Ik was hoop.
Het geluid van mijn voetstappen werd overstemd door de fluisteringen. De vermoeidheid en de hoeveelheid zwarte magie in mijn lichaam begonnen hun tol te eisen. Dat resulteerde in het geluid van nagels die over het glas van de hoge ramen krasten; in duizenden stemmen die mijn naam fluisterden; in schimmen die door de gang liepen; in schaduwen die voor mij langs schoten.
Ik was waanzin.
Mijn hoofd liep over. Nooit eerder was mijn geest zo overprikkeld geweest. Dit was de eerste keer dat ik voelde dat ik ieder moment kon instorten. Het was angstaanjagend en het zorgde ervoor dat ik met mijn blik op oneindig zo snel mogelijk terug beende naar mijn vertrekken. De tranen brandden achter mijn ogen en het koste mij ieder beetje wilskracht om door te blijven lopen terwijl ik de blinde paniek probeerde te negeren.
Uiteindelijk haalde ik mijn vertrekken, al was die deur niet mijn laatste obstakel. Nee, mijn laatste obstakel was de kleine groep van drie jonge vrouwen die de ontvangstruimte in kwamen lopen. Drie hofdames die allemaal in hun pas bevroren. Aan hun voeten kronkelden de schaduwen die alleen ik kon zien. Achter hen torenden tientallen schimmen boven hen uit.
Ik wilde schreeuwen, maar alles wat er uit mijn keel ontsnapte was een beheerste fluistering.
'Jullie zijn geëxcuseerd voor de rest van de avond,' zei ik zachtjes.
Enore en Rhosyn maakten een diepe buiging en vertrokken zonder een woord te spreken. Dilara bleef als aan de grond genageld staan. Natuurlijk deed ze dat. Ik had niets anders van haar verwacht. Waarom kon ze niet gewoon luisteren? Waarom kon ze niet gewoon gaan?
'Nefeli?' vroeg ze zachtjes, terwijl ze een vertwijfelde stap naar voren zette.
Die naam, mijn naam, werd door zoveel stemmen herhaald, dat ik niet meer wist waar de ene stem begon en waar de andere eindigde.
Ik schudde kort mijn hoofd. 'Ga, Dilara.'
Haar hand hing tussen ons in. Tientallen schimmen wilden die hand hebben. Honderden fluisteringen schreeuwden minstens zoveel bevelen in mijn oren. Ik hoorde ze niet. Dilara hoorde ik wel.
'Is het zoals... toen?' vroeg ze, haar stem iets harder dit keer.
Ze wist niet van mijn missie, maar ze had mij wel gezien toen ik terug was gekomen uit de zwarte nevel. Toen ik net een paar uur eerder mijn laatste adem had uitgeblazen, om vervolgens weer tot leven te komen. Ze was vrijwel direct weggestuurd door mijn moeder, maar dat nam niet weg dat ze het beeld van een gebroken, duistere prinses had gezien. In de dagen die hadden gevolgd had ze er meermaals naar gevraagd, totdat we na een knallende ruzie hadden afgesproken dat we het er nooit meer over zouden hebben. Niet als haar leven haar iets waard was.
In dat moment had ze mij als de slechterik gezien. Iets wat ervoor had gezorgd dat we maanden nodig hadden gehad om weer naar elkaar terug te groeien. Ooit zou ik haar vertellen dat ik haar had willen beschermen voor mijn ouders. Want als ze ook maar iets wist, zou mijn moeder daarachter komen. Ze zou Dilara doden.
Misschien waren we nu uit de greep van mijn moeder, maar we waren niet uit de greep van haar spionnen.
'Ga weg, Dilara,' drong ik aan. Het kippenvel rees op mijn armen op toen de fantoomaanrakingen van de schimmen over ieder stukje huid dat ze konden vinden gingen.
Op het moment dat Dilara's hand mijn arm raakte, stond er niets anders dan standvastigheid in haar ogen. 'Alsjeblieft, Fee, vertrouw me. Ik wil je helpen. Laat me...'
Het knetteren van de elektriciteit op de plek waar haar hand rustte was zo sterk, dat mijn blik vertroebelde. Ik zette zo snel een stap naar achteren, dat ik de vaas met viooltjes van de tafel stootte. Dilara kromp ineen, maar ik hoorde het breken van het porselein niet.
![](https://img.wattpad.com/cover/322911783-288-k355971.jpg)
JE LEEST
Doemsdroom [Dutch Awards 2022]
Fantasia"Je hebt geen wapen nodig wanneer je als wapen wordt geboren." In een meesterplan om haar koninkrijk voor eens en altijd veilig te stellen, laat de Loreliaanse prinses Nefeli zich uithuwelijken aan prins Silas van het naburige koninkrijk Ceteran. Wa...