Hoofdstuk 5

25 7 5
                                    

Het was een taaie middag met een nog taaiere vooravond. Zelfs met mijn drietaligheid begreep ik vrij weinig van de officiële documenten waar ik mijn naam onder moest krabbelen. Ik besloot er niet teveel van te denken, wetende dat de documenten over een korte tijd toch achter zouden blijven in de ruïnes van Ceteran. 

Na oneindig veel pagina's met oneindig veel handtekeningen, mochten we oneindig lang poseren voor de schilders. Ik poseerde samen met Silas, vervolgens met zijn ouders erbij en als laatste voegden Karan, Callan en Vayenne zich bij de groep. Tegen de tijd dat we naar de eetzaal konden gaan om aan het veel te veel gangen diner te beginnen, voelde ik de pijn in mijn voeten. 

Dilara was mijn reddende engel geweest toen ze vlak voor het betreden van de eetzaal ervoor zorgde dat het korset van mijn jurk wat minder strak zat. Dat zorgde ervoor dat ik van iedere gang wat hapjes kon nemen. Of ik het nu toe wilde geven of niet, het eten was goddelijk. Het maakte dat ik mijn korset nog wat losser wilde maken, zodat ik van alles nog een portie zou kunnen eten. 

Na het diner kreeg iedereen de gelegenheid om zich even op te frissen voordat het feest begon. Dat betekende dat ik de kans kreeg om mijn voeten van mijn hakken te verlossen, al was het maar een paar minuten. Samen met Dilara volgde ik de hofdame van koningin Marleyne, die ons naar mijn nieuwe vertrekken begeleidde. De vertrekken die ik met Silas zou delen. 

Waar mijn tijdelijke vertrekken al extravagant waren geweest, beloofden deze kamers een heel nieuwe ontdekkingstocht. Een tocht waaraan Dilara en ik begonnen op het moment dat de hofdame van koningin Marleyne ons samen achterliet. 

'Dit is niet normaal,' merkte Dilara met een brede grijns op. 

Mijn blik bleef bij de kroonluchter in het midden van de ontvangstruimte hangen. Terwijl ik mijn hakken uitschopte, probeerde ik de kristallen te tellen. Dat zou mij nooit van mijn leven gaan lukken. Er was zoveel pracht en praal, dat ik hoofdschuddend naar de dichtstbijzijnde deur liep en die open duwde.

Er waren zoveel kleinere kamers binnen de vertrekken. Er was een zitruimte, een studeerkamer, een royale badkamer en twee slaapkamers. Dat laatste was een hele opluchting. 

'Het schijnt heel normaal te zijn in Ceteran,' merkte Dilara op toen ze achter mij aan een van de slaapkamers binnenliep. 'Dat de man en vrouw apart van elkaar slapen aan het begin van hun huwelijk.'

Er was geen twijfel over mogelijk dat dit mijn slaapkamer was. De bloemenvazen waren gevuld met door viooltjes gedomineerde boeketten, de open deuren van de inloopkast gaven zicht op mijn veel te grote kledingcollectie en midden op de kaptafel lag een groenfluwelen kussen met daarop de gouden kroon die ik bij mijn aankomst had gedragen. 

Dilara dirigeerde mij naar de kaptafel voordat ik mijn handen op de kist die bij het voeteneind van het bed stond kon leggen. Ik was gezegend met een hofdame die zelf zoveel kletste, dat ik een paar minuten lang niets anders hoefde te doen dan luisteren en genieten van haar vingers in mijn haren. Dilara en ik kenden elkaar inmiddels zes jaar en deelden meer goede herinneringen dan verdrietige verhalen. We hadden vaak aan één woord genoeg, al had ik haar nooit dat ene woord over mijn geheime missie kunnen geven. Misschien was het wel zo eerlijk om haar binnenkort te vertellen dat ze zich in meer gevaar had gestort dan ze misschien verwacht had. 

'Ik vind het knap dat je jurk nog steeds zo schoon is,' merkte ze op toen ik weer overeind kwam.

Ik stemde in terwijl ik naar de kist bij het bed liep. 'Al vraag ik me af voor hoe lang,' zei ik, waarna ik mijn handen over de gouden sloten liet gaan. 'Dilara, als je wil mag je je ook wel even opfrissen.'

Er verscheen een kleine glimlach op haar gezicht. 'Zegt u nou dat ik stink, uwe hoogheid?'

Met een grijns klikte ik de kist open. 'Zeker weten. Dus hup, ik red me wel.' 

Doemsdroom [Dutch Awards 2022]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu