel neefje, ookal is hij maar 1,5 jaar jonger dan mij. Toch voelt het alsof hij mijn kleine broertje is. Om me heen zie ik dat de politie mensen wegstuurd, en dat er allemaal rood-wit lint is geplaatst.

Nog steeds hijgend ren ik naar een politieman, zo dicht mogelijk in de buurt van de ingang. 'Alstublieft, laat me erin, ik móét mijn neefje zoeken.' ''Nee, we kunnen je niet naar binnen laten jongeman het is gevaarlijk.'' 'Meneer, u snapt het niet, mijn neefje, Milan is daar binnen!' Ik probeer nog langs de man heen te komen, maar hij is veel te breed en sterk. Irritante vent, hij snapt toch ook wel dat ik mijn neefje wil redden? Straks is hij dood !

Bij de gedachte alleen al lopen de rillingen me over de rug. Milan... dood... Nee, nee en nog eens nee. 'LAAT ME ERDOOR.' schreeuw ik in paniek naar de agent. Nog steeds heeft hij me stevig vast. ''Nils, kom, hij gaat je er niet doorlaten.'' Vanachter voel ik dat Gijs zijn hand op mijn schouder legt. 'Gijs, nee... Milan, ik... moet hem, redden...' Ik voel de wereld om me heen draaien, de dwang om Milan te redden is zo sterk. ''Nils, kom.'' hoor ik de rustige stem van Gijs zeggen. Hoe kan Gijs zo rustig zijn? Als mijn neefje daar binnen is, en misschien wel dood is? Hoe kan hij rustig blijven?!

Ik laat me meetrekken door Gijs, naar Robin en Milan z'n vriendenclub die zitten op de grond, aan de overkant van de straat, achter het rode lint. Hijgend laat ik me op de grond zakken, zwaar ademend probeer ik m'n gedachten op een rijtje te krijgen. Waarom laten ze me nou niet naar binnen? Lekker boeiend dat ze daar nog bezig zijn met blussen, hallo, het gaat hier om een mensen leven. Er waren of zijn zelfs nog meer mensen binnen. Zouden ze de mensen wel kunnen vinden? En Milan zelf? Zou die niet in paniek zijn geraakt? Ik bedoel, ik ga hier al bijna knock out, door alle paniek, angst en weet ik veel allemaal wat. Straks raakt hij zo in paniek, dat hij niet weet waar hij heen moet, en dan? Wat dan?

Vlug kijk ik om me heen, er moet toch een manier zijn om binnen te komen. Even denk ik na...

Ja dat is het ! Die deur, aan de achterkant van de school, waar we eigenlijk niet door naar binnen mogen. Zou die open zijn? Er zijn nog steeds mensen aan het zoeken in de school, en ik moet toegeven, ik vond daarnet Veerle haar school wel groot, maar volgens mij is die van ons nog groter ook. Ik kijk naar Robin en Gijs, zouden ze me in de gaten hebben als ik snel onder het rood-witte lint door ren, om te kijken of die deur daar open is? Robin zit op z'n mobiel, en Gijs staat wat om zich heen te kijken.

Zodra Gijs niet in de richting kijkt, waar ik heen wil gaan, grijp ik mijn kans. Ik bedenk me geen moment en spring op, ik zet het op een rennen, en ben bijna onder het rode lint door, maar dan...

Promise meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu