Toen ik de volgende ochtend wakker werd, zag ik Dries naast mijn bed op de grond liggen. Hij was nog steeds diep in slaap en lag een beetje in een rare houding. Maar het grappigste van allemaal waren de etensresten die overal op en rond hem lagen en zijn grappige snurk geluidje. Het was een kruising tussen het knorren van een biggetje en een kwakende eend. Maar het is al even schattig als het grappig is. Ik draaide mijn lichaam om zodat ik horizontaal op mijn buik lag op mijn bed. Ik gooide mijn beenen in de lucht en plaatste mijn hoofd op mijn handen. Ik bleef hem zo een tijdje aankijken terwijl ik nadacht over een goede manier om hem wakker te maken. Met wat hij gisteren had gedaan, zal hij er niet ongestraft vanaf komen en wat is er nu beter dan zijn geliefde slaap te verstoren? Hij zal er wel kunnen om lachen... na een tijdje. Er schoot me een geweldig idee te binnen en voorzichtig stond ik op uit bed ervoor zorgend dat hij zeker niet wakker werd. Ik opende mijn kamerdeur en vervloekte ze toen ze krakend openging. Ik huppelde de trap af en liep meteen naar mijn einddoel: de koelkast. Ik trok ze opgewonden open en zocht tussen alle heerlijke dingen opzoek naar dat ene ding dat Dries het meeste haat. Namelijk een verse vis. Ik vond een forel die we donderdag hadden gekocht en hij was perfect. Ik haalde hem uit zijn verpakking en liep terug naar mijn kamer. Ik deed voorzichtiger dan voorzichtig de deur open. Zo stil als een muis ging ik naast Dries staan. Even dacht ik dat dit misschien niet zo'n goed idee kan zijn, maar al snel besloot ik dat het me niet kan schelen. Ik hief de vis op een zijn staart en haalde even diep adem. Een grote glimlach brak uit op mijn gezicht. Dit word lachen. Ik sloeg een paar keer op hem met de vis en daarna wreef ik hem eens goed in zijn gezicht en liet de vis hem een snel kusje geven. Bij de slagen reageerde hij maar kort. Hij was er wel wakker van geworden maar had besloten om het te negeren. Toen ik de vis in zijn gezicht wreef aan de andere kant heeft ervoor gezorgd dat ik nu moet rennen voor mijn leven. Het kon me niet schelen of mijn ouders nog sliepen of niet, ik schreeuwde het uit terwijl Dries me achtervolgde door het huis. Hij had me al lang kunnen inhalen, maar om de één of andere reden deed hij dat niet. Het maakte me nerveus. Toen ik een kleine voorsprong had, pakte ik snel de sleutels voor de voordeur van het haakje in de keuken en vertopte me onder de keukentafel. Enkele seconden later hoorde ik Dries in de keuken stormen. Even bleef het stil en ik kon me zo inbeelden dat hij in de deur opening de keuken aan het rondkijken was op zoek naar een spoor van mij. Ik hoorde hem aarzelend voorbij stappen en uitendelijk door de andere deur verdwijnen. Ik kroop snel van onder de tafel en sloop naar dezelfde richting die hij uitgegaan is. Ik nam dus de tweede deur aan de linker kant. Die op dezelfde gang uitkwam als de andere deur. Maar de ene leid je naar de trap en de woonkamer en deze leidt je rechtstreeks naar de voordeur. Ik kijk de gang in en zag hem nergens. Hij is waarschijnlijk in de woonkamer gaan zoeken. Ik liep snel naar de voordeur en stak de sleutels erin. Blijkbaar maakte ik hiermee te veel lawaai, want meteen hoorde ik voetstappen uit de woo kamer naar hier komen. Toen ik achter me keek, stond Dries al in de deuropening van de woonkamer. Snel draaide ik de sleutel om en trok de deur met een ruk open. Dries had me nu bijna ingehaald en ik zag dat hij de vis in zijn handen had. Ik zal hem hebben laten vallen toen ik me moest haasten voor mijn leven. Ik liep snel naar buiten, maar bleef stok stijf staan op onze oprit en op hetzelfde moment schreeuwde Dries: 'Hoe durf je MIJ wakker te slaan met een stinkende vis?!'
Ik keek achterom naar hem met een paniekerige blik. Hij liet de vis die hij in de lucht hield zakken en kwam vanuit de deuropening. Hij kwam naast me staan en keek samen met mij naar mijn nieuwe buren die ons verward aankeken. Ik kon door de grond zakken van schaamte. Ik stond op mijn oprit in mijn pjama met een jongen naast me die vol hangt met etens resten, in zijn bloot bovenlijf loopt en een dode vis in zijn handen heeft. Nog maar te zwijgen over het feit dat ik schreeuwend naar buiten kwam, ze hoorde wat hij tegen me zei en ik er nu geen woord uitkreeg en enkel kon staren.
Dries gaf me een tik en ik raapte mezelf terug bij elkaar.
'H-hey! Welkom in onze wijk! Leuk jullie eindelijk te zien. Ik, uh, wij hebben hier zolang naar uit gekeken,' zei ik. Ik kon mezelf meteen een klets voor mijn kop geven over hoe dom ik wel niet klonk. De vrouw en de man keken me aan. De vrouw glimlachte naar me en de man keek naar de vrouw in plaats van naar mij. Het waren niet zo jonge maar ook niet zo oude mensen. Ik zou ze de leeftijd van mijn ouders schatten.
'Hey, liefie. Ook leuk om jou te ontmoeten. Alleen een beetje op een rare manier, maar we zijn blij hier te kunnen wonen,' zei de vrouw. Ze had echt een lieve stem,ze zag er ook zo uit. Ze had lang bruin haar, een kleine, maar schattige neus en volle lippen. Mijn ogen verplaatsten zich naar de doos in haar handen.
"Hebben jullie hulp nodig?" vroeg ik.
De vrouw glimlachte maar schudde haar hoofd." Nee, liefie. Dat is heel aardig van je, maar met z'n drieën kunnen we het wel aan. Ik denk dat jij momenteel betere dingen te doen hebt.'
Dries en ik keken elkaar meteen aan als ze zei dat ze met drie waren.
Net toen ik "afscheid" wou nemen, ging de voordeur van het huis open en kwam er een jongen naar buiten. Nuja, ik denk toch dat het een jongen is,want het gezicht ging verloren achter de kap van een hoody. Hij draaide zich naar ons om toen hij zag dat zijn ouders onze kant opkeken en zette zijn kap af. Ik ben nu honderd procent zeker dat het een jongen is... en nog geen lelijke ook.
'O en uh ik ben Camille en dit is Dries, voor ik het vergeet. Nogamaals blij dat jullie hier in trekken', zei ik nerveus.
Ik kon er niets aan doen maar tijdens het praten dwaalden mijn ogen steeds af naar de jongen met het zwarte, warrige piek haar. Vanaf hier gezien leek het alsof hij gras groene ogen heeft en leek hij wel twee meter groot, maar dat komt waarschijnlijk omdat hij naast zijn moeder staat en die heel klein zal zijn.
' Oh aangenaam Camille en Dries. Ik ben Veronique, maar zeg maar Roni. Mijn man heet Stef en dit hier,' zei ze wijzend naar de knappe jongen', is mijn zoon, Matthieu.'
Hij knikte naar ons en nam de doos over van zijn moeder. 'Zeer aangenaam kennis maken',zei hij. Hij leek het eerder tegen mij te zeggen dan tegen Dries en keek mij van top tot teen waarna hij een goedkeurende blik gaf.
'Mooie outfit trouwens.'
Ik zuchte en glimlachte daarna. Ik mompelde een bedankje, maar ben bijna negenennegentig procent zeker dat hij me niet had gehoord. Hij wierp daarna nog een blik op Dries waarna hij snuifde en naar binnen liep met de doos. Mijn ogen volgden hem tot hij niet meer te zien was. Daarna richtte ik me tot Roni en haar man.
'Wel het was zeer fijn jullie te zien. Hopelijk tot binnenkort.'
Roni glimlachte naar me en ik huppelde terug naar binnen met Dries in mijn kielsog.
JE LEEST
The one next door & me
Teen FictionWanneer Camille op een dag opstaat en ziet dat het huis naast het hare na meer dan een jaar eindelijk verkocht is, kan haar enthousiasme niet meer op. Ze hoopt op een plaatsvervangster van haar oude jeugdvriendin, Ellie, die vroeger in het huis naas...