7: Ziekenhuis

4.6K 73 38
                                    

POV Matthy:
Langzaam doe ik mijn ogen open. Ik probeer te bewegen, maar voel een pijnscheut door mijn hoofd en arm. Uit mijn mond ontsnapt een kreun van pijn. Mijn ogen zijn nu verder open en ik inspecteer mijn kamer. Naast me zit iemand, het is Koen. Hij draait zich naar me toe en zijn ogen worden groot. "Je bent wakker!" Zijn gezicht veranderd van verdriet in blijdschap. "Oh Mat, we waren zo ontzettend bezorgd. Laat ons alsjeblieft NOOIT meer zo erg schrikken."

Ik probeer me te herinneren wat er precies gebeurt is. Mijn gedachten spelen de avond opnieuw af. Ik schrik van mezelf en bekijk langzaam mijn linker pols. Er zitten hechtingen in de redelijk grote wond. "Heb ik- Heb ik dit zelf gedaan?" Koen knikt langzaam. Ineens herinner ik me waarom ik mezelf heb gesneden. Het kwam door haar. Althans, het kwam door mezelf, maar het ging om haar. "Koen, weet je ook waarom ik dit heb gedaan?" "Ik heb zo'n vermoeden. Is het om je actie met Fen?" Heel langzaam kijk ik naar beneden en knik ik mijn hoofd.

Koen overhandigt me iets. Het is een kaart. De kaart is zelf getekend. Er staat een lammetje met een gebroken poot op en heel groot 'beterschap' bovenaan. Ik heb de kaart in mijn rechterhand, want mijn linker kan ik natuurlijk niet bewegen. Met mijn duim probeer ik de kaart te openen, maar het lukt niet helemaal. Koen ziet dit en opent de kaart voor me. De kaart is geschreven met een handschrift wat ik niet herken. Ik lees in mijn hoofd wat erop geschreven staat.

Lieve Matthy,

Ik werd door Raoul ineens wakker gebeld met de melding dat je in het ziekenhuis ligt. Ook vertelde hij dat het komt omdat je boos bent op jezelf. Boos bent op het moment dat je mij uitschold. Ik heb het je allang vergeven en het spijt me dus ook dat ik dat niet eerder heb gezegd. Dit schuldgevoel dat er door jou iemand in het ziekenhuis ligt is onbeschrijfelijk. Alsjeblieft wees niet meer boos op jezelf of mij. En laat ons nooit, maar dan ook nooit meer zo erg schrikken. Zelf ben ik niet gebleven tot je wakker werd, omdat ik je niet gestrest wil maken.
Ik hoop voor je dat je wond goed heelt en dat je snel uit het ziekenhuis mag.

Ps. Ik hoop dat je de kaart mooi vindt, want ik heb hem namelijk zelf getekend :)

Veel liefs en beterschap,
Fenna

Ik staar een paar minuten lang naar deze woorden. Ze vergeeft het me. En ze noemt me lief. Nu denkt ze dat het haar schuld is, dat wil ik ook weer niet. Ik moet met haar praten. De kaart sla ik weer dicht en ik zie dat er op de achterkant in sierlijke letters 'sorry' is geschreven. Nu pas komen de tranen en het schuldgevoel terug. Koen ziet mijn verdriet en probeert me te troosten.

"Ik moet haar spreken Koen." "Het is half 7 's ochtends. Ze is hier een paar uur geleden nog geweest." "Weet ik, maar ik moet het goedmaken. Ze denkt dat het haar fout is Koen! Daar kan zo'n vrouw toch niet mee leven." Ik zag het medelijden in Koen zijn ogen. Hij geeft me een knikje. "Vind je het wel goed als ik eerst de jongens even uit de wachtkamer haal?" "Ja dat is goed. Die zullen ook wel bezorgd zijn."

Nadat ik iedereen weer heb gesproken is de zuster nog even langsgekomen. Ze zei dat de hechtingen mijn wond snel zullen helen. Ook meldde ze dat het redelijk goed met me gaat en dat ik als het goed is snel het ziekenhuis weer uit mag. Fijn om te horen dus. Vervolgens belde Koen Fenna. Ze zei dat ze toch niet kon slapen, dus dat ze er meteen aankwam. Koen heeft niet gezegd waarom ze moet komen; alleen dat ik wakker ben. Voor mijn gevoel heeft tijd op een klok nog nooit zo langzaam gelopen. "Waarom heb ik eigenlijk zulke hoofdpijn." Vraag ik aan Koen. "Nou je bent flauwgevallen in de keuken. Het zal best een harde klap zijn geweest." Ik knik uit begrip en maak het mezelf weer comfortabel. Ondanks mijn lange buiten bewustzijn, voel ik mijn oogleden toch weer zwaar worden.

POV Fenna:
Ik kom het ziekenhuis binnen en vraag aan de baliemevrouw waar Matthyas Maarten het Lam ligt. Ze heeft een bevestiging nodig dat ik langs mag komen. Kut, dat heb ik natuurlijk niet. Ik had gehoopt dat ik hem zo snel mogelijk zou kunnen spreken. Voor mij is er duidelijkheid nodig. Duidelijkheid over wat hij nou precies wilt. Milo heeft me verteld dat Matthy jaloers overkwam. Ik wil weten of dat waar is.

Koen heeft me inmiddels meegekregen naar Matthy zijn kamer. We staan voor de deur, maar Koen gaat weer een stap naar achteren. Ik kijk hem vragend aan. "Hij zei dat hij alleen jou wilde spreken. Ik wacht hier wel. Houd er rekening mee dat hij waarschijnlijk slaapt." Matthy wil alleen mij spreken? Zou hij hetzelfde denken? "Oké, bedankt Koen. Tot straks." "Tot zo." Ik doe de deur open en loop naar binnen. Matthy ligt alleen op deze kamer. De andere 2 bedden zijn niet bezet. Wat Koen zei klopt, hij ligt inderdaad te slapen.

Ik hang mijn jas aan de kapstok in de hoek en ga op de kruk naast hem zitten. Hij slaapt vredig en ik durf hem eigenlijk niet wakker maken. Zijn gezicht straalt nog steeds wat onrustigheid uit. Langzaam pak ik zijn rechterhand. Ik weet dat zijn linkerarm beschadigd is. "Wakker worden Mat, ik ben het, Fenna." Fluister ik zacht, maar verstaanbaar. Hij opent heel langzaam zijn ogen. Toen hij mij zag schrok hij eerst een beetje, maar daarna ontspande hij weer.

Zijn ogen gingen van mijn gezicht naar mijn hand. Toen pas had ik door dat ik zijn hand nog steeds vast had. "Oh sorry." Zeg ik snel. En ik laat hem weer los. Ik voel dat ik bloos, dus ik kijk een beetje naar beneden. "Geeft niet. Het is wel ontspannend." Hij glimlacht lief naar me, dus ik weerkaats dat. "Ik hoorde van Koen dat het al beter met je gaat en dat je volgens de zuster redelijk snel het ziekenhuis weer uit mag." "Klopt, dat was fijn om te horen." Nu pas zie ik dat mijn kaart nog steeds op zijn schoot ligt. Met mijn hoofd wijs ik ernaar. Ik zie dat Matthy er zich een beetje voor schaamt. "Vind je de kaart leuk?" "Heel leuk, ik wist niet dat je zo goed kon tekenen." Nu begon ik ook weer te blozen. "Fen, ik moet je nog wat vertellen."

Ja ja, wat zal Matthy te vertellen hebben?

Ik wilde trouwens nog even melden dat Fenna een verzonnen karakter is. Het enige wat we gemeen hebben is op korfbal zitten. Eigenlijk wilde ik alles laten verschillen, maar aangezien korfbal de enige sport is waar ik enigszins iets over weet, leek dat me wel het makkelijkst.

Oh, en als jullie nog vragen voor me hebben, stel ze hier:

Productie sletje | bankzitters (Matthy)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu