~ Hoofdstuk 2 ~

25 6 1
                                    

Saar

De volgende dag word ik wakker met knallende koppijn. Niet alweer hé. Tegenwoordig heb ik zovaak hoofdpijn ik kan er maar beter een keer mee naar de dokter gaan. Maar ik denk dat het de stress voor mijn examens binnenkort is. Vandaag is het zondag en dan hoor je niet aan school te moeten denken, spreek ik mezelf toe. 'Saar! Kom eens even beneden!' roept mijn moeder van onderaan de trap. Zuchtend stap ik uit bed kijk een seconde in de spiegel en loop dan de trap af naar beneden. Ik heb mezelf nu officieel omgedoopt tot zombie, met mijn uitgelopen mascara en mijn verwilderde haar. Volgens mij ben ik zo uit een horrorfilm gestapt, kan niet anders. 'Wat is er?' zucht ik. 'We willen graag even met je praten,' begint mijn moeder dan. Ach, dat zal weer eens niet veel goeds betekenen. 'Oké,' mompel ik. 'We kregen gisteravond bericht van mijn vader dat het niet goed gaat met oma en dat ze op sterven ligt...' ze pauzeert haar zin even. 'En nu zijn wij van plan om dus vanavond al te vertrekken naar oma. Alleen wij begrijpen het als jij niet meewilt in verband met je examens. Dat respecteren wij.' Weer volgt er een stille pauze. 'Maar dat betekent dus dat jullie vanavond nog naar Engeland gaan?' Ik kijk mijn ouders met grote ogen aan. Ze knikken. Mijn oma en opa heb ik nooit goed gekend, dus niet raar opkijken dat ik hier niet gelijk sta te huilen. Door de verre afstand heb ik nooit veel contact met ze gehad. 'Ik blijf dan denk ik liever thuis..' zeg ik zachtjes. Ik ben zo bang dat ze het erg vinden of het misschien verkeerd opvatten. 'Dat hadden wij ook al in gedachten,' zeggen hun dan tot mijn verbazing. 'Hoelang blijven jullie weg?' 'Dat weten we niet lieverd. Dat ligt eraan hoelang we de tijd nog hebben met je oma.' Dat ''je oma'' mag mijn moeder wel weglaten. Het is voor mijn gevoel niet mijn oma. Ik heb haar nooit gekend, wel tot mijn spijt. 'We laten je dat nog weten. Maar wil je alleen thuis blijven? Of ga je bij vriendinnen slapen? Of?' vraagt mijn vader zich af. 'Ik kan vragen of ik bij Soof terecht kan, ik bedoel; zij zit nu ook in haar examenjaar en zij moet ook leren dus het zal daar niet onder lijden.' 'Dat vind ik een goed plan,' stemt mijn moeder in mee. Ik zal het Soof gelijk laten weten. Mijn mobiel is al in een beweging uit mijn kontzak gevist en mijn vingers bewegingen zich over het scherm. Soms vraag ik me echt af hoe ze dat zo snel kunnen. Mijn vingers zullen wel gespierd zijn, ze typen de hele dag door. Het app'je krijgt al gelijk 2 vinkjes, en algauw worden de twee vinkjes blauw, dat betekent dat ze het heeft gelezen. Ongeduldig wacht ik haar antwoord af. Maar natuurlijk begrijp ik ook ergens wel dat ze het ook nog met haar ouders moet bespreken, en dat is ze waarschijnlijk nu aan het doen. Opeens begint ze te typen. - Soof: Hey! Lijkt me superleuk! Maar hoe doen we dat met de examens? Dan gaan we dus gewoon samen leren? - Stuurt ze terug. Yes! Het mag. 'Mam! Het mag!' roep ik. Snel stuur ik een berichtje naar Soof waarin hoe en wat. 'Dat is fijn! Dan is dat ook weer geregeld,' zegt mijn moeder opgelucht. 'Zal je dan misschien gelijk je spullen in kunnen pakken, voor een week. Want we zijn sowieso wel een week weg. Maar of het langer is kunnen we je nog niet garanderen.' Zeggen mijn ouders nog. Het lijkt net een mini-vakantie. Ondanks we natuurlijk wel moeten leren voor de examens. O ja, examens.. Dat betekent een hoop dikke boeken meenemen. Het wordt dus eigenlijk een leervakantie. Ik vlieg de trap op naar boven. Vraag niet waarom maar ik vind het altijd leuk om toch maar weer altijd een treden over te slaan. Dit doe ik al vanaf kleins af aan en tja, ik weet niet, ik ben gewoon gek. 'Zorg dat je om zes uur klaarstaat!' hoor ik mijn vader nog mompelen van beneden. 'Is goed!' roep ik terug. Ik pak mijn grote voetbaltas. Ja mensen, ik zit op voetbal. Nah, eigenlijk zat. Ik ben voor voorlopig gestopt wegens de examens. Hier past denk ik alles wel in, behalve mijn boeken dan. Maar die zal ik sowieso in een aparte tas mee moeten nemen, anders raak ik alles kwijt. Ook moet ik overal goed mijn naam op gaan zetten want het zijn natuurlijk dezelfde boeken als die van Soof. Nadat ik alles heb ingepakt is het pas drie uur. Daarom besluit ik om nog maar even te gaan voetballen in het parkje verderop. Er zijn altijd wel mensen waar ik mee mag doen. Met de bal dribbelend aan mijn voet loop ik op het parkje af. Er is een klein groepje bekenden bezig. Gelijk begin ik met tellen en zie dat het een oneven aantal is. Mooi. Dan kan ik dus gewoon mee doen. 'Ey, kan ik meedoen?' vraag ik aan de jongens die denk ik net wat ouder als mij zijn. 'Sorry wij doen niet aan meidenvoetbal,' zegt een chagrijnige jongen. 'Natuurlijk mag je meedoen!' roept een andere. Enthousiast klim ik over de rand van het voetbalkooitje. 'Laten we teams maken,' zegt een andere. Ik word natuurlijk als laatst gekozen, maar ik zal ze straks eens even wat laten zien. Ik word voor gezet, rechtsvoor. Niet mijn plek, maar ach, ik moet het er maar van nemen. Mijn team neemt uit en na een tijdje komt de bal in mijn voeten. Ik zie dat er een teamgenoot vlak voor het goal staat en paas een nette schop precies in zijn voeten. Ik krijg ik een glimlach op mijn gezicht, wat heb ik voetbal gemist. De jongen schopt en hij scoort. Tevreden kijkt de jongen mijn kant op en steekt zijn duim omhoog. Verlegen ga ik weer naar me plek. De andere nemen uit. De chagrijnige jongen probeert mij voorbij te spelen. Ik steek op het goeie moment mijn voet uit naar de bal en sprint dan met de bal aan mijn voet naar het goal van de tegenpartij. Zodra er iemand vrijstaat schiet ik de bal. Hij mist.

Na een tijdje staat het 3-4. Wij staan voor. Ik vind het echt leuk! Ze zijn echt goed. Het is niet van dat voetbal dat meestal bij meiden is. En nee, ik beledig meidenvoetbal niet ik zit er zelf op. Maar het is altijd weer anders. Aangezien jongens hun hele leven al voetballen en meiden pas rond hun 12e beginnen. En daar is niks mis mee, maar jongens hebben dus al een betere basis. Maar zoals ik al zei daar is dus helemaal niks mis mee. Even heb ik zo terugdenkend momentje aan mijn team. Zouden hun wel gewoon verder trainen? Tenminste volgens mij waren Soof en ik de enige die examenjaar hadden. De meeste in ons team zijn vijftien, en zitten op havo, dus de meeste hoeven ook geen examen te doen. Soof is zestien en ik ben vijftien. Nu zul je je vast verbazen over mijn leeftijd, maar ik heb op de basisschool ooit een klas overgeslagen. Maar ik ben uiteindelijk op Mavo beland. Veel uitleg kan ik hier niet over geven. Er is teveel gebeurt, dingen die je niet wilt weten. Gruwelijke dingen. Maar op het moment ben ik mijn leven weer aardig op het goeie spoor aan het zetten. Ik pink een traantje weg uit mijn ooghoek. 'Ey, dagdromer!' roept een jongen vrolijk mijn kant op. Ik merk op de laatste seconde dat de bal al aardig dichtbij is. Ik schat nog zo twintig seconden door dribbelen en dan schieten op goal. Ineens voel ik een voet om mijn voet haken. Met een klap val ik op de grond. Even blijf ik liggen, maar dan moet ik lachen. 'Sorry,' zegt een jongen en steekt een hand naar mij uit zodat ik op kan staan. 'Ik was er even niet bij,' zeg ik lachend. Ook de andere jongens zijn er ondertussen bij komen staan. 'Tijd voor een kleine pauze.' Terwijl de jongens pauze houden begin ik even aan wat hooghouden. Hier ben ik altijd al goed in geweest. 5... 10...15...20...25...30... en toen werd mijn bal weggekaapt door een van de jongens en begint verder hoog te houden. Na een tijdje schiet hij hem weer terug. Ik vang hem precies op mijn voet en draai er een rondje overheen met mijn been. 'Waar voetbal je?' vraagt hij dan. Ik leg de bal ondertussen neer op mijn voet en blijf zo staan. 'Nergens,' zeg ik om verdere tekst en uitleg te voorkomen. 'Je bent goed,' zegt hij echt menend. Ik bedank hem en glimlach naar hem. De jongens zijn allemaal niet lelijk. Zo te zien ook wel gespierd. De andere jongens zijn schijnbaar ook klaar met pauzeren en komen er ook bij. 'Verdergaan?' vraagt er een. Iedereen knikt en gaat weer in zijn positie staan.

Na op mijn mobiel te hebben gekeken zie ik dat het al half zes is. 'Shit!' mompel ik hardop. 'Ik moet gaan!' roep ik naar de anderen. De anderen lijken teleurgesteld. 'Leuk dat je meedeed,' roept er een. En de rest roepen ook nog wat maar dat is al onverstaanbaar want ondertussen ren ik met een enorm tempo richting huis. Hijgend kom ik aan bij huis. 'Sorry dat ik laat ben,' zeg ik spijtig. 'Waar heb je uitgehangen?' vraagt mijn vader. Natuurlijk wist hij het antwoord al als hij mijn voetbalbroekje ziet. 'Parkje.' Hij lacht even en zegt dan dat ik mijn spullen moet pakken. Ik ren de trap op en treden overslaand bereik ik de overloop. Zuchtend plof ik neer op mijn bed. Nog een keer controleer ik of de spullen die echt belangrijk zijn allemaal ingepakt zijn. Ik knik tevreden en neem nog een klein toilettasje met wat make-up en tandenpoetsspullen mee. Veel make-up hoef ik niet mee te nemen want Soof heeft een flinke voorraad van alles en nog wat. Niet lang daarna zitten we met zijn allen in de auto.

HijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu