16. Part_1

107 15 0
                                    

Het spijt me dat het zo lang geduurd heeft voordat ik een hoofdstuk af heb kunnen ronden, maar ja, het is nu carnaval bij ons, waardoor ik niet zo veel kan schrijven. Daarbij is de computer stuk, wat de reden is dat ik dit schrijf op mijn mobiel. Dat wil zeggen: er staan zeer waarschijnlijk veel typefouten in.

Anyway, read, vote and comment! Xxx
Enjoy :)

16.

Firenzo zucht als hij, in tegenstelling tot de anderen, rillend van de kou alleen op zijn paard zit. Zijn warme adem condenseert in witte wolkjes voor zijn gezicht, waarna de nu al ongenadig koude wind de afgekoelde lucht recht in zijn gezicht blaast. De hoeven van de paarden stampen neer op de licht bevroren bladeren die knerpend uiteenvallen in kleine stukjes op de bosgrond. De oordovende stilte wordt af en toe verbroken door een wanhopige kreet van een wezen in de kou.

Ze zijn de levensbomen van Lavandor al uren geleden gepasseerd. De ontzagwekkende hoge en dikke bomen hebben een grote indruk op hem achtergelaten. De blauwgloeiende liaanachtige stofslierten aan de haast doorzichtige takken, de tinkelende sensatie die iedereen kon voelen als je per ongeluk langs de warme delen van de bomen streek. Het zachte gefluister van duizenden zielen die in de bomen zijn opgenomen. Het was er zo kalmerend en rustig dat ze er allemaal langer doorheen hadden willen dwalen, langzaam in de staat raken waarbij het mysterieuze gezang van de wijze liederen met alle wetenschap van alle tijden als de eigen taal in de oren klinkt. Maar zodra ze uit het magische bos kwamen, beseften ze dat ze al veel te lang in de trans van de zielen waren. In het bos van de Levensbomen van Lavandor heeft tijd geen betekenis. In de niet al te lange tijd dat ze er waren kunnen er weken voorbij zijn gegaan, maar ook slechts enkele minuten.

Het bleek dat zijzelf er urenlang in hebben rondgereden, compleet gefascineerd door de geweldige bomen.

Nadat ze het woud gepasseerd waren, kwamen ze weer terecht in de steeds kouder wordende Wildernes. De dromerige staat werd verbroken en zijn verder gegaan op hun queeste.

Nu zijn ze net weer op weg na een korte pauze om kleding te wisselen en nog wat te eten. Door de kou waaraan zijn naakte borstkas een aantal seconden aan blootgesteld is, is hij in al die tijd nog steeds niet in staat om zijn lichaamstemperatuur op de juiste temperatuur te houden. Zijn handen voelen ondanks de dikke stoffen lappen op zijn knokkels heen alsof ze zo diep gevroren zijn dat ze er elk moment af kunnen vallen. Hij huivert als de steeds feller wordende wind de eerste sneeuwvlokken in zijn gezicht blaast en hij trekt de zachte lap uit Sybrens zadeltas iets verder over zijn neus en mond heen om ze af te schermen van de bijtende kou.

Als hij naast zich kijkt, waar Sybren en Flora rijden, ziet hij hoe het fragiele meisje zich comfortabel in de armen van zijn beste vriend heeft gepositioneerd zodat ze kan uitrusten. Sybren kijkt gelukkig met heldere ogen naar hun nieuwe vriendin. Zijn wangen zijn vuurrood van de wind en het zachtjes lachen als hij op een stille toon met Flora communiceert.

Voorop rijdt Reveca nu, een half slapende Gideon achter haar, zijn sterke armen gewikkeld in dikke lagen stof stevig om haar middel heen geslagen. Zijn hoofd rust in de deuk tussen haar nek en haar schouder, de plek waar hij onbewust vele liefdevolle kussen op drukt.

Het maakt dat hij nog meer verlangt naar een zielsverwant, dat hij nog meer verlangt naar de liefde van zijn leven. Voor nu is het ook goed als ze Anna vinden, maar een zielsverwant... het is niet hetzelfde. Hij verlangt naar de onvoorwaardelijke liefde die alleen een verwant hem kan geven.

Waarom hij deze gedachten ineens nu krijgt weet hij niet, maar hij weet wel dat het veroorzaakt kan worden doordat hij zijn jonge zusje zoveel mist.

GehoorndWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu