15. Part_1

104 15 1
                                    

TADAAAA! En weer een nieuw stukje! Het gaat lekker met schrijven, al was dit hoofdstuk in het begin toch wel lastig hoor, jezus daar heb ik lang over gedaan zeg... Maar goed, een stukje! Aan de zijkant zie je een plaatje van Eduardo Verastegui, de faceclaim van Zaku, maar als je deze anders voor je ziet, lekker zo houden dan! :)

 Ik probeer dit verhaal voor april af te ronden, maar met een beetje pech lukt dat niet, en dan is het in mei of juni pas klaar, maar daar ga ik natuurlijk niet voor. Voor april moet het af zijn Sanne. Huphup. In elk geval:

Read, Vote, Comment, and don't forget to enjoy! Give me a feedback to tell me what you think! :)

15.

Heer Tallynn,

De eerste trainingen van de verdedigingsgroepen zijn voortreffelijk gegaan. Door veel ervaring van de strijders en de jagers gaat het al beter dan dat we konden hopen. De aspiranten en junioren trainen harder dan ooit tevoren. De Stad maakt zich klaar voor de strijd, maar of het genoeg is, is nog maar de vraag. We hebben hulp nodig, Heer, de Stad kan het niet alleen af.

~Heer Tomiu, Stad der Gehoornden

Nadat de jonge Elke haar weer heeft opgedoft en heeft aangekleed, is ze vrij om te gaan ontbijten. Dit keer draagt ze een zwarte jurk tot net boven haar knieën, indrukwekkend glinsterend van de gouden glitters die licht lijken te geven in het donker.

Rory heeft zijn zwarte pak weer aan, hetzelfde als gisteren. Hij slaat beschermend een arm om haar middel heen als ze de donkere gangen doorlopen richting de vertrekken van Zaku. Elke heeft doorgegeven dat ‘de heer Zaku’ het zou appreciëren als ze deze ochtend met hem zouden kunnen ontbijten. Ze was zo vriendelijk er bij te hinten dat dat wil zeggen dat Heer Zaku met hen zal ontbijten.

Terwijl Rory haar door de talloze donkere gangen leidt die geenszins lijken op de witgekleurde ruimten in het raadshuis van de Stad, praten ze over onduidelijkheden. Ze overleggen zachtjes, als er niemand voorbij loopt die hen kan horen, over de dingen die niet helemaal klopten aan het verhaal van Zaku. Een van die vragen is waarom het lijkt dat nog geen enkele Gehoornde hen is gepasseerd, of beter gezegd, waarom geen enkele Gehoornde hoorns lijkt te hebben.

Ze vraagt zich af hoe het komt dat Rory de weg al zo goed weet in dit gigantische ondergrondse doolhof. Hij lijkt te merken dat dat een van haar vragen is, waarna hij zegt: “Toen je gisterenavond in slaap was gevallen, heb ik een uitgebreide rondleiding gekregen van die Aron. Ik kan nu in principe alles vinden, zolang ik let op de kleine tekens waar we zijn. Hij wijst naar een scheur in de stenen, linksboven van de muur. “Zie je die scheur daar? Dat wil zeggen dat we in de buurt van het centrum van Thrythwig komen. In het centrum is er een speciale deur die je naar het echte deel van Thrythwig kan brengen, het deel boven de grond, aan de andere kant van de Wildernes, vele mijlen hiervandaan. Misschien wil Zaku wel zo vriendelijk zijn om ons erheen te brengen, om ons toestemming te geven de deur te gebruiken.”

Ze zucht. Ze zou dolgraag naar buiten willen, misschien is er dan een kans dat ze zou kunnen ontsnappen. Iets in haar zegt dat dit veel groter is dan dat ze zich kan voorstellen, dat ze deel is van een veel groter plan.

Was het allemaal maar niet gebeurd, was ze nog maar gewoon thuis, in Velebora. Daar had ze haar moeder, nou ja, haar pleegmoeder bij zich, en daar had ze Firenzo.

Een klein stemmetje waarschuwt haar in haar achterhoofd dat ze Rory dan nooit had ontmoet.

Op dat moment maakt dat haar even helemaal niets uit, hoeveel ze ook van hem houdt. Direct na die gedachte voelt ze hoe de arm om haar middel verstrakt, waarna Rory ophoudt met lopen. “J-je-je wilde me niet meer, ik voelde het. Je wilde me niet meer,” stottert hij, de pijn in zijn ogen duidelijk zichtbaar. Hij voelde gewoon hoe ze terug wilde, hoe het haar niet uitmaakte dat ze hem dan niet ontmoet had.

GehoorndWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu