28 - pinky promise

330 16 8
                                    


"Dumbledore's kantoor," zegt Mcgonagall geschokt en draait zich om. Alledrie lopen we gehoorzaam achter Mcgonagall aan. De jongens zeggen niks en ik weet dat de schrik er bij hun ook goed inzit.

Onderweg komen we verschillende groepjes leerlingen tegen, die ons stuk voor stuk nakijken en naar elkaar fluisteren. Ik kan het ze niet kwalijk nemen, ik zou zelf ook nieuwsgierig zijn geweest als ik ons door de gangen zou zien lopen. We zien er niet uit. Alledrie hebben we verschillende bloedende wonden en vegen stof en viezigheid over onze lichamen. Sirius' blouse is gescheurd, James kijkt in een soort geschokte trans voor zich uit en bij mij lopen er nog steeds verdwaalde tranen over de al opgedroogde tranen op mijn wangen.

In mijn ooghoek zie ik Remus, Peter en Stella staan. Stella roept iets naar ons maar ik hoor het niet. Ik kijk niet om naar ze en Sirius en James doen hetzelfde. In stilte lopen we naar Dumbledore's kantoor.

Professor Mcgonagall klopt op de deur van het kantoor en na een zachte "binnen" opent ze de die. Professor Dumbledore zit achter zijn bureau en kijkt op.

"Albus-," begint Mcgonagall, maar Dumbledore onderbreekt haar.

"Zou u mij en deze drie even alleen kunnen laten, Minerva," zegt hij.

"Natuurlijk," ze loopt, nadat ze ons alle drie kort heeft aangekeken, het kantoor uit en sluit de deur.

"Ga zitten," zegt Dumbledore en tovert drie stoelen voor zijn bureau. Alledrie gehoorzamen we en gaan op de stoelen zitten.

"Madam Rosmerta heeft al een uil gestuurd met de mededeling dat Deatheaters drie leerlingen hebben aangevallen en dat ze haar excuses aan jullie wilt aanbieden. Maar ik zou van jullie graag de uitleg willen krijgen met wat er nou precies is gebeurd."

Alledrie kijken we naar onze handen en zeggen niks.

"Ik kan jullie niet helpen als jullie niet zeggen wat er is gebeurd."

"Nou," begint Sirius uiteindelijk, "We hadden geen les meer en James en ik wilden naar Hogsmead. Eloise had ook geen les meer dus die ging mee. We zaten bij the Three Broomsicks en toen kwamen er twee mannen binnen. Ik herkende ze van feesten van mijn ouders dus ik wist dat ze- je weet wel, Deatheathers waren. Ze herkende mij ook dus kwamen naar ons toe. Daarna vroegen ze naar de namen van James en Eloise. Ze zeiden hun echten namen niet maar-"

"Ik zei dat mijn achternaam Prince was," onderbreek ik zijn geratel, "hij kende de naam Prince en vroeg toen of ik familie was van Eileen Prince, dat is mijn moeder... ik weet niet of jullie dat wisten." Ik kijk de jongens even aan en die schudden hun hoofd.

"El zei dat ze haar niet kende," gaat Sirius weer verder. "We dachten dat ze weg gingen maar toen vroegen ze aan Madam Rosmerta of ze onze namen kende. En die zei ze. Toen vielen ze aan..."

"Hoe zijn jullie ontkomen als ik vragen mag?" vraagt Dumbledore. Ik kijk James even aan en die knikt.

"James heeft- uhm, een Onzichtbaarheidsmantel. Maar voordat James de mantel uit de tas had gekregen moesten Sirius en ik-," ik stop even met praten en besef me nu pas hoeveel geluk we gehad hebben.

"Ik weet dat er dingen gaan komen, misschien zelfs wel oorlog. Maar ik had nooit gedacht dat het al zo snel zou komen," ik veeg een traan van mijn wang. "En het probleem is dat ik ook weet dat dit niet de laatste keer gaat zijn dat we ze gaan tegen komen."

"Voor alles is een eerste keer, of je er nu om gevraagd hebt of niet," zegt Dumbledore en ik knik.

"Ik ga geen straf uitdelen voor het feit dat jullie illegaal naar Hogsmead zijn gegaan. Maar ik zou het op prijs stellen als jullie de komende tijd het terrein van Hogwarts niet verlaten, voor jullie eigen veiligheid. Ik zal een brief naar jullie ouders sturen-,"

The Halfblood PrincessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu