< 2 >

67 1 0
                                    

Een week later...

Het schoolreisje was superleuk. We hadden alles al gezien en nu gingen we naar huis. We waren bij het zuidelijkste puntje nu. 'Goed' zei onze mentor 'iedereen de bus in. Behalve Lucy. Jij werd opgehaald door je vader hé?'

Lucy knikte. Ik fronste. Haar vader kwam haar ophalen? Vaag. In de wijde omgeving woonde niemand. Ik zou me verstoppen en haar volgen. Ik liep als eerste de bus in en sniekte er bij de achterdeur uit. Onze mentor had mijn naam opgeschreven dus zou ze me niet missen. Ik ging achter een grote steen zitten en wachtte totdat de bus wegging. Ik sloop naar een andere steen. Lucy keek om zich heen en liep weg. Terug naar de rand. Ze klom naar beneden. Ik klom achter haar aan. Een paar seconden later zodat ze me niet zag. Er was een soort van inkeping in de wand. Lucy keek om zich heen. Ze zag me niet omdat ik me achter een steen had verstopt. Ze opende een luikje in de grootste steen en typte drie keer hetzelfde cijfer in. De steen verschoof. Ze liep naar binnen. Ik rende achter haar aan. de steen sloot zich achter me. Lucy liep door een gang. De gang was gemaakt van gestold magma of lava. Dat lag eraan of het uit de vulkaan was gekomen. Ze liep naar twee grote deuren. De deuren waren van steen. Ze klopte aan. 'Binnen' zei een lage stem. Lucy opende de deur en liep naar binnen. Ik liep naar de deur en zorgde dat er een klein kiertje was zodat ik haar af kon luisteren. 'Lucy' vroeg de lage stem geërgerd 'wat heb je nu weer meegenomen?'

'Dit moet u zien vader' hoorde ik Lucy zeggen 'dit doen ze boven.'

Ik hoorde een plof.

'Wat leren ze jullie boven?!'

'Hoe heet magma wel niet is.'

'Daar heb jij dat water niet voor nodig dat weet je al. Ga wijn halen.'

'Ja vader.'

Ik hoorde voetstappen die wegstierven. De vader van Lucy woont in een grot van lava? En waarom bestond die code uit drie dezelfde cijfers? Nee... dit kon niet! Dat was een bijgeloof! Een bijgeloof van de christenen, joden en islamieten. Hij bestond niet. Opeens hoorde ik achter me, 'wie ben jij?!'

Ik draaide me om. Er stonden zeven jongens achter me. Ze hadden alemaal hoorns op hun hoofd. Die werden steeds kleiner. Degene met de grootste hoorns had rode vleugels. 'Wat doe jij hier' vroeg hij boos.

'Ik... ehm... ik..'

'Ik denk dat vader jou wel wil zien' zei hij grijnzend 'neem hem mee.'

De twee jongens met de kleinste hoorns liepen op me af. Ze pakten mijn armen beet. De grootste klopte aan en liep toen naar binnen. De andere jongens liepen achter hem aan en de twee duwden me naar binnen. Het was een soort van troonzaal. Bij de muren stonden zuilen. In de rechterwand zat een deur van steen. Er was een hoge troon van zwart gesteente. Er zat een man op. Nou ja een man... Hij had bokkenpoten, hoorns en een staart. Zijn huid was rood. Hij had een drietand vast. 'Vader' zei de grootste 'deze vonden we op de gang.'

De deur ging open en Lucy kwam binnen met een dienblad. Ze bleef stokstijf stilstaan toen ze mij zag. 'Julian' zei ze verbaasd. Ze liet het dienblad vallen.

The Devils DaugtherWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu