Hoofdstuk 5

73 4 2
                                    

"Ja oke is goed, je mag nu wel komen....doei!." Ik druk op het rode knopje van de telefoon. Voorzichtig leg ik hem op het tafeltje naast me. Ik pak de afstandsbediening en begin wat ze zappen. "Mam!" Schreeuw ik vanaf de bank. "Mahaam!" Ik hoor mijn moeder van de trap af komen. "Wat is er?" Zegt ze geërgerd. "Noa komt zo meteen uit school." Ze ik nors. "Oh wat leuk. Weet je wat ik haal wel even iets lekkers." Mijn moeder loopt naar de gang en trekt haar jas aan. "Wat wil je hebben?" Ik voel aan mijn buik. "Niks nou goed." Mijn moeder pakt haar portemonnee. "We gaan nu niet weer beginnen he. Jij gaat gewoon eten!" "Jahaa ga nou maar!" Ik kijk mijn moeder na. Waarom bemoeit ze zich toch altijd overal mee. De bel gaat! "Pap!" Schreeuw ik."Pahaap!" Binnen een paar seconden staat mijn vader in de woonkamer. "Madame zegt u het eens" hij maakt een buiging. Ik knipper met mijn ogen wil je de deur open doen?" Er wordt nog een keer aangebeld. "Ik kom al!" Roept mijn vader en hij loopt naar de voordeur. "Sorry, ik moest van boven komen, en Isabel kan natuurlijk niet opstaan. Oh nee waarom zegt hij dat nou. Denk ik. Ik kruip iets verder onder de dekens. Noah komt binnenlopen. Ik kruip nog iets verder onder de dekens. "Je had toch gewoon griep?" Noa komt binnenlopen. Mijn vader kijkt me aan. "Ga nou maar naar boven." Zeg ik tegen mijn vader en ik maak een gebaar met mijn hand. Als mijn vader weg is pakt Noa een grote mand. Ik zucht opgelucht. Er zit fruit in. Dat valt nog mee. Ze zet het op de tafel naast me. "Bedankt!" Zeg ik een beetje benauwd. "Maar waarom kan jij 'natuurlijk' niet opstaan?" Noa gaat zitten op een stoel naast me en kijkt me vragend aan. "Eh nou." Stamel ik. "Oh ja en wat bedoelde je precies met ik ben in het ziekenhuis? Ik sla mijn ogen neer. "Ik ben gevallen en toen heb ik twee ribben gebroken." Zeg ik. Ik weet dat het geen nut heeft om iets voor haar verborgen te houden. Noa kijkt me geschrokken aan. "Waarom heb je dat niet meteen gezegd?" Ik haal mijn schouders op. Ik wilde gewoon niet overkomen als een slappeling." "Voor mij ben je nooit een slappeling, ik weet hoe goed je het probeert vol te houden." Noa kijkt me begripvol aan. "Hey Noa!" Mijn moeder komt de woonkamer binnenlopen. "Ik zag je fiets staan. Wat gezellig dat je er bent! Noa glimlacht. "Tuurlijk ben ik er. Vriendinnen zijn er toch voor elkaar." "Kijk eens wat ik heb meegenomen!" Mijn moeder houdt een zak M&M's en een fles Cola omhoog. Ik zucht "waarom kan ik nou nooit genieten?"

Eeuwig littekenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu