De stad voelde als een slapend beest, onvoorspelbaar en gevaarlijk. Terwijl de Paus zich in de machtspositie nestelde die hij zo zorgvuldig had opgebouwd, waren er andere spelers die niet stilzaten. Eén van hen was Romanno. Zijn terugkeer naar Amsterdam was niet onopgemerkt gebleven, en met de dood van Samira en de opkomst van de Paus als een meedogenloze leider, zag hij zijn kans om chaos te zaaien.
Romanno zat in een donkere kelder ergens in de Bijlmer. Om hem heen stonden een handvol van zijn meest loyale mannen, zwaarbewapend en klaar om zijn bevelen op te volgen. Aan de muur hing een grote kaart van de stad, met rode lijnen en cirkels die de belangrijkste territoria en doelwitten markeerden. Romanno nam een trekje van zijn sigaret en blies de rook langzaam uit terwijl hij zijn ogen over de kaart liet glijden.
"We zitten midden in een spel van dominantie," zei hij, zijn stem zwaar en dreigend. "De Paus denkt dat hij deze stad kan overnemen, maar hij vergeet één ding. Macht is niet alleen een kwestie van angst zaaien. Het is een kwestie van slim spelen."
Een van zijn mannen, een magere maar slimme strateeg genaamd Driss, knikte langzaam. "De Paus heeft een paar zetten gemaakt die hem sterk maken, maar hij heeft ook vijanden gecreëerd. Samira's volgelingen zullen niet zomaar verdwijnen. En Asraf en Tonnano? Die mannen zijn killers, maar ze zijn ook opportunisten. Ze blijven zolang het hen uitkomt."
Romanno glimlachte donker. "Precies. Dat is waar we op inspelen. We beginnen klein, slaan onverwacht toe en zorgen dat niemand meer weet wie hun vijand is. De stad zal in chaos vervallen, en dat is waar wij gedijen."
Elders in de stad zat Asraf in een afgelegen loods, samen met Tonnano. De sfeer tussen hen was gespannen, ondanks dat ze zoveel samen hadden meegemaakt. De dood van Samira hing nog als een donkere wolk boven hen, en de groeiende macht van de Paus begon zijn tol te eisen.
"Hij drukt ons langzaam in een hoek," zei Tonnano, terwijl hij een mes heen en weer door zijn vingers liet glijden. "De Paus heeft nu de volledige controle, en wij zijn alleen maar pionnen in zijn spel."
Asraf knikte zwijgend. Hij had het gevoel dat de Paus hen gebruikte voor zijn eigen agenda, en dat ze uiteindelijk net zo vervangbaar zouden zijn als Samira. Maar wat konden ze doen? De Paus had te veel invloed, te veel middelen, en te veel loyalisten. Het was onmogelijk om hem frontaal aan te vallen.
"We moeten slim spelen," zei Asraf uiteindelijk. "De Paus heeft ons nodig omdat we goed zijn in wat we doen. Maar als we niet oppassen, eindigen we net als de rest. We moeten een manier vinden om onze eigen agenda te volgen, zonder dat hij het doorheeft."
Tonnano keek hem aan, zijn gezicht ernstig. "Je hebt gelijk. Maar wat is het plan?"
Asraf haalde diep adem. "We wachten. We wachten tot hij een fout maakt. En ondertussen moeten we ervoor zorgen dat we onze eigen bondgenoten vinden. Misschien kunnen we met Romanno praten. Hij heeft de middelen en de mannen om een verschil te maken."
Tonnano trok een wenkbrauw op. "Romanno? Die vent is net zo meedogenloos als de Paus. Vertrouw je hem?"
"Nee," gaf Asraf toe. "Maar we hebben niet veel keuzes. Soms moet je vijanden gebruiken om je andere vijanden uit te schakelen."
Diezelfde avond stond Romanno op een verlaten industrieterrein, zijn mannen om hem heen. Voor hem stond een kleine groep nieuwe rekruten, mannen die alles te winnen en niets te verliezen hadden. Hij keek hen aan met de blik van een generaal die zijn leger inspecteert.
"Jullie zijn hier omdat jullie iets willen," begon hij. "Geld, macht, wraak... Het maakt me niet uit wat je motivatie is, zolang je bereid bent om te vechten. Deze stad is van ons, niet van de Paus. En samen zullen we hem laten zien wat echte macht betekent."
De mannen knikten, sommigen mompelden instemmend, anderen staken hun wapens in de lucht. Romanno voelde de adrenaline door zijn aderen stromen. Dit was het begin van zijn tegenaanval.
In het centrum van de stad zat de Paus in zijn kantoor, omringd door zijn inner circle. Hij had een glas whisky in zijn hand en keek naar een lijst met namen – mensen die hem steunden, en mensen die hem tegenwerkten. Hij was zich bewust van Romanno's aanwezigheid in de stad, maar hij onderschatte hem niet.
"Romanno is slim," zei hij tegen zijn rechterhand Abdil. "Hij weet hoe hij chaos moet creëren. Maar chaos kan ook in ons voordeel werken. Laat hem zichzelf maar uitputten."
Abdil knikte. "Wat doen we met Asraf en Tonnano? Ik vertrouw ze niet. Ze zijn te stil geweest sinds Samira's dood."
De Paus glimlachte lichtjes. "Maak je geen zorgen. Asraf en Tonnano weten wat er gebeurt als je tegen mij keert. Als ze slim zijn, blijven ze loyaal. En als ze dat niet doen..." Hij liet de zin in de lucht hangen, maar de boodschap was duidelijk.
De nacht viel over Amsterdam, en de stad ademde een spanning uit die bijna tastbaar was. In de duisternis bewogen de pionnen zich over het bord, ieder met hun eigen agenda, hun eigen plannen en ambities. Romanno zette zijn eerste zetten, terwijl de Paus en zijn bondgenoten zich voorbereidden op een lange strijd. En ergens in de schaduwen wachtten Asraf en Tonnano, zoekend naar het juiste moment om hun volgende zet te doen.
De oorlog om de stad was begonnen, en niemand was veilig.
JE LEEST
Mocro Maffia 2
ActionNa de dood van Tatta Gaat Samira gewoon der gang, maar als er een nieuwe dreiging komt. dreigt alles mis te gaan