Romanno zat aan een grote, donkere eikenhouten tafel in zijn appartement aan de Zuidas. Zijn gezicht was strak, zijn handen gevouwen voor hem. De kamer was gevuld met een gespannen stilte, op het zachte tikken van de regen tegen het raam na. Komtgoed was dood. Zijn plannen om de Paus te verzwakken waren volledig in rook opgegaan, en nu moest hij een nieuwe zet doen.
"Ze denken dat ze onschendbaar zijn," mompelde Romanno, meer tegen zichzelf dan tegen de mannen die om hem heen stonden. Zijn rechterhand, een gespierde man genaamd Ciro, keek hem afwachtend aan.
"Wat is het plan, baas?" vroeg Ciro uiteindelijk.
Romanno leunde achterover in zijn stoel en wreef over zijn kin. "We gaan ze laten voelen wat verlies echt betekent. We raken hun zwakste schakel. Abdil."
Ciro fronste. "Abdil? Hij is niet eens een kopstuk."
"Nee," antwoordde Romanno. "Maar hij is een van hun loyaalste mannen. Door hem uit te schakelen, stuur ik een boodschap. Niemand is veilig."
Een paar uur later ontmoette Romanno een huurmoordenaar in een afgelegen loods aan de rand van de stad. De man, bekend onder de naam De Schaduw, was een beruchte hitman die al jaren in de Amsterdamse onderwereld opereerde. Zijn reputatie was ijzersterk: stil, efficiënt en dodelijk.
"Je weet wat je moet doen," zei Romanno terwijl hij een envelop vol contant geld op de tafel legde. "Abdil. Maak het snel, maar zorg dat het een boodschap stuurt."
De Schaduw knikte zonder een woord te zeggen. Hij nam de envelop aan, bekeek het geld en verdween in de nacht.
Abdil had geen idee wat er aan de hand was. Hij zat die avond in een kleine coffeeshop in de Bijlmer, zijn gebruikelijke plek om te ontspannen na een zware dag. De aanval op Komtgoed had hem uitgeput, zowel mentaal als fysiek. Hij voelde de nasleep nog steeds in zijn spieren.
Terwijl hij naar buiten keek naar de regen die tegen de ramen sloeg, voelde hij een koude rilling over zijn rug lopen. Iets klopte niet. Hij wist niet wat het was, maar zijn instinct waarschuwde hem.
Plotseling ging de deur open, en een man in een zwarte jas en met een pet op stapte naar binnen. Hij liep recht op Abdil af.
"Abdil, toch?" vroeg de man, met een rustige, bijna vriendelijke stem.
Abdil keek op. "Wie vraagt dat?"
De Schaduw glimlachte. "Niemand belangrijk." In een fractie van een seconde trok hij een pistool en richtte het op Abdil.
Maar Abdil was sneller dan de huurmoordenaar had verwacht. Met een beweging sloeg hij de arm van de Schaduw opzij, waardoor de eerste schoten in de muur verdwenen. De andere klanten in de coffeeshop begonnen te gillen en renden naar buiten, terwijl de twee mannen met elkaar in gevecht raakten.
De Schaduw was goed, maar Abdil had de adrenaline van iemand die voor zijn leven vocht. Hij wist de moordenaar te ontwapenen en gooide hem op de grond.
"Wie stuurde je?" gromde Abdil, terwijl hij de man tegen de vloer drukte.
De Schaduw lachte. "Het maakt niet uit. Het is al te laat voor jullie allemaal."
Voordat Abdil hem kon ondervragen, trok de Schaduw een verborgen mes en sprong op hem af. Abdil reageerde instinctief en greep een gebroken fles van de grond. Met één snelle beweging stak hij de huurmoordenaar neer. Het mes viel uit de hand van de Schaduw, en het bloed begon uit zijn borstkas te sijpelen.
De man glimlachte nog steeds. "Dit... is pas het begin," fluisterde hij voordat hij zijn laatste adem uitblies.
Later die avond zaten Asraf, Tonnano en de Paus bij elkaar in hun geheime schuilplaats. Abdil, met bloed op zijn kleren, vertelde wat er was gebeurd.
"Een huurmoordenaar," zei de Paus langzaam, terwijl hij over de situatie nadacht. "Dat betekent maar één ding. Romanno."
"Waarom zou hij Abdil aanvallen?" vroeg Tonnano. "Waarom niet direct naar ons?"
"Het is een boodschap," zei Asraf. "Hij wil ons laten zien dat niemand veilig is."
De Paus knikte. "Dan sturen we een boodschap terug. Hij wilde oorlog? Nu krijgt hij oorlog."
Romanno zat diezelfde avond in zijn appartement, omringd door zijn mannen. Toen het nieuws van de mislukte aanslag op Abdil hem bereikte, was zijn woede niet te onderdrukken. Hij sloeg met zijn vuist op de tafel en keek naar Ciro.
"Hoe is dit mogelijk? Hoe heeft hij het overleefd?"
Ciro haalde zijn schouders op. "De Schaduw heeft blijkbaar onderschat wie hij tegenover zich had."
Romanno snoof. "Dat maakt niet uit. Ze weten nu dat wij erachter zitten. Laat ze maar komen. Dit is wat ik wilde."
Hij stond op en liep naar het raam, waar hij uitkeek over de stad. "Amsterdam zal branden. Dit is nog maar het begin."
De volgende ochtend werd de stad wakker met het nieuws van de moord op de huurmoordenaar in een coffeeshop. Maar in de onderwereld wisten de belangrijkste spelers wat het echt betekende: de eerste schoten van een nieuwe oorlog waren gelost.
Abdil, Asraf, Tonnano en de Paus wisten dat ze hun volgende zet zorgvuldig moesten plannen. Maar één ding was duidelijk: Romanno had zijn kaarten op tafel gelegd. Nu was het hun beurt.
JE LEEST
Mocro Maffia 2
ActionNa de dood van Tatta Gaat Samira gewoon der gang, maar als er een nieuwe dreiging komt. dreigt alles mis te gaan