hoofdstuk XX

539 16 2
                                    

vrijdag avond

Het is eindelijk gestopt met sneeuwen als Connor ruw over zijn gezicht wrijft. 

'Het is ook gewoon zo'n puinzooi,' zegt hij opgelaten. Hij staat op. 'En ik heb ook geen idee waarom ik je dit allemaal vertel. Ik heb nog nooit op die manier bij iemand gehuild,' hij stoot een genegen lachje uit. 

Ik weet niet wat ik moet zeggen. 

'Mag ik je nog wat vertellen? Sorry, hoor, maar ik wil het gewoon kwijt en op dit moment ben jij de enige aan wie ik het wil vertellen. En ik wil je niet tot last zijn, echt niet-'

'Connor,' onderbreek ik hem. 'Er is alleen jij en ik nu hier, oké?'

Hij knikt en ijsbeert door de kamer. 

'Je moet beloven dit geheim te houden.' Hij kijkt me indringend aan.

Ik knik terwijl ik mijn eigen gevoelens probeer weg te drukken. Mijn emoties vliegen alle kanten op. Connor doet iets met me wat ik het liefst zou willen ontkennen. 

'Van Son en Brandsma staat op het punt van omvallen.' Connor gooit het eruit alsof hij al de hele dag misselijk is en nu eindelijk moet overgeven. 

Ik sta ook op van de poef. 'Wat bedoel je?' 

'Pieter Brandsma heeft er de brui aan gegeven, het geld is bijna op en de cliënten stromen ook niet bepaald binnen. Het gaat al een hele tijd slecht, sinds de crisis wil niemand meer echt geld uit geven aan dure advocaten, behalve de mensen die nog geld hebben. En de mensen die nog geld hebben gaan naar de modernere advocatenbureaus. Van Son en Brandsma was groot tien jaar geleden, en dat imago houden ze graag. Maar het ontglipt ze.' 

'We gaan failliet?' 

Connor is lange tijd stil. 'Hoe vaak ik ook zeg dat die ouwe zijn verdiende loon moet krijgen, zelfs dit verdiend hij niet. Dit is zijn levenswerk, en hij ziet het voor zijn ogen instorten.' 

'En we kunnen niets doen?' Ik probeer hem aan te kijken, maar zoals altijd als hij van slag is, ontwijkt hij mijn blik. 'Connor?'

'De papieren zijn al getekend!' Barst hij uit. 'Die hufter heeft alleen nog niet het lef gehad om z'n werknemers en partners te vertellen dat ze werkloos zijn. Al die mensen, Merel, al die cliënten. Hij laat ze stikken. Van Son en Brandsma heeft meer dan tweehonderd mensen in dienst. Van secretaresses tot topadvocaten die allemaal denken dat ze gebakken zitten bij het oudste advocatenbureau van het land.' 

Ik kijk hem aan. 'Wanneer?' vraag ik alleen maar. 'Wanneer is onze laatste dag?' 

Connor kijkt me verontschuldigend aan. 'Volgende week vrijdag.' 

Ik schud mijn hoofd. 'Hoe heeft dit kunnen gebeuren? We zijn verdomme advocaten, we moeten toch een maas in de wet vinden?'

'Brandsma heeft on helemaal kapot geproduceerd. Van Son en Brandsma is failliet, het geld is op. Hoewel het eigenlijk alleen nog maar van Son advocatuur is tegenwoordig.' Hij ploft moedeloos op de poef. 

'Dit ga je niet menen?' Ik blijf wel staan. 'Jullie geven gewoon op?' 

Connor kijkt naar zijn voeten. 'We hebben alles geprobeerd, Merel. Pap weet niet dat ik dit weet, ik ben de afgelopen weken met een paar van zijn adviseurs en advocaten om de tafel gaan zitten. Toen ik ontdekte wat voor puinhoop het was bij van Son ben ik verder gaan zoeken. Toen ik vroeg waarom ze ons niet konden redden en ze me vertelden dat ze alles al geprobeerd hadden, had ik dezelfde reactie als mij. Hoe konden ze dat nou zeggen? Toen ben ik samen met ze nogmaals alles gaan doorspitten.' 

'Daarom was je weg. Waarom heb je je vader dat niet verteld?' vraag ik, maar ik heb meteen een andere vraag. 'Dus jullie hebben niets kunnen vinden?'

Connor schud een beetje verbolgen zijn hoofd. 'Ik heb pa dat niet verteld omdat hij niet wil dat ik mijn neus in zijn zaken stop, al sinds ik klein ben weet ik wat er gebeurd als ik dat doe.' 

Ik zeg niks, kijk hem alleen maar aan. 'Hij is een man van losse handjes?' Besluit ik, al formuleer ik het meer als vraag dan als constatering. 

Connor knikt langzaam. En heel even lijkt hij weer het jonge jongetje van de foto's in de boeken. Het jongetje dat alleen maar de goedkeuring en de trots van zijn vader wil. 

Hij raapt zichzelf bij elkaar. 'Maar goed, er is niks meer wat we kunnen doen. Het is voorbij. Finito. We zijn onze baan kwijt, Merel.' 

Ik kijk hem ongelovig aan. 'Dit is niet de Connor die ik ken, de Connor die ik ken wil iets en doet er alles voor. Weet je nog, onze eerste dagen. Ik had een grondige hekel aan je, en jij wilde met me uit. Je zette zelfs Joris in om me mee uit te kunnen vragen. Als jij iets wilt, Connor, dan zorg je ervoor dat het gebeurd.'

Hij kijkt me voor het eerst dit gesprek echt aan. 'Het is mijn schuld?'

Wat? 'Huh, hoe bedoel je?' Oké, hij kijkt weer weg. 'Connor, wat bedoel je.'

'Ik heb, eh...' hij kijkt ongemakkelijk. 'Ik heb geld aan mezelf doorgesluisd, van Van Son en Brandsma. Voor die pillen van ma, zodat ik die gasten kon betalen. Maar het was, eh,' weer kijkt hij ongemakkelijk naar een punt op de muur achter mij. 'Het was te veel, het ging opvallen en- ik ben de reden dan Brandsma zich terug getrokken heeft, ik ben de reden dat Van Son failliet gaat.' 

Ik loop naar hem toe en wil zijn hand vast pakken. 'Connor, hoeveel was het? Ik weet zeker dat dit recht gezet kan worden-'

'Ik heb drie miljoen van het bedrijf van mijn vader gestolen.' 

Heel veel liefs xxx

Alles Wat We Lief Hebben ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu