4) Flädlessuppe

19 2 0
                                    

De waard en zijn dienster kwamen terug richting de tafel met dampende schalen eten.

Heinz kreeg een kaasplank en bruin boerenbrood geserveerd op een doorsnede van een boomstam. Het centimeter dikke, Zwarte Woud hout paste volledig binnen het interieur.

Carl kreeg een kom in Westerwald steengoed voor geschoven waarin aardappeltjes lagen en waar de ragout overheen gelepeld was.

Elouise kreeg de klare runderbouillon met deeg slierten die vakkundig allen even breed waren gesneden, eveneens in een Westerwald kom. Op een bordje kreeg ze een snee brood aangeboden en er werd voor haar en Heinz een kommetje boter geplaatst. De dienster verliet de tafel terwijl de waard zijn eten presenteerde.

"Ik presenteer voor u, ons huisgemaakte stoofpotje van konijn, zelf geschoten, met Pommes. Voor u mevrouw de huisgemaakte Flädlessuppe en voor u mijnheer kaasplank met vier kazen, Alpenkaas, een zachte brie en twee kazen van boeren uit de buurt. Het brood is in het dorp gebakken. Eet u smakelijk."

Halverwege kwam de dienster langs de waard leunen om iedereen te voorzien van het accurate tafelgerei. Voor de dame en heer had ze extra servetten mee om hun dure kleding te beschermen.

Elouise genoot van haar lichte maaltijd. Carl en Heinz aten elk met smaak. Het was fijn om de drie dagen decadentie in te ruilen voor normaal eten. Niets bijzonder, maar kwaliteit en met liefde gemaakt. Elouise lepelde trager dan anders haar soep.

"Nog steeds zo ziek?" vroeg Carl. "Ik probeer traag te eten en steeds kleine hapjes. Ik hoop dat m'n maag niet opspeelt op die manier."
"Zeer verstandig. We hebben tijd. Doe maar rustig."
Elouise lachte flauwtjes. Carl keek haar meelijdend aan. Ze zag bleek en haar ogen stonden niet zo helder als anders.

Hij wierp een blik naar buiten. De hemel was homogeen winter-grijs. Er ging tussen nu en vanavond vast sneeuw uit de lucht vallen.

Carl keek de andere kant op, de zaal in en riep de waard tot aan de tafel. Hij had niet gemerkt dat er ondertussen wat meer volk aan de eettafels zat, terwijl de toog leeggelopen was.

"Mijn heer" begon de waard.
"Beste man" begon Carl, "is er een mogelijkheid dat we de nacht bij u kunnen doorbrengen? Heeft u kamers vrij?"

"Ach het spijt me mijn heer. Ik merk dat u van het feest van de Generaalse komt. Verscheidene van haar gasten hebben mijn kamers gehuurd. Ik kan u niet huisvesten."

"God waren we zo traag?" vroeg Carl stilletjes aan zichzelf. Hij wendde zich opnieuw tot de waard, "heeft u echt niet een kamer vrij? Mijn vrouw is ziek en ik wil geen risico nemen."

"Ik kan niet meer doen voor u dan de dokter ontbieden. Ik kan u zelfs geen plek op de hooizolder aanbieden. Verschillende van de edele gasten die u ook op het feest van de Generaalse gezien heeft hebben een heel gevolg mee genomen. Mijn personeel kan zelfs niet blijven slapen, ook al moeten ze een lange dienst draaien vannacht."

Heinz was nu degene die naar buiten keek. "Aan u de keuze mijnheer. Als u bereid bent van door te rijden laat ik de paarden halen. Anders pak ik de koets uit en slapen we hier op de vloer."

De waard keek met gewrongen wenkbrauw en een kloppend adertje onder zijn oog weg van Heinz. Carl had het net gezien en verloste de man van het idee. "Dan rijden we beter door. We kunnen misschien om rijden en in een andere afspanning verblijven. Dat halen we misschien nog wel voor het donker."

"Als u ten zuiden van het bos gaat kan u eventueel nog aankloppen bij het kasteel Martinova. Er zal weinig volk aanwezig zijn wegens de winter, maar een bed zullen ze u wel kunnen aanbieden."

Carl keek naar Heinz. Die had een vragende blik. Heinz zelf vroeg, "kasteel Martinova?"

De waard knikte. "Het is geen Duits kasteel. Het is in bezit van Russische adel. Ze verblijven bijna nooit in het kasteel, maar ze houden er wel personeel want de tuin blijft onderhouden. Misschien kent u het onder de oude naam, kasteel Freikirche?"

Het zei Elouise en Carl niets, maar Heinz wel. Hij lichtte toe voor zijn heer en dame, "een kasteel dat in handen was van de Kerk. Ze hebben het braak laten liggen en dan van de hand gedaan. Helemaal gerenoveerd. Maar ik wist niet dat het in handen is van Russen."

Carl keek wederom naar buiten.
"We zullen zo snel mogelijk gaan. Hopelijk blijft het bij een grijs wolkendek."

Hoe de schilderijen fluisteren Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu