Het is een ontzettend leuk gevoel om met mijn oren onder het water te zitten en met mijn ogen naar het plafond te staren alsof ik voor even de enige ben in de wereld.
Alsof ik belangrijk ben.
Alleen is het niet zo aangenaam wanneer er enkele kinderen proberen te duiken langs me en daardoor water in mijn open ogen spetteren.
Ik weet dat ze het niet slecht bedoelen, maar ik kan het niet laten om aan hun ouders te denken en dat ze die kinderen misschien ooit uit huis zetten voor een stomme rede.
Ik zucht gefrustreerd.
Meestal helpt zwemmen me met mijn hoofd leeg te maken, om de rest van de gedachten te verdrinken totdat er een rust gevoel door mijn aderen stroomt, maar nu lijkt het water me te prikkelen.
Ik zwem naar de kant en neem plaats op de rand om naar de kinderen te kijken.
Ze spelen en spetteren en ik zie de onschuldigheid van oogcontact tot oogcontact gaan.
Opeens komt er iemand langs me zitten.
Het is de jongen die ik hier wel vaker zie en hoewel we soms elkaars ogen vangen, hebben we nog nooit een woord gewisseld.
Hij heeft een stevig gebouwd lichaam en brede schouders waar zijn zwarte golvende haren meestal op rusten, maar nu heeft hij de haren in een knotje, alsof hij klaar is om te duiken.
'Ze zijn hier vaker,' zegt de jongen. 'Hun ouders drinken altijd iets in het café boven.'
'Mm,' zeg ik, maar ik kijk niet naar hem om.
'Jij bent hier ook vaker,' merkt hij op en hoewel het een beetje vreemd is, weet ik dat hij het niet slecht bedoelt. 'Maar volgens mij zitten je ouders niet meer boven.'
Ik huf en kijk nu wel naar hem op, kijk hem recht aan in zijn groene ogen.
'Nee, ze zitten niet boven,' zeg ik en ik leuk op mijn handen naar achteren zodat mijn rug zich kromt.
'Zoals ik zei,' zegt hij glimlachend. 'Mijn ouders zitten wel boven, maar dat is omdat ze er werken.'
'En je gaat mee?'
'Het water is rustgevend,' zegt hij schouderophalend en daar kan ik hem niet tegenspreken dus hum ik instemmend. 'Soms krijg ik gratis frietjes, maar ik weet dat ze er eigenlijk voor betalen.'
'Neem je het dan aan?' vraag ik.
'Wel, het is toch al gemaakt,' zegt hij met opgetrokken wenkbrauwen. 'En als ik het niet zou aannemen, zouden ze misschien vermoeden dat ik het weet.'
'Ah, dus je spaart hun gevoelens,' stel ik vast en hij lacht.
'Koelbloedig, eh?' vraagt hij aan mij en ik haal mijn schouders op.
'Misschien een beetje. Als je eerlijk zou zijn, kunnen jullie meer geld sparen,' zeg ik en hij houdt zijn hoofd schuin.
'Sparen voor wat?' vraagt hij. 'We hebben alles wat we nodig hebben. Plus, ik ga niet studeren dus ze hoeven niet te sparen.'
'Ze willen dat je een huis hebt, misschien eerst een auto,' zeg ik met een opgetrokken mondhoek en hij lacht.
'Dat hoef ik niet tenzij ik er zelf voor gespaard heb,' zegt hij.
'Waar ga je dan wonen?' vraag ik.
'Ik vind wel iets dat ik kan betalen en tegelijk kan sparen,' zegt hij waarna hij zijn rug uitrekt. 'Duik je ooit?'
JE LEEST
One shots & Two boys
RomanceAllemaal kleine verhaaltjes over jongens die de liefde vinden. Begin: 21 maart Einde: ♾