Ik zit uit het raampje van de boomhut te kijken als David omhoog komt klimmen. Ik kijk hem even aan en glimlach. Hij glimlacht terug en ik kijk snel weer uit het raam. Dan komt hij naast me zitten, slaat een arm om mijn middel en drukt me tegen zich aan. Ik blijf uit het raam staren, maar dan leg ik mijn hoofd weer tegen Davids borst. "Dus wat studeer je nu eigenlijk?" Vraagt David. Ik haal mijn schouders op. Ik hou niet van praten over mijn studie, want ergens in dat gesprek komt altijd geld naar voren. "Economie." Mompel ik. David knikt, maar hij lijkt de hint niet door te krijgen. "En wat wil je daarmee gaan doen?" Vraagt hij. Ik zucht. Daar is het al. "Nou, het is meer voor mijn vader eigenlijk. Ik wou biologie gaan studeren. Hij wil dat ik in zijn bedrijf kom werken." David knikt, eindelijk lijkt hij door te hebben dat ik hier niet over wil praten. "Wat voor bedrijf heeft hij?" Vraagt David opeens. Ik zucht. "Sorry, maar ik wil het hier echt niet over hebben." Hij kijkt verstomd en ik kijk snel weer uit het raam. "Dus hoe heb je deze boomhut gevonden?" Vraag ik, om de sfeer te verlichten. David grinnikt. "Deze heb ik niet zozeer gevonden, als wel gebouwd." Zegt hij droog en ik schiet in de lach. "Dus dit is het huis van je ouders?" Hij knikt. "Maar als je hier al je hele leven woont waarom ben je dan les gaan geven op 't Union?" Hij trekt zijn schouders op. "Ik weet het niet. Union was het leukst. Ik ga altijd voor wat ik het leukst vindt." Hij kijkt me dubieus aan en ik schiet weer in de lach. Hij grijnst en leunt dan een stukje naar voren. Ik schrik en leun snel weg van hem. "Wat is er?" Vraagt David verbaast. Ik voel mijn wangen rood worden. Het is een tijdje stil, ik durf niets te zeggen. Hoe moet ik hem nou vertellen dat ik nog nooit met iemand heb gezoend? "Ik, uhm, ik." Stamel ik. "Wacht, Lisa, je gaat me toch niet vertellen dat je al deze tijd mij gewoon zat te pranken toch?" Ik wordt nog roder. "Nee! Nee, dat is het niet!" Mompel ik. "Wat is er dan?" Vraagt David zachtjes. Hij haalt een lok haar uit mijn gezicht. "Ik heb nog nooit met iemand gezoend." Zeg ik zachtjes. David zegt even niets, ik te bang voor zijn reactie om hem aan te kijken. "Dan doen we het toch rustig aan." Fluistert hij in mijn oor. Ik kan mijn glimlachen niet onderdrukken. Dan kijk ik David aan. Hij glimlacht ook. "Kunnen we weer teruggaan?" Vraag ik. Hij knikt en schuift opzij. "Dames voor!" Zegt hij lacherig. Ik knik en klim behendig via het gat in de vloer weer naar beneden. Als ik weer met beide voeten op de grond sta klop ik mijn kleren af. Ik voel me veiliger nu ik weer op de aarbodem staat. Dan kijk omhoog om te zien of David er al aan komt, maar het enige wat ik kan zien is een touwladder die naar binnen wordt gehaald. "Wat doe je? Zo kom je toch nooit beneden?" Roep ik omhoog. Ik hoor een tijdje niets, maar dan zie ik Davids gezicht in het raam van de boomhut verschijnen. Hij gooit zijn benen over de rand van het raam en laat zich zakken. Dan laat hij het raam los en komt met een luide klap op de grond neer. Ik ren naar hem toe terwijl ik schreeuw. "Mijn God! David zo ga je nog een keer dood! Wat ben je nou aan het doen?" Maar voor ik bij hem gekomen ben is hij al kreunend opgestaan. "Oef! Ik ben toch niet meer zo soepel als vroeger." Zegt hij kreunend. Ik schiet in de lach. "Hoe kan je dat nou doen? Je had wel dood kunnen zijn!" Zeg ik. Hij glimlacht. "Anders komt die ladder toch niet omhoog!" Hij heeft een goed punt. "Is daar echt geen betere oplossing voor dan?" Vraag ik lachend. Hij schudt zijn hoofd. "Al het andere is niet inbraakveilig genoeg." Zegt hij. "Wat? Alsof iemand in een boomhut in een bos in the middle of nowhere gaat inbreken. Waar ook helemaal niets valt te stelen. Het is leeg daarboven weet je nog?" Ratel ik. David onderbreekt me door zijn hand in de lucht te steken, ik ben stil. "Dat er niets te stelen valt, maakt het niet minder aantrekkelijk. Er zijn veel hikers en daklozen in deze omgeving. Het is niet in the middle of nowhere. Een paar kilometer ten Oosten van mijn huis is Brickleburg. Ik wil niet dat mijn boomhut als daklozenhuis wordt gebruikt." Ik kijk naar mijn voeten. Waarom kan ik nooit gewoon eens luisteren naar wat mensen hebben te zeggen voordat ik vanalles eruit flap? "Sorry." Zeg ik zachtjes. David pakt mijn kin en duwt mijn gezicht omhoog zodat ik hem recht in de ogen kijk. "Je moet niet zo vaak naar je voeten kijken als er geen reden voor is, je doet niets fout! Je hoeft ook geen sorry te zeggen, nogmaals, je doet niets fout. Je wist toch niet hoe het zat?" Zegt hij met een doordringende blik in zijn ogen en een glimlach spelend rond zijn mond. Hij laat mijn kin los. "Sorry." Hij kijkt me streng aan. "Uhm, ik bedoel, ik begrijp het." Hij moet lachen. "Wow ben ik zo autoritair dat ik zelfs als een leraar klink in mijn vrije tijd?" Ik moet ook lachen. "Een beetje wel." Zeg ik zachtjes. Hij grijnst breed. "Kom, dan lopen we terug."
Als we door de voordeur komen zie ik een oranje flits lang mijn voeten schieten en deins naar achter van de schrik. "Wat was dat?" Zeg ik, met grote ogen kijk ik om me heen om te zien wat het was. "Dat was mijn kat." Zegt David weereens lachend om mijn acties. "Oh God! Ik wist niet eens dat je een kat had!" Zeg ik nog steeds bijkomend van de schrik. "Heb, technisch gezien, maar dat is okay. Het is een veelvoorkomende fout." Ik kijk hem onverschillig aan. "Doe niet lullig." Hij schiet in de lach. "Kom nou maar binnen." Ik knik en stap de warmte van zijn huis in. "Dus hoe heet je kat?" Vraag ik, terwijl David mijn jas aanneemt. "Spike." "Spike? Dat is niet echt een gebruikelijke naam, waar komt hij vandaan?" "Wie de kat of de naam?" Ik haal mijn schouders op. "Allebij." "Nou de naam komt van mijn ex en de kat komt uit het asiel, het is een gewone huis, tuin en keukenkat." Er gaat een steek van jaloezie door me heen. Waarom? Hij zei toch ex! Niet vriendin! Ik knik terwijl ik probeer mijn reactie te verbergen. Blijkbaar lukt het niet erg goed, want David kijkt me bezorgd aan. "Gaat het wel goed? Je ziet een beetje wit!" Ik knik. "Misschien is het een goed idee dat ik zo ga." Zeg ik. David kijkt een beetje teleurgesteld, maar knikt. "Ik ga naar boven om mijn spullen in te pakken." Ik loop naar boven, naar de slaapkamer. Er is niet veel in te pakken en binnen vijf minuten sta ik weer beneden. David heeft zijn jas nog aan en mijn jas nog vast. "Dan zal ik mijn jas maar weer aandoen." Zeg ik ongemakkelijk. David knikt en geeft me de jas. Dan doet hij de deur voor me open. Ik loop naar buiten en kijk nog een laatste keer naar de gevel van zijn huis. Dan komt David bij me staan, haakt zijn arm in de mijne en we lopen samen naar de plek waar zijn auto staat. David doet de deur voor me open en stapt daarna zelf in. "Hoelang moeten we rijden?" Vraag ik als we op de officiële weg komen. "Ongeveer drie uurtjes." Zegt David met een grijns op zijn gezicht. "We hebben nog wel eventjes samen." Ik staar voor me uit met een opgelaten gevoel in mijn buik.
JE LEEST
Voor Altijd
RomanceLisa Duinma is een verlegen meisje. Ze heeft het zwaar in het (liefdes)leven, totdat ze Brandon tegenkomt. Hij laat haar zien hoe écht leven eruit ziet. Lisa kruipt uit haar schulp en dit is het begin van een prachtige relatie. Voordat ze Brandon te...