hoofdstuk Ⅺ

601 17 4
                                    

dinsdag ochtend

Ik en Connor hebben elkaar al meer dan drie weken niet meer gezien. Af en toe spreken we over de telefoon met elkaar over de Clara zaak, maar naar kantoor komt ie' niet meer. 

Hoeveel ik mezelf ook probeer wijs te maken dat dat niet aan mij ligt, kan ik niet ontkennen dat ik ergens bang ben dat het door onze zoen komt. Daarna heb ik hem niet meer gezien. 

Donderdag is de Maureen Clara zitting. Ik heb ondertussen wel twintig telefoon gesprekken met Rachel over de zaak gevoerd en al het werk grotendeels alleen gedaan. Aan Connor probeer ik niet te denken. Hij heeft me in de steek gelaten vlak na hij mijn leven door elkaar geschopt heeft. 

En ik ben er boos om. Ik ben boos op hem omdat hij me heeft laten zitten met de zaak, ik ben boos op hem omdat hij me zoende, ik ben boos op hem omdat hij...hij is. 

Maar ik ben vooral boos op mezelf, omdat ik voor hem gevallen ben. 

Ik werk niet meer in de vergaderzaal, ik zit gewoon weer in mijn eigen kubusje aan de zaak te werken als plotseling meneer van Son achter me staat. 

Snel sta ik op van mijn stoel en geef hem een hand. 'Wat kan ik voor u doen?'  

Meneer van Son schud mijn hand. 'Dag, Merel. Ik zie dat je hard aan het werk bent.' Hij knikt naar mijn bureau vol met dossiermappen en papieren. 

Opgelaten probeer ik het bij elkaar te vegen. 

'Ik vroeg mij eigenlijk af...' meneer van Son brengt zijn vingers naar zijn lippen, en heel even lijkt hij verschrikkelijk op zijn zoon. 'Ik vroeg me af of jij de laatste dagen nog wat van Connor gehoord hebt.' Zijn stem is gedempt, alsof hij niet wil dat iemand anders behalve ik het hoor. 

Ik kijk naar mijn bureau en schud mijn hoofd. Het laatste contact dat ik met hem gehad was vorige week maandag, via de telefoon. 'Nee. Maandag hebben we voor de laatste keer gebeld.' 

Meneer van Son schud vermoeid zijn hoofd. 'Hij is al dagen niet meer thuis geweest, hij neemt zijn telefoon niet op...' zijn stem sterft weg, waardoor het lijkt alsof hij spijt heeft van wat hij gezegd heeft. 

Ik probeer niet te vissen naar meer informatie. 'Als ik iets van hem hoor meld ik het u direct.'

Van Son knikt enigszins somber en loopt terug naar zijn kantoor. 

Ik ga weer zitten. Dat was raar. Mijn telefoon trilt in mijn zak, ik ruk hem eruit. Hoewel het toegeven wel het laatste is wat ik ga doen, hoop ik telkens dat ik een berichtje heb, dat het van Connor is. 

Maar ook deze keer is het gewoon een Instagram melding. 

Ik open de bel app en tik Connors nummer in. Ik heb ondertussen zo vaak op het punt gestaan hem te bellen dat ik zijn nummer uit mijn hoofd weet. Die keren dat we elkaar via de lijn gesproken hebben, belde Connor mij. 

Ik heb hem nog nooit gebeld. Heel even sta ik op het punt het groene icoontje in te drukken, maar dan stop ik de telefoon weer in mijn zak en buig me over dat eindeloze dossier van Maureen Clara. 

---

'Zin om koffie te gaan drinken?' Ik schrik op van de stem van Joris vlak achter me. 

Ik draai me met een hand op mijn hals om. 'Je laat me schrikken,' ik probeer te glimlachen, maar ik ben dusdanig geschrokken dat ik er niet meer dan een grimas weet uit te persen. 

Het lijkt Joris niet te deren. 'Koffie?' vraagt hij nogmaals.

Ach, wat kan het me ook schelen. Misschien is het fijn om weer eens wat leuks te gaan doen met iemand. Ik heb al eeuwen niks leuks meer gedaan met Ellis. 

Ik knik en haal mijn jas van mijn stoel. Sinds het hele incident met dat niemendalletje houd ik mijn jas liever dicht bij me. 

Ik trek hem aan en knoop hem dicht. Hoewel het nog herfst is, is het echt goed koud aan het worden. 

'Koffietentje op doe hoek?' Ook Joris heeft zijn jas aangetrokken en samen lopen we naar de liften. Eigenlijk is het niet helemaal toegestaan om tijdens het werken zomaar koffie te gaan drinken, maar iedereen doet het. Zelfs van Son, dus hebben we aangenomen dat het wel prima is. 

Toen ik hier mijn eerste dag werkte en iemand vroeg of ik mee koffie wilde gaan halen, zei ik nee. Maar dat heb ik geweten, toen ik om half tien wakker schoot was het kantoor verlaten en was ik nodig toe een een paar flinke shots cafeïne. 

Omdat ze op kantoor een of andere health en fitness methode volgen zit in geen enkele drank suiker of cafeïne meer, en je kunt wel stellen dat advocaten die twee dingen het liefst hebben. 

De tripjes naar de koffietentjes en eetkraampjes in de straat zijn de laatste weken in ieder geval flink toegenomen. 

De lift piept als teken dat we op de begane grond zijn aangekomen en de deuren gaan sissend open. 

Joris laat me voorgaan en samen lopen we naar buiten. De herfstzon schijnt vel en ik zet mijn hand boven mijn ogen om niet verblind te worden. 

Iets wat ik beter niet had kunnen doen. Want ik kijk recht in het gezicht van Connor van Son. 

Ja, het was een veel betere optie geweest om gewoon verblind te worden. 

Heel veel liefs xxx


Alles Wat We Lief Hebben ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu