8. Liam

3 0 0
                                    

Drie weken later

Een berichtje: vanavond 19u, in de bieb, jij Engels, ik wiskunde, tot straks. Zonder dat ik het wil moet ik glimlachen. Niet eens vragen of ik tijd heb, gewoon zeggen dat ze daar zal zijn en me verwacht. Ze doet me altijd lachen. Roos. Ze is echt een goede vriendin geworden. Maar toch voel ik nog steeds wat voor haar. Maar ze ziet mij alleen als een schoolvriend, iemand die haar bijles wiskunde geeft. Ze heeft geen idee hoe blij ik ben dat ze niet veel meer weet van toen in het ziekenhuis. Ondertussen gaat het al wat beter met haar. Ze glimlacht toch al, heel soms. Maar toch. Ik kijk op de klok: 18u46. Tijd om te vertrekken. Wat moet ik allemaal mee hebben? Wiskunde en Engels. Klaar om te vertrekken. Ze is er nog niet als ik toekom. Typisch, mij altijd opjagen maar zelf nooit op tijd zijn. Ik begin al wat met Engels. Als ik een kwartier later bijna een volledig blad heb ingevuld, klinkt er achter mij ineens een stem: 'Goh, luister je wel als ik uitleg geef? Dat blad staat vol met fouten.'

Ik moet niet eens omkijken om te weten wie het is. 'Ook een fijne dag. Heb jij de blaadjes van wiskunde afgewerkt die ik je heb meegegeven?' Ze kijkt betrapt: 'Ik had zoveel ander werk!'

'Roos, we zitten in dezelfde klas, deze week hadden we helemaal niet zoveel werk.'

'Oké, je hebt me door. Maar ik snapte het makkelijkste vraagstuk al niet. Ik had niet eens zin om daarna nog naar de rest te kijken.' Ze legt uit wat ze niet snapt en een uur later heb ik het volledige blaadje uitgelegd. 'Nu snap ik het!', ze zegt het met blijheid in haar stem. Dit zegt ze altijd.

'Oké, als je het zo goed snapt, dan zal ik een toets voor je opstellen gebaseerd op dit blad. Volgende week maak je hem.' De glimlach van haar gezicht is verdwenen. Ze ziet er schattig uit als ze boos is. Roos gaat wat drinken gaan halen. Pas als ze uit het zicht is, durf ik te grijnzen. Ze is toch zo bijzonder. Jammer dat het niet omgekeerd is.

Vanachter een boekenrek kijken er twee ogen mee met Liam en Roos. Als Roos langsloopt, trekt de schim zich een beetje terug. Niemand die de persoon ziet staan. 'Wacht maar af, Roosje. Ik maak je leven kapot.'

Als Roos terug is, geeft ze me uitleg over Engels. Echt wel handig, mijn slechtste vak ik haar beste vak en omgekeerd. Sam is jaloers dat ik zoveel tijd met haar doorbreng. Altijd gebruik ik het excuus bijles. Maar eigenlijk vind ik het gewoon fijn om naast haar te zitten. Niet dat ik dat hem ga vertellen. Maar eerlijk gezegd denk ik dat hij wel al iets doorheeft. Als we allebei genoeg hebben van schoolwerk dan praten we nog even over leerkrachten klasgenoten en wat we dit weekend gedaan hebben. Pas als Roos om 22u geeuwt, hebben we door dat het al veel te laat is. Eigenlijk had ik ook nog ander schoolwerk, zal voor een volgende keer zijn. We fietsen allebei naar huis.

Wat we niet doorhebben is dat de persoon die ons stond te begluren van achter de boekenkast ons naar buiten is gevolgd en zegt: 'Roosje toch, stapel- verliefd op die jongen. Wacht maar, hij wordt van mij...'

Everyone needs a saverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu