"Zijn je ouders nog steeds niet op bezoek geweest?" Vraagt Amber. Ik schud mijn hoofd. Het is vrijdag, vier dagen na mijn opname in het ziekenhuis. "Kan je niet appen ofzo?" Probeert Amber. "Nope, mijn mobiel ligt nog thuis." Ik zucht vermoeid. "Ach," Amber lacht. "Soms is het wel fijn hoor. Even geen gezeur aan je hoofd." Amber stapt uit bed en pakt mijn rolstoel. "Zielig in bed blijven en afwachten of lolmaken?" Vraagt Amber Ik kijk haar aan. "Lol maken natuurlijk!" Kies ik. Amber rolt de rolstoel naar mijn bed toe. Ik ga zitten, Amber pakt de handvaten vast en duwt me de kamer uit. Als we op de gang staan zien we een zuster met een karretje met drinken. Een klein meisje van een jaar of 5 vraagt wat aan haar. Ik ken het meisje wel. Het is Lieve het liefste kind van de hele afdeling. Ze geeft een tekening aan de zuster. De zuster staat nu met de rug naar het karretje toe. We pakken de zout onderaan het karretje en gooien het in de thee van de zuster. Ik knipoog naar Lieve. Ik zie haar teruglachen. Snel gaan we naar het einde van het gang. We kijken om de hoek. De zuster geeft het kopje aan een andere vrouw. "Shit!" Fluister ik. Snel gaan we verder. We gaan de lift in. In de lift staat een vrouw met haar neus in de lucht. Ze bekijkt ons afkeurend. Ik doe mijn lippen stijf op elkaar en probeer niet in lachen uit te barsten. De vrouw slaat haar mantel iets verder om haar heen. Op de eerste verdieping. De vrouw stapt uit de lift. Amber en ik kijken elkaar aan en proesten het uit. Amber gaat iets rechterop staan en steekt haar neus in de lucht. Ze bekijkt me afkeurend. "Uhg, je gaat toch niet met je pyama in de lift staan. Vies kind!" Zegt ze met een hoge stem. Ik lach. De lift stopt op de begane grond. Amber en ik gaan de lift uit. Amber duwt me naar het restaurantje. Ze zet de rolstoel aan de tafel. "Zo en nu ga ik jou eens even helpen." Ze gaat op een stoel aan het tafeltje zitten. Ik zit er wat ongemakkelijk bij. Er komt een serveerster aan. "Zo dames, wat mag het zijn?" Vraagt ze. "Een warme chocomel graag." Zegt Amber. "En jij?" Vraagt de serveerster. Ik sla volledig dicht. Ik denk aan de kraaiendroom. Heb ik Amber niet veel te snel vertrouwt? Ze maken je dik, ze maken je dik, de woorden tollen door mijn hoofd. "Gaat het wel?" Vraagt de serveerster bezorgd. Ik knik. Amber schiet me te hulp. Nou ja te hulp.... "Ze wil ook een warme chocomel." Ik schrik. "Nee doe maar een groene thee." Zeg ik snel. Ik zie Amber kijken maar ze houd haar mond. We drinken ons drinken op en gaan daarna weer naar boven. Als we in de lift staan zegt Amber: "Sorry, ik wist niet dat het zo moeilijk voor je was." Als we onze kamer binnenlopen maakt mijn hart een sprongetje. "Mam!" Mijn moeder loopt naar me toe en knuffelt me. "Oh mam ik heb je zo gemist! Het spijt me zo." Heel lang blijven we zo staan. Ik kijk omhoog naar mijn moeder. "Waar is papa?" Vraag ik. Hij komt straks vanuit zijn werk." Ik kijk mijn moeder verbaasd aan. "Maar dan is het bezoekuur toch al afgelopen?" Mijn moeder knikt. "We hebben een afspraak met de doktet gemaakt.
De dokter vouwt zijn handen in elkaar. "We kunnen je niet langer hier in het ziekenhuis houden." Ik kijk de dokter verbaasd aan. "Mag ik weer naar huis?" Mijn moeder slaat een arm om me heen. "Nee schat, sorry." Mijn moeder pakt me iets steviger vast. "De kans dat je thuis nog meer zal afvallen is zeer groot. Je bent ziek." De dokter kijkt me ernstig aan. "Ik ben niet ziek hoor. Ik kan best gewoon weer eten." De dokter schudt zijn hoofd. "Nee, je bent als het ware verslaafd. Verslaafd aan jezelf verhongeren. Zoals je misschien wel weet moeten mensen die verslaafd zijn naar een afkick kliniek." Ik schud mijn hoofd. "Nee, nee alsjeblieft niet ik zal bewijzen dat ik het kan. Alsjeblieft! Mam! Pap!" Ik kijk allebei aan. Het beeld van de kraaien schiet weer door mijn hoofd. "Nee, ik wil dit niet." Mijn vader pakt me vast. "Wil je liever dood? Je bent ziek Madelief besef dat nou eens. Dit kan zo niet langer." Er rolt een traan over zijn wang heen. Het is de eerste keer in mijn leven dat ik mijn vader zie huilen. Ik begin ook te huilen. "Maar ik wil niet bij jullie weg." Ik kijk mijn ouders angstig aan. "Ach meisje toch." Mijn moeder legt mijn hoofd tegen haar aan en streelt me zachtjes over mijn rug. "Meisje toch."
JE LEEST
Eeuwig litteken
Teen FictionIsabel is 13 jaar en heeft anorexia. Als ze weer thuis is gaat het na een tijdje toch weer mis. Haar zelfvertrouwen gaat weg door een paar trutten uit haar klas en op haar oude vriendin Noa kan ze ook niet meer rekenen. Maar dan ontmoet ze in het zi...