Het strand

21 4 0
                                    

Als ik de wind mijn haren voel strelen, open ik mijn ogen. Ik kijk om me heen en zie dat je met een glimlach achter me staat. Je wist dat ik de zee nog nooit had gezien en je hebt me er naar toe gebracht. Met tranen in mijn ogen sla ik mijn armen om je heen. Net iets te hard, want met een plof vallen we neer in het zand. Beiden lachen we. Geen van ons had ooit gedacht dat je zo blij kan worden van wat zand en water.

We trekken onze schoenen uit en lopen op blote voeten door de branding. Hand in Hand. je gooit je schoenen neer en rent het water in. Lachend volg ik je voorbeeld en kom ik je achterna. Terwijl ik ronddraai in het water, sputter jij water over mijn lichaam. Als het mijn lippen raakt, proef ik het zout van de zee. Het zout dat de zee een zee maakt. Door een krachtige golf van je achterover in het water. Eerst schrik ik door de manier hoe jij onder het water verdwijnt, maar dan barst ik in lachen uit. Op een onverwacht moment pak je mij bij mijn enkels en sleur je me omver. Samen drijven we op het water terwijl we naar de wolken kijken. Ze lijken allemaal op jou.

Rustig lopen we naar onze schoenen en gaan we samen tussen de duinen liggen. Ik gebruik je arm als kussen en we luisteren naar de wind die het helmgras tot leven laat komen. Dit gevoel is onbeschrijvelijk, zo mooi. Van binnen knaagt het gevoel dat we hier niet voor eeuwig kunnen blijven liggen. Diep in mijn hart zal ik dit gevoel altijd blijven koesteren. Ik sluit mijn ogen om alles goed op te kunnen nemen, maar als ik ze weer open, lig jij naast mij te slapen in het bed en is het strand verdwenen. Rustig draai ik me om. Ik sluit mijn ogen weer en er rolt een traan over mijn wang. Dromen is niet altijd even fijn.

Mijn kleine verzinseltjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu