39) Uit het dagboek van anna.

47 1 0
                                    

"Welke dag we ook zijn. Er is geen kwestie meer van dag en nacht. De hoeveelste we zijn weet ik niet meer maar het is een dag van rouw.

Papa is op een manier door het raam op het middenplein beland en daar gestorven. Hij was gewond door al het glas. Hij had een lavendeltwijgje vast. Mama's lievelingsplantjes. Hij is vast gelukkig nu ze weer samen zijn. Hij had zelfs een glimlach op zijn gezicht toen we allemaal samen beneden rond hem verzamelden. Maryka en die lieve grijze wolf waren er als eerste. De wolf hadden we horen huilen toen we op de trap liepen en toen we aankwamen lag hij met zijn kop op zijn buik alsof papa zijn baasje is. Was. Mijn tranen spoelen de inkt weg. Ik moet voorzichtig zijn.

We moeten hier weg. Hoe weet ik niet Maar papa's lichaam blijft niet hier. Maryka en die andere bediende wezen ons naar een nieuwe kamer. Of het mag van de gravin of niet maakte haar niet uit. Die kamer des onheils heeft ze vergrendeld nadat we onze spullen hadden mogen weghalen.

Ze opende ook een kamer wat verder op de gang. Een soort hobby kamer of leeskamer of weet ik veel wat. Er staat een lage kast met weinig in, een tafel en zetels. We hebben de kussens van de zetel afgehaald en die op tafel gelegd. Daarop rust papa voorlopig. Maryka heeft met veel geduld en waarschijnlijk ook heel veel tranen zoveel mogelijk glas uit zijn lichaam verwijderd. Ze heeft hem gewassen en ze heeft hem gekleed. Hij ligt op de kussens onder een wit laken met enkele lavendeltakjes. Er zijn witte kaarsen aangestoken en we zitten hier heel de tijd te waken bij zijn lichaam.

Maar hoelang kunnen we hier zo blijven zitten? De enige manier om te ontsnappen is om te delen in zijn lot en door een raam te springen. We hebben een crucifix moeten improviseren want alles wat we meegenomen hebben is verdwenen. We bidden heel de tijd om toch maar te hopen dat hij niet fout terecht komt."

Engel uit De Hel (HERSCHREVEN)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu