David en ik hebben de hele dag op de bank TV gekeken en ik ben het nu wel zat. "Ik wil naar huis, David." Hij knikt, staat op en loopt naar de voordeur. Ik volg hem.
Als we weer bij mijn huis komen stap ik snel uit. Ik loop zo snel als ik kan naar mijn huis. Ik hoor hem achter me uitstappen. Ik kan zijn zachte voetstappen op het asfalt horen, ze zijn snel achter elkaar. Hij rent. Overal waar ik kijk zie ik zwarte vlekken, ik hol naar de voordeur. Al kan ik amper zien wat ik doe, ik grijp in mijn zakken, maar ik kan mijn huissleutels nergens vinden. Ondertussen kan ik Davids voetstappen steeds dichterbij horen komen. Er loopt een dikke traan over mijn wang, maar ik weet niet waarom. In een vlaag van blinde angst probeer ik om het huis heen naar de achtertuin te rennen. Dan struikel ik. Een arm vangt me soepel op. "Waar denk je dat je heen gaat?" Hoor ik David in mijn oor hijgen. Mijn ogen worden groot van angst en ik begin zachtjes te snikken. Hij zet me rechtovereind. Ik kijk hem aan. Zijn gezicht staat bezorgd. "Gaat het wel goed? Waarom rende je zomaar weg?" Ik snap het niet! Hij stalkt me en dan is hij bang dat ik hem niet mag? Ik moet bleek zijn geworden, want David fronst en tilt me op. Ondanks dat iets in me zegt dat dit niet goed gaat komen, kan ik het niet helpen. Het gevoel van euforie stroomt door mijn aderen, mijn hele lichaam door. Het is een vreemde combinatie van gevoelens. Angstforie? Sounds about right! Ik grinnik en David kijkt me aan. Dan schud ik mijn hoofd en hij knikt. Hij mag dan wel een creep zijn, chemie hebben we nog altijd. Hij draagt me terug naar de voordeur. Ik voel me kalm. David zet me weer op de grond en graait dan in zijn zak. Ik kijk hem niet begrijpend aan. Hij geeft me een knipoog en hangt dan wat voor mijn gezicht. Het zijn mijn huissleutels. Mijn ogen worden groot van terugkerende angst. Hij grinnikt en ik kijk hem boos aan. Je was ze vergeten bij mij thuis. "Ik zag ze nog net op tijd liggen." Ik voel dat mijn wangen rood worden en kijk naar mijn schoenen. Hij pakt mijn hand zachtjes vast en stopt de sleutels er in. Ik knik en draai me om. Zachtjes stop ik de sleutel van de voordeur in het slot. Ik weet dat ik David nooit kan buitensluiten, ik ben niet snel genoeg. Want ondanks dat geweldige gevoel dat door mijn lichaam loopt, weet ik dat ik hem beter niet kan vertrouwen. Die gedachte gaat me tegen een boel pijn beschermen. Langzaam open ik de deur en stap naar binnen, als ik me omdraai zie ik David nog buiten staan. Ik op de deur wat wijder. "Wil je binnenkomen?" Hij knikt en loopt met een vastberaden pas naar binnen, alsof hij me een keuze heeft gegeven. Ik weet zeker dat hij sowieso zou zijn binnen gekomen, zelfs als het me gelukt zou zijn om de deur dicht te krijgen.
Ik loop achter David aan het huis in en trek de deur achter me dicht. Hij trekt de rits van zijn licht bruine jack uit en laat het van zijn schouders glijden. Het zakt langzaam op de grond. Hij draait zich om. Er staat een scheve grijns op zijn gezicht. Mijn maag draait zich om. Dan komt hij rustig naar me toe gelopen. Ik blijf verdoofd staan. Voorzichtig pakt hij mijn gezicht en duwt me zachtjes tegen de muur. Dan duwt hij zijn lippen tegen de mijne. Het voelt alsof mijn gezicht in vuur en vlam staat. Elke aanraking intenser dan de vorige. Dan opeens laat hij me los. Mijn ogen schieten open. "Kom." Is het enige wat hij zegt. Dan pakt hij me bij de hand. Ik loop een stukje vooruit, maar iets in me zegt dat er iets mis is. Opeens komt er een traan over mijn wang gelopen. Ik snik luid en plotseling begeven mijn benen het. "Hé, hé! Het is oké. Het komt allemaal goed." Hoor ik David zeggen. Zijn stem zacht als fluweel. Ik doe mijn ogen dicht in de hoop de tranen te stoppen. Het werkt niet. Ik hoor dat David naast me gaat zitten. Ik voel zijn zachte hand door mijn haar gaan. "Mijn vader is ziek." Jammer ik, David zegt niets. "Hij heeft kanker. Het is terminaal. Hij ligt nu al in een hospice, dus binnenkort zal hij doodgaan." Ik voel David nog steeds met zijn hand door mijn haar gaan. "Het is oké, het komt allemaal goed." Fluistert hij in mijn oor. Ik knik. Dan voel ik zijn sterke armen zachtjes om me heen slaan. "Het komt allemaal goed."

JE LEEST
Voor Altijd
RomanceLisa Duinma is een verlegen meisje. Ze heeft het zwaar in het (liefdes)leven, totdat ze Brandon tegenkomt. Hij laat haar zien hoe écht leven eruit ziet. Lisa kruipt uit haar schulp en dit is het begin van een prachtige relatie. Voordat ze Brandon te...