~ Hoofdstuk 7 ~

24 3 3
                                    

Saar

Het is nog geen zeven uur in de ochtend of ik word al wakker. Dit keer zonder wekker. Want vandaag hoef ik nergens ergens vroeg heen. Ik kijk naast me en zie dat Rutger nog heerlijk aan het slapen is. Wat ziet hij er toch sexy uit als hij slaapt, ik grinnik. Zo subtiel mogelijk probeer ik zachtjes uit mijn bed te stappen maar ik ben ik niet als ik de sleutels van het nachtkastje laat vallen. Snel doe ik een hand voor me mond om me lachen in te houden. Rutger trekt echt een hele gekke bek. Waarschijnlijk heb ik hem wakker gemaakt. 'Hey prinses,' zegt er een schorre stem. Hij rekt zich uit, nu kun je zijn spieren duidelijk zien. 'Hoi!' zeg ik vrolijk terug. Ik doe de gordijnen open en een paar felle zonnestralen komen recht in mijn gezicht. 'Lekker geslapen?' mompel ik. 'Jazeker! Echt heerlijk. Ik ga maar vaker bij jou slapen,' grinnikt hij. 'Haha, je doet maar.' Hij vraagt me wat ik deze dag nog allemaal ga doen. 'Mwa, een beetje vervelen en vanavond een feest. Jij?' 'Ik ga me ook vervelen' Zijn felle hemelsblauwe ogen kijken mij ondertussen aan. 'Zin om mee te gaan voetballen met een paar vrienden van mij?' vraagt hij dan verrast. Ja! Natuurlijk heb ik dat. 'Ja leuk!' We kijken elkaar aan en moeten dan lachen. Na nog wat bijgekletst te hebben kleden we ons allebei in voetbalkleding en lopen we naar beneden voor een ontbijt. 'Zozo, gaan dame en heer sportief doen?' vraagt Soof haar vader opgewekt vanachter zijn ochtendkrant. Al vanaf jongs af aan vinden ze ons bij elkaar passen. Maar nee... hij is al bijna negentien. Maar je kan toch ook gewoon goeie vrienden zijn met de broer van je beste vriendin? Misschien een beetje aparte combinatie, maar het zou moeten kunnen. 'Jazeker,' zegt Rutger dan trots. 'Zal ik een ontbijtje voor jullie klaarmaken?' vraagt de moeder vriendelijk. Ik knik tevreden. 'Rut, ik bedenk me net dat ik helemaal geen fiets heb, en die van Soof die heeft zij nu in gebruik. 'Je mag die van mij wel len...' de moeder kon haar niet zin afmaken of Rutger onderbrak haar: 'Dan ga je toch voorop bij mij?' Ik moet even lachen en zeg dan dat dat ook prima is. Dit gezin is altijd zo behulpzaam en aardig en ik ben echt super blij dat ik hier een tijdje mag slapen totdat mijn ouders terugkomen van oma. Soof haar moeder schuift een heerlijk ontbijt voor ons en wij beginnen gelijk te eten. Twee pistolletjes met filé american. Hmmm heerlijk.

Nadat alles op was hebben we nog snel even afgeruimd en nu zit ik met een bal op mijn schoot voorop bij Rutger. Hij rijdt bijna expres tegen een lantaarnpaal aan. 'Rut!' gil ik lachend. Hij kietelt me zachtjes in mijn zij. 'Ah! Dat kietelt,' gil ik. Mensen kijken ons raar aan op straat, ze zullen wel denken dat we een stelletje zijn. Maar boeit ons dat wat? Nee! We komen aan bij een voetbalveld(je). Het is ongeveer de helft van een voetbalveld en de bodem is van kunstgras. Ik loop er alvast heen terwijl Rutger zijn fiets parkeert. Ineens voel ik twee gespierde armen mijn zij pakken en word ik opgetild, een klein gilletje ontsnapte uit mijn mond. 'ZOZO!' hoorde we stemmen achter ons. Schijnbaar zijn zijn vrienden ondertussen komen opdagen. Er klinkt gefluit. Wij lachen en hij laat me weer op de grond. Ik kijk naar de donkere wolken. Hopelijk gaat het niet al gauw losbarsten. Ik zie dat de jongens met zijn vieren zijn en ik kruip een beetje verlegen achter Rutger. 'Wies die chick?' vraagt iemand nieuwsgierig. 'Dat is mijn vriendin,' zegt Rutger lachend en knijpt eventjes in mijn hand. Meneer de grapjas. 'Zozo, fixer hoor,' roept een andere. Een jongen komt naar voren lopen en kijkt mij onderzoekend aan. 'Ik ben Kasper, dat is Daan.' Hij wijst naar de meest linkse jongen die slungelig zijn fiets op slot aan het doen is. 'Dat daar is Thijmen.' Nu wijst hij de middelste jongen aan. 'En dan die rechter is Mees.' Ik kijk ze stuk voor stuk aan. 'Ik ben Saar,' zeg ik dan lachend. Er worden teams gemaakt en ik zit bij Mees en Kasper. Rutger zit bij de rest. Ik moet Rutger verdedigen. Hij kijkt mij grijnzend aan. We beginnen en de tegenpartij neemt uit. Een jongen schiet de bal naar Rutger en ik probeer mij kans te zoeken door er tussen te springen en de bal weg te kapen. Ik ren zo hard mogelijk naar het goal maar word ondertussen weer ingehaald door Rutger. Actie mislukt. Rutger schiet de bal naar voren en Thijmen scoort. Ik en Kasper nemen uit en Mees rent richting het goal, zodra hij ziet dat ik vrij staat schopt hij een mooie bal naar mij. Ik kop hem het goal in. Trots staar ik de bal na, recht in de hoek. Rutger geeft mij een high-five ondanks hij niet bij mij hoort. Voetbal is wel echt mijn sport! Voetbal is hetgene waarvoor ik alles zou opgeven. En geloof me, dat zal ik ooit ook doen. Ik word blij aangekeken door Mees en Kasper. Ze steken hun duim op. Ik glimlach verlegen terug en dan beginnen we weer.

Rutger

Ik ben trots op Saar. Ze is echt een toffe meid. Ik ken haar al wat langer en ze word steeds leuker. Ze wordt ook steeds minder verlegen. Want vroeger toen durfde ze amper wat. Maar nu wordt ze echt leuk. De jongen knikken af en toe tevreden mijn kant op. En Saar lacht af en toe mijn kant op met haar sexy glimlach. Ineens springt ze op mijn rug. Uit het niets. Typisch Saar. Ik pak haar beter vast en ren met haar op me rug het goal in. 'GESCOORD!' roepen de anderen. 'Jaja, topteam!' roept Saar enthousiast. Ik zet haar voorzichtig neer en dan gaan we verder.

Saar

Na een tijd staat het 5-4 voor ons. Uitgeput sta ik aan de kant met de anderen. We zijn moe. Gelukkig maar dat ik nooit zo snel zweet. 'Binnenkort weer?' vraagt Daan. De anderen knikken. Ik vond het ook echt supergezellig. Hun beschouwden mij tenminste niet als een voetbalkutje maar gewoon als een meisje die kan voetballen. Ze gaven me veel complimentjes en daar ben ik serieus best trots op. Rutger neemt mij weer voorop mee. Het is ondertussen alweer begonnen met sneeuwen. Kleine vlokjes dwarrelen in het rond. Ik vind winter echt een rotseizoen. Meestal kun je weinig en het is altijd koud. Nou ja, niet als je je gewoon warm aan kleed, maar meestal zitten die lagen altijd nooit lekker over elkaar. Met winter blijf ik altijd liever binnen als ik niks buiten te zoeken hebben. Voetbal in de sneeuw is ook niet zo chil want dan stuitert hij niet goed. Hopelijk verdwijnt die kou maar gewoon weer lekker snel. 'Vond je het een beetje leuk?' vraagt Rutger met zijn warme stem. Er komt een dikke BMW langsrijden en hij gaat zachter naast ons rijden. O god, wat nou weer? Er gaat een raampje naar beneden. Tot mijn schrik is het Soof. 'Saar? Rutger?' zegt ze met grote ogen. Achter klinkt een toeter dat ze door moeten rijden. Soofs verraste gezicht tovert een glimlach op mijn gezicht. Ze rijden door en laten nog even die BMW motor duidelijk door de straat galmen. Tsss.. komt er uit mijn mond. 'Ik vind hun twee maar niks,' zegt Rutger dan plots. 'The same!' lach ik. 'Ik vertrouw die Ryan voor geen ene cent.' Zeg ik er nog achter na. 'Nee klopt, ik zie hem altijd met een ander. En ineens moet hij mijn zusje hebben.' 'Ja klopt, beetje vreemd allemaal.' 'Kan ik je trakteren op een Starbucks?' vraagt hij dan vriendelijk. Ow, hijs zo aardig! Daar ben ik echt even aan toe. 'Ja lekker!' giechel ik. Hij voelt eigenlijk meer broer aan voor mij dan mijn echte broer. Mijn echte broer is een soort van, van de aardbodem verdwenen. Maar die komt vast ooit weleens terug. Aangekomen bij de Starbucks parkeert Rutger zijn fiets tegen een oud roestig hek. De sfeer hier is een beetje verlaten, want door het weer zijn er maar weinig mensen op straat. Als we de ingang doorlopen worden we begroet door een paar vrienden van Rutger. Waarom heeft hij alleen maar knappe vrienden?! Niet eerlijk. Rutger bestelt twee caramel en we nemen plaats aan een tafeltje bij het raam. We praten alsof we elke dag afspreken. Het is echt gezellig en dat meen ik oprecht. Rond een uur of vijf gaan we richting huis. Ik moet me klaar maken voor het feest van Ryan waar ik uiteraard beloofd heb om te komen. Ik heb er dan ook echt geen ene zin in maar het zal wel moeten.

HijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu