De nacht was dodelijk stil. De stad, een plek van constante spanning en gevaar, leek even in een bevroren staat te verkeren. Het was alsof de tijd zelf zich vasthield, in afwachting van de explosieve gebeurtenissen die zouden volgen. Asraf en Tonnano zaten in hun auto, de donkere straten van Amsterdam afspeurend, hun gedachten ver weg van de stad en meer gericht op de afspraak die hen te wachten stond.
"Denk je dat hij het serieus meent?" vroeg Tonnano, zijn stem laag, maar met een duidelijke bezorgdheid. Hij keek naar Asraf, die diep in gedachten verzonken was.
Asraf haalde zijn schouders op, de vraag klonk als een herhaling van de twijfel die hij zelf ook had. "We hebben geen keus, Tonnano. De Paus is niet zomaar een speler in dit spel. Hij heeft invloed, hij heeft macht. Als we deze stad willen houden, moeten we misschien tijdelijk onze principes opzijzetten."
Tonnano zuchtte en leunde achterover in de stoel. "Ik weet het, maar ik vertrouw hem niet. Iemand die zo lang de onderwereld heeft gedomineerd, kan niet zomaar van de ene op de andere dag veranderen."
"Dat is het probleem," antwoordde Asraf. "Niemand verandert zomaar, maar hij heeft iets dat we nodig hebben. Zijn netwerk, zijn connecties. We kunnen niet blindelings vechten tegen iedereen die zich tegen ons keert. Soms moet je wel in zee gaan met de vijand om te overleven."
De lichten van de stad flitsten voorbij, de straten leken sneller te bewegen dan hun gedachten. Ze kwamen aan bij het café, een schuilplaats voor degenen die in de duisternis werkten. Asraf en Tonnano stapten uit, beiden alert, beide gewapend met de wetenschap dat wat er zou volgen alles kon veranderen.
Binnen was de lucht zwaar van rook en de geur van goed gebrande koffie. Het was een rustige avond, maar de spanning was te voelen in de ruimte. De Paus zat al aan de achterste tafel, zijn ogen scherp en precies gericht op de twee mannen die zijn richting uitkeken. Hij keek hen aan zonder een woord te zeggen, maar zijn blik sprak boekdelen. De aanwezigheid van de Paus was altijd intimiderend. Het was niet zijn fysiek, maar het gevoel van macht dat hem omhulde.
Asraf knikte naar Tonnano, en samen liepen ze naar de tafel. De Paus glimlachte niet, maar zijn ogen gleden over hen heen met een interesse die even ongemakkelijk was als geruststellend.
"Gentlemen," zei hij met zijn karakteristieke rustige toon. "We kunnen nu beginnen. Laten we niet met woorden spelen. Jullie weten waarom jullie hier zijn."
Tonnano zat neer zonder veel inleiding, zijn houding nonchalant, maar zijn ogen blonken van wantrouwen. Asraf nam plaats naast hem, zijn houding kalm, maar zijn geest stond al op scherp.
"Wat wil je van ons?" vroeg Asraf zonder omwegen. Het was geen vraag die ze in gewone omstandigheden zouden stellen, maar in deze, met de Paus tegenover hen, leek het de enige manier om de lucht te klaren.
De Paus leunde langzaam naar voren, zijn handen op de tafel gevouwen, alsof hij elk woord dat hij zou uitspreken, zorgvuldig afwoog.
"Ik wil wat jullie hebben," zei hij, zijn stem kalm, maar geladen met een onderliggende dreiging. "De stad. De macht die jullie hebben opgebouwd. De invloed die jullie nu hebben, en de weg die voor ons ligt. Maar," hij pauzeerde even, "om dat te krijgen, moeten we samenwerken. Jullie willen Romanno, Tia en Samira uit de weg ruimen, en ik wil mijn invloed uitbreiden."
Tonnano keek Asraf aan, zijn ogen vol twijfels. "En waarom zouden wij voor jou werken? Jij bent niet zomaar een simpele bondgenoot, Paus. Jij hebt je eigen agenda."
De Paus glimlachte bijna onmerkbaar. "En jullie denken dat jullie geen agenda hebben? Je speelt allemaal hetzelfde spel, maar de regels veranderen. Romanno wordt te krachtig, Tia heeft een grip op de onderwereld die we niet mogen negeren, en Samira heeft haar eigen legioen van volgers. Wat ik bied, is het enige wapen dat jullie kunnen gebruiken om te winnen: de controle over het geld, over de legers van mannen die je niet zonder mijn hulp kunt beheren."
Asraf draaide zijn glas langzaam in zijn handen. Het was duidelijk dat de Paus hen probeerde te verleiden, maar er was iets in de manier waarop hij het aanbood dat te overtuigend was. De Paus was slim, en hij speelde met hen op manieren die ze niet hadden verwacht.
"En wat krijg jij ervoor terug?" vroeg Asraf, zijn stem de vaste kalmte van een man die deze onderhandelingen al te vaak had meegemaakt.
"Ik krijg wat ik altijd heb gewild," antwoordde de Paus zonder enige schroom. "De controle over deze stad. Ik ben bereid te delen, maar alleen als ik zeker weet dat ik mijn grip niet verlies. Jij en Tonnano willen de stad, ik kan het je geven. In ruil voor loyaliteit. Het klinkt als een eerlijke ruil, niet?"
Tonnano liet zich niet snel inpakken. "Loyaliteit?" vroeg hij scherp. "Loyaliteit in deze wereld is slechts een woord dat je gebruikt om iemand te misleiden. Wat als je ons verraden hebt, net als je eerder hebt gedaan met anderen?"
De Paus keek Tonnano strak aan, zijn blik geen steek veranderd. "Ik heb nooit verraden. Ik heb altijd gezorgd voor degenen die loyaal waren. Jullie zouden moeten weten dat mijn netwerk niet kan worden verslagen. Je kunt geen controle hebben zonder mij. Wat denk je? Durf je het risico te nemen?"
Asraf dacht na. Tonnano was gelijk om wantrouwend te zijn, maar de Paus had een punt. Wat hadden ze te verliezen? De stad zou veranderen, de machtsverhoudingen verschuiven, en het zou hard nodig zijn om een strategie te hebben die hen zou beschermen tegen de nieuwe dreigingen van Romanno, Tia en Samira.
"We doen het," zei Asraf uiteindelijk, zijn stem vast. "Maar we moeten duidelijke afspraken maken. Je verraadt ons niet, en wij zullen je niet verraden. We hebben allemaal belangen, maar die moeten in evenwicht zijn."
Tonnano knikte langzaam, zijn vertrouwen in Asraf onwankelbaar, maar zijn bezorgdheid zichtbaar. "Laten we zorgen dat we niet de dupe worden van deze spelletjes."
De Paus leunde achterover in zijn stoel, een glimlach speelde om zijn lippen. "Ik ben blij dat we tot een overeenkomst zijn gekomen." Hij stond op en stak zijn hand uit naar Asraf. "Samen zullen we de stad regeren."
Asraf schudde zijn hand, zijn blik vast. Hij wist dat er geen weg meer terug was. Deze alliantie zou hen verder brengen dan ze ooit hadden kunnen hopen, maar de prijs zou hoog zijn. De vraag was niet of de Paus hen zou verraden, maar wanneer.
JE LEEST
Mocro Maffia 2
ActionNa de dood van Tatta Gaat Samira gewoon der gang, maar als er een nieuwe dreiging komt. dreigt alles mis te gaan