Hoofdstuk 1

124 6 4
                                    

"Doei mam! Ik ga naar school" schreeuw ik onderaan de trap. Mijn moeders hoofd verschijnt bovenaan de trap. "Veel plezier schat!" Ik wil naar de schuur lopen als mijn moeder roept:"lieverd!?" "Jaha wat is er?" Antwoord ik. "Heb je wel genoeg eten bij je?" Ik zucht, "ja die chocoladereep brood en koekjes. Mijn moeder glimlacht. "Nou veel plezier vandaag!" Ik zucht en loop naar de schuur. Terwijl ik de schuurdeur van binnenuit opendoe straalt de warme zon op mijn gezicht. Ik stap op mijn fiets en begin te fietsen. Als ik bij het huis van Noa aankom doet ze gelijk open. "Weet je? Nienke is gevraagt door die ene jongen uit de andere klas he. En weet je wat ze toen tegen hem zei? Nou je gelooft het niet maar," ik begin te lachen. Achter haar staat haar moeder."zeg zou je niet een beetje opschieten schat? Anders kom je nog te laat." Ik grinnik. "Ik ben al weg" zegt Noa. Ze stapt op haar fiets en racet voor me uit. Als ik eindelijk weer naast haar fiets zegt ze boos. "Pfff altijd dat gezeur. Ik wordt er helemaal gek van." Ik zucht, "ja wat denk je van mij, mijn moeder vraagt elke ochtend of ik wel genoeg eten bij me heb en ze controleert bijna alles wat ik eet. Nu heeft ze weer zo'n vette chocoladereep meegegeven. Nou die eet ik dus echt niet op hoor."Noah kijkt bezorgt. "Maar je moet hem wel opeten, anders word je nooit beter." Ik kijk naar mijn buik "ach man ik ben alweer moddervet." Noah zegt niks terug. Zo fietsen we een hele tijd in stilte. Ineens zie ik een traan over haar wang rollen. Ik blijf stil staan aan de kant van de weg. "Wat is er?" Vraag ik, Noah haalt haar schouders op. "Ik wil je gewoon niet kwijt" fluistert ze. Ik sla een arm om haar heen. "Maar dat gebeurt ook niet joh." Nu rolt er ook een traan over mijn wang. "Het heeft gewoon tijd nodig. Maar ik blijf vechten." Ik zucht. "Kom laten we doorfietsen straks komen we nog te laat.

Eeuwig littekenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu