Hoofdstuk 5: Een nieuwe identiteit voor je nieuwe leven (Jack)

12 1 0
                                    


Ik zwaai de deur open en dankzij mijn snelle reflexen weet ik net op tijd een vuist te ontwijken die recht op mijn gezicht afkwam. Ik ontmoet Fairy's blik terwijl ik haar arm heb opgevangen met mijn hand, vlak voordat die mijn gezicht kon raken. "Wie ben jij?" schreeuwt Fairy naar me, terwijl ze haar best doet om dreigend over te komen. Ik lach geamuseerd. Pittige meid, denk ik bij mezelf.

"Hallo Fairy. Ik moet zeggen dat ik enigszins teleurgesteld ben dat je me niet herkent van je werk." Haar ogen worden groot en staren me vol verbazing aan. Ik glimlach vriendelijk, wat haar alleen maar meer in de war lijkt te brengen. "Oké, ik zal me maar even voorstellen dan. Mijn naam is Jack, en ik ben de nieuwe hoofdpersoon in je leven." Fairy kijkt me sprakeloos aan; ze had waarschijnlijk niet verwacht dat ik zou antwoorden.

"Je hebt vast een hoop vragen. Goed als ik even kom zitten?" Ik wacht niet op antwoord, draai de deur achter me op slot en ga op het kale bedje in de kamer zitten. Fairy houdt een veilige afstand van mij en bekijkt me onderzoekend. Er brandt een vurige blik in haar ogen. Ik zie dat de week van isolatie haar ziel niet gebroken heeft. Mooi, dat was eigenlijk ook niet mijn doel.

"Zoals ik al zei, mijn naam is Jack, en op dit moment bevind je je in Spanje." Fairy kijkt me met afschuw aan. "Spanje? Ben ik in Spanje?" Jack ziet de realisatie in haar ogen. Langzaam, stukje bij beetje, ziet hij haar wereld een beetje uit elkaar vallen.

"Welke dag is het vandaag?" vraagt ze met een trillerige stem. "11 januari," antwoordt Jack. "Dan ben ik al negen dagen van huis," zegt Fairy somber.

"Het zal wennen voor je zijn, maar ik beloof dat het hier ook leuk kan worden," antwoordt Jack. Hij weet niet waarom, maar iets in het aanzicht van het meisje wekt een onverwacht medelijden bij hem op. Iets wat hij nog niet eerder met een pupil had ervaren.

"Waarom ben ik hier? Wat willen jullie van mij?" vraagt Fairy. Jack zucht diep. "Oké, Fairy, het is tijd voor een uitleg. Je hebt de bovenwereld, dat is de wereld die voor jou vertrouwd is. Maar naast de bovenwereld bestaat er ook een onderwereld, en daar ben je nu beland. Het zijn verschillende groepen in Europa die op criminele manieren macht uitoefenen op elkaar én op de bovenwereld. Jullie denken dat de Tweede Kamer of iets dergelijks in Nederland de wetten bepaalt, maar in werkelijkheid hebben wij enorm veel invloed op het bestuur van de bovenwereld."

"Maar de onderwereld is niet één groep. Het zijn vier concurrerende groepen in totaal. Met 'concurreren' bedoel ik dat we al vijfhonderd jaar elkaars rivalen zijn. Zoals je aan de mooie tegels kunt zien, behoor jij nu tot de Ravens."

Fairy staarde naar de afbeeldingen van de vogels op de muur. Ze merkte dat haar ogen vochtig werden. Onderwereld, bovenwereld; ik wil gewoon terug naar mijn eigen wereld, dacht ze. Ze keek Jack onderzoekend aan. "Oké, dus jullie zijn de Ravens. Wat houdt dat in, en wie zijn de andere groepen?"

Jack bleef even stil voordat hij begon te praten. "De onderwereld bestaat al zo'n vijfhonderd jaar. In die tijd zijn er meerdere groepen geweest, maar op dit moment zijn er vier. Iedere groep heeft zijn eigen specialisatie waarmee ze extra inkomsten genereren.

Ik zal beginnen met de Ravens. Onze groep bestaat al tweehonderd jaar. Net als de andere drie groepen hanteren we een rangensysteem. Rangen 1 tot 20 mogen in het huis wonen, en rangen 1 tot 10 hebben recht op hun eigen privé-pupil."

"De Ravens specialiseren zich in stelen. Wij zijn meesterdieven, sterk in cybercriminaliteit en verantwoordelijk voor talloze succesvolle overvallen. Onze leider is Ryan, en ik ben nummer 2. In dit huis is er dus maar één persoon die macht over mij heeft. Iedereen respecteert de nummer 1. Om een rang te stijgen, moet je het gevecht aangaan in de ring met de persoon boven je. In alle gevallen is dit tot knock-out, behalve van rang 1 naar 2; dat gevecht gaat over leven of dood. Ryan is nu al drie jaar nummer 1."

"En dan hebben we nog de Lions," vervolgt Jack. "De Lions bestaan al zo'n tweehonderdvijftig jaar. Ze zijn veruit de meest agressieve groep, met de meeste slachtoffers per jaar. Hun specialisaties liggen vooral in drugs en prostitutie, en ze leiden drugssmokkelaars over de hele wereld."

"De Serpents vormen de derde groep. Het is een uiterst sluwe organisatie, sterk verweven met de bovenwereld. Ze oefenen veel macht uit in de politiek van de bovenwereld en beheren de volledige fossiele energie-industrie. Zonder de Serpents zou jouw geliefde bovenwereld instorten."

"Als laatste hebben we de Feniksen. Hoewel ze nog geen honderd jaar bestaan, domineren ze de wapenindustrie. Alle bommen en wapens in de bovenwereld zijn eigendom van de Feniksen. Als een land zichzelf wil verdedigen of een ander land wil aanvallen, moeten ze eerst contracten afsluiten met de Feniksen."

"Kun je het nog volgen, Fairy?" vraagt Jack.

"Ja," antwoordt Fairy scherp. "Er is dus een hele wereld die macht uitoefent op de bovenwereld. Deze andere wereld, ook wel de onderwereld genoemd, bestaat uit vier groepen die onderling concurreren. Je hebt de Ravens, dat zijn meesterdieven, en daar ben ik nu beland. Dan zijn er de Lions, een agressieve groep gespecialiseerd in drugs en prostitutie. De Serpents hebben veel invloed op de overheden van de bovenwereld omdat ze de fossiele energie-industrie beheersen. En als laatste heb je de Feniksen, die in de bovenwereld verantwoordelijk zijn voor wapens en bommen."

Jack knikt goedkeurend. "Precies. En verder hebben we een rangensysteem. Ik ben Jack, nummer 2, en alleen Ryan, nummer 1, heeft macht over mij. En gezien de toon waarop jij dat zegt," vervolgt Fairy scherp, "vermoed ik dat hij die macht vaak uitoefent. Ook hoor je bij de top 10, wat betekent dat je een pupil mag hebben. Ik vermoed dat dát te maken heeft met waarom ik hier zit."

Jack kijkt Fairy met een grijns aan. "Wow, indrukwekkend. Ik hoopte al dat je een slimme meid met pit zou zijn. En ja, je hebt gelijk. Sinds ik je in de supermarkt zag, heb ik je niet meer uit mijn gedachten kunnen krijgen. Ik wil je een nieuw, goed leven bieden, Fairy. Ik ben geen slecht persoon; het hoeft hier niet vervelend te zijn. Morgen is je keuring. Als je 100% haalt, word je mijn nieuwe pupil, en dan zul je een mooi, luxe leven leiden met weinig zorgen."

Fairy's ogen flitsen van woede. "Ik hoef geen leuk, luxe leven; ik wil terug naar mijn familie en mijn oude leven, terug naar waar ik vandaan kom," zegt ze vastberaden. "Ik hoor hier niet, Jack. Ik ben geen dief of agressief; ik ben een onschuldig meisje dat een goed leven had—een leven dat jij nu hebt verpest." Fairy schreeuwt bijna de woorden naar Jack.

"Ik ga jouw pupil niet zijn. Ik ben en hoor bij niemand. Ik zal nooit gehoorzamen en voor altijd tegen blijven werken."

Jack keek een beetje geschrokken naar Fairy. Hij had nog nooit zo'n reactie gekregen na zijn praatje en wist niet goed wat hij ermee aan moest. Bij zijn vorige pupillen was er op dit punt meestal sprake van dankbaarheid. Sommigen waren al na enkele dagen opgelucht dat er tenminste iemand met hen kwam praten na de eenzame opsluiting. Maar Fairy reageerde nog vanuit pure haat. Vanaf dat moment wist Jack dat ze nog niet klaar was om morgen naar de keuring te gaan. Haar eigenwijsheid en boosheid waren op dit moment nog te sterk; ze zou nooit 100% halen. Dan moest ze nog maar een paar dagen in deze kamer blijven.

"Luister, Fairy, ik kan je helaas je oude leven niet teruggeven, maar samen kunnen we er het beste van maken," probeerde Jack. "Je kunt niet meer Fairy blijven, ben ik bang. Niemand hier behoudt zijn eigen naam. Je moet het zien als een nieuwe identiteit voor je nieuwe leven. Vanaf nu heet je Fay."

Fairy—of eigenlijk Fay—keek hem eerst geschokt aan, en toen woedend. "FAY?!" schreeuwde ze. "Zo heet ik niet! Ik heb geen nieuwe identiteit nodig, ik ben Fairy en ik wil naar huis!" Inmiddels liepen de tranen over haar wangen. "Je kunt me dit niet aandoen... Laat me alsjeblieft hieruit," smeekte ze Jack, haar stem trillend van emotie.

Jack stond op, zichtbaar onbewogen. "Ik zie ernaar uit je morgen weer te spreken, Fay." In de deuropening keek hij nog even achterom naar haar en zei zacht: "Fay is een prachtige naam. Het past mooi bij zo'n prachtig meisje als jij. Alles komt goed, Fay. Voor nu: slaap lekker."

Hij sloot de deur, een gebroken en verwarde Fay achterlatend.

Gevangen in de onderwereldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu