Hoofdstuk 18

177 2 0
                                    

De volgende dag was ik vrij van werk en besloot maar eens het huis goed schoon te maken.
Donnie zag me in de keuken staan en bekeek me.
"Heb ik je al gezegd hoe mooi je bent?" vroeg hij en ik glimlachte. Ik liep op hem af en gaf hem een kus op zijn mond.
Ondertussen drukte ik een lunchzak in zijn handen en hij grijnsde.
"Je bent een geweldige vrouw," zei hij.
"En jij een geweldige man," reageerde ik terug en Donnie omhelsde me.
"Ik ben denk ik rond een uurtje of zeven thuis," zei hij.
"Prima. Ik ga straks schoonmaken, boodschappen doen en als je thuiskomt staat het eten klaar," somde ik op. "Wat wil je eten? En moet je nog iets hebben van de supermarkt?".

Donnie dacht na. "Kies jij maar uit wat we gaan eten en kan je scheerschuim meenemen?" vroeg hij en ik knikte.
Ik zwaaide hem uit bij de deur en keek hem na toen hij wegreed.

Met de muziekbox keihard aan begon ik een sop te maken in een emmer.
"Beggin. Beggin. Joehoe," zong ik mee en dweilde de woonkamer.
Ik was de hele middag druk bezig en tegen een uur of vier was ik klaar.
Daarna maakte ik me klaar en ging naar de supermarkt. Het was een zonnige dag en het rook ook echt naar een warme zomerdag.

Ik liep mijn standaard route naar de supermarkt. Het was tien minuten lopen, maar ik nam altijd de route door de stegen van de wijk. Zo was ik binnendoor sneller.

Ik liep net de één na laatste steeg in toen ik werd gebeld door een onbekend nummer.
Misschien was het het kantoor van Donnie?
Ik nam op.

"Hallo?" zei ik, maar hoorde niks.
"Hallo?" vroeg ik opnieuw.

"Liv," hoorde ik de andere kant van de lijn zeggen.
"Wat? Hoe weet je..," begon ik, maar dacht na.
Ik stond stil in de steeg en keek toen achterom.
Toen kreeg ik de schrik van mijn leven.
Mijn lichaam versteende en mijn adem werd weggenomen.
Voor me stond Timothy. Hoe? Waarom?
Ik knipperde met mijn ogen en had geen idee wat ik moest doen.
Ik zag dat hij zijn pistool bij zich had.

"Ik zie dat je een leuk leventje hebt opgebouwd," begon hij en liep langzaam op me af.
Ik deinsde naar achteren en Timothy maakte met zijn hand een gebaar dat ik zachtjes moest doen.
"Het lijkt me niet verstandig als je een heisa gaat maken," zei hij en keek me aan.

Hij zag er ouder uit, maar nog steeds was hij aantrekkelijk. Dat was hij altijd al geweest.

"Wat kom je doen?" vroeg ik voorzichtig. "Kom je me doden?"

Timothy lachte en schudde zijn hoofd.
"Ik kom je niet vermoorden," zei hij. "Dat zou ik nooit doen,".

Dat was een leugen. Ik herinnerde me meteen het moment dat Timothy het pistool op me had gericht. Over zijn twijfels gesproken.

"Die ene keer dacht ik van wel," zei ik.

"Ik was boos," zei hij. "Je hebt me verraden,".

"Ik heb je niet verraden," zei ik. "Dat is iets wat ik nooit zou doen. Zelfs mijn verklaring bij de politie werd niet eens gelooft,".
Timothy keek me vragend aan.
"Nou.. kijk gewoon even naar ons allebei. Ik ben een doodgewoon meisje en jij bent een badboy," zei ik en ondertussen klopte mijn hart in mijn keel.

"Kom," zei hij toen en wees met zijn pistool naar de kant van de steeg waar ik vandaan kwam.
"Waar gaan we heen?" vroeg ik. Timothy had een pistool en ik was echt bang. Maar aan de andere kant voelde het ook weer een soort van normaal dat ik hem zag. Omdat hij voor mij geen vreemde was.
"Ik wil alleen praten," zei hij. "En deze plek is niet geschikt,".

Ik volgde Timothy braaf de steeg uit en zag toen een zwarte auto staan. Er zat niemand in. Timothy was dus alleen.
Ik stapte in aan de passagierskant en Timothy reed de auto de wijk uit.

Het was stil en ongemakkelijk voor mij. Hij reed de auto naar een grote verlaten parkeerplaats langs de snelweg.
"Wat wil je eigenlijk?" besloot ik maar te vragen. Hij wilde me niet vermoorden, maar wat wilde hij dan?

Timothy zuchtte en keek me aan.
"Ik wil dat we allebei sorry zeggen tegen elkaar," zei hij.
Wat? Zei hij dat nou echt?
"Hoezo?" vroeg ik.
"Doe nou niet schijnheilig. Ik zeg sorry dat ik je pijn heb gedaan en jij zegt sorry voor het feit dat je me hoofd zo heet hebt gemaakt," zei hij.

Ik keek voor me uit en kon het niet geloven.

"Kan je dat pistool dan op z'n minst wegdoen? Dat verandert de toon van dit gesprek," zei ik en Timothy knikte. Hij legde het pistool in de deur van zijn auto en keek me weer aan.

"Waarom laat je me niet gewoon met rust? Je bent ontkomen aan de politie en ik dacht dat je ergens ver weg zou zijn gegaan," zei ik.

"Ik... ik heb nooit..," begon hij, maar de woorden kwamen moeilijk zijn mond uit.
"Mijn moeder is overleden," zei hij en dat vond ik wel echt zielig voor hem.
"Begin dit jaar aan kanker," ging hij verder.
"Wat erg voor je..," zei ik.
"Mijn moeder en ik hadden vroeger een hele goede band.. totdat ik in deze wereld terecht kwam. Ze wilde me nooit meer zien, maar had me nooit verraden. Daar ben ik haar eeuwig dankbaar voor. Alleen... had ik onze band maar kunnen herstellen... mijn moeder was een bijzondere vrouw en ze zei me altijd dat de vrouw van mijn leven bijzonder zou zijn," vertelde hij en keek me diep in de ogen.
"Ik wil gewoon dat het goed zit," zei hij toen.

Ik vond zijn verhaal wel heel zielig en erg voor hem. Maar dat maakte de situatie niet minder erg, want ik besefte me ook dat ik al anderhalf uur met hem weg was. Niemand wist waar ik was en niemand wist überhaupt dat Timothy hier in Nederland was.

"Dat is het ook," zei ik.
"Echt?" vroeg hij.
"Ondanks hoe alles is verlopen... het is nu vier jaar geleden," zei ik. "Er is geen reden meer om wrok tegen elkaar te hebben toch?".

"Ben je met iemand?" vroeg hij.

"Wat?"

"Een relatie met een andere man? Of vrouw?"

"Ja, met een man. Ik val niet op vrouwen,"

Timothy knikte.

Het raakte hem, zag ik.

"Wat had ik anders verwacht," begon hij.

Toen begon mijn telefoon af te gaan en ik zag dat het Donnie was.

Dangerous Minds 18+ ✅Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu