Tranen.
Ogen zijn zo vochtig dat ze wel moeten ontsnappen. Net zoals de snik die over mijn lippen heen komt.
Van leegte naar het vollopen van mijn ogen. Het naar beneden vallen van tranen waardoor de leegte weer terug keert maar de snik die er dan weer voor zorgt dat ik helemaal vol loop.
Niemand kijkt.
Niemand hier.
Geen heeft het door wat ik op het punt sta te doen.
Het is wat wanhopig.
Ik voel me wanhopig.
Erger dan wanhopig en toch ook goed.
Weer een tegenstelling.
Die zorgt voor meer wanhoop.
“Spring.” Het galmt door mijn hoofd heen maar maak plaats voor een onbekende stem.
JE LEEST
Spring
Short StoryWel. Niet. Wel. Niet. Misschien? Ik weet het wel. Ik weet het niet. Ik weet het wel. Ik weet het niet. Ik weet het misschien? Zwart. Wit. Zwart. Wit. Grijs? Boven. Beneden. Boven. Beneden. Ertussen in? Of zijn er geen drie keuzes? Wat als je een ke...