Hoofdstuk 4

95 4 0
                                    

Ik draai me om."Auw". Met een pijnlijk gezicht wrijf ik over mijn rechterzij. Ik schrik. Voorzichtig voel ik nog een keer. Mijn zij voelt dik aan. Zal het vet zijn? Mijn hersenen werken nu op volle toeren. Ik ga na wat is gister allemaal heb gehad. Een flesje water nog een flesje water en thee... De thee! Ik schiet in paniek. Zie je wel op het internet kun je ook nooit vertrouwen. Wat nu? Sporten! Ja ik ga gewoon sporten misschien gaat er dan wel wat vet vanaf. Ik zet mijn linkervoet op de grond. Voorzichtig zet ik mijn rechtervoet ernaast. Als ik probeer op te staan gaat er een enorme pijnscheut door mijn ribben heen. Ik val op de grond. "Auw au au." Een paar tranen ontsnappen en biggelen over mijn wang. De deur gaat open, het is mijn moeder. "Wat is er gebeurt?" Vraagt ze. "Ik wilde wat water pakken maar toen viel ik" Lieg ik. Mijn moeder tilt me op en legt me in mijn bed. Mijn moeder wrijft over mijn buik. Ineens betrekt haar gezicht. Ze doet mijn shirt omhoog. "Kijk nou! Het is hier helemaal dik en blauw." Ze wijst naar mijn ribben. Nu zie ik het ook. Was het dan toch geen vet? "Dit kan niet goed zijn, ik ga je vader halen." Ze loopt de deur uit. Binnen een paar seconden is ze terug met mijn vader. Hij wrijft in zijn ogen. "Wat is er?" Vraagt hij slaperig. Mijn moeder laat mijn rib zien. Mijn vader schrikt. Dit is niet goed hoor. Mijn ouders overleggen even dan tillen ze me op en leggen ze me in de auto.

Daar zitten we dan, om 7 uur 's ochtends in het ziekenhuis bij de spoedeisende hulp. En dan zit ik ook nog eens in een rolstoel. Mijn ouder moesten perse een rolstoel regelen. Ik speel een spelletje op mijn telefoon. Er komt een vrouw in een doktersjas aan. Hoopvol kijk ik haat aan. "Meneer Bruinen?" Ik zucht geërgerd. Ineens bedenk ik me dat ik Noa nog moet zeggen dat ik niet naar school kom. Ik ga naar whatsapp maar zie dat ze pas een halfuur geleden online is geweest. Toch app ik haar. Hopelijk ziet ze het op tijd want ze staat altijd om half acht bij mijn huis. Ik kijkt naast me. Mijn vader leest de krant en mijn moeder een tijdschrift. Ik kijk op mijn mobiel. Het is 7 voor half acht. "Mam," ik schud aan mijn moeders arm."Mam!" "Ja?" Mijn moeder kijkt half op van haar tijdschrift. "Moet ik Noah niet even bellen?" Vraag ik. "Verschrikt kijkt mijn moeder op. "Oh god dat arme kind ze staat vast allang voor ons huis." Ik pak mijn telefoon en zoek Noa's nummer. De telefoon gaat een paar keer over dan neemt ze op. "Waar ben je man?!" Ik houd mijn mobiel een stukje van mijn oor. "Niet zo schreeuwen man ik zit in het ziekenh.... Eh nou ik kom vandaag niet op school. Stamel ik. "Waar ben je?" Vraagt ze. "Oh nergens thuis, ik voel me niet zo lekker. "Waar ben je?! Vraagt ze iets strenger. "In het ziekenhuis" zeg ik aarzelend. "Wat is er gebeurt? Eet je wel genoeg of waren het die drie trutten?" Mevrouw van Santen? "Eh ik moet hangen." Zeg ik snel en ik druk Noa weg.

Eeuwig littekenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu