Lucy
Ik klopte aan. 'Binnen' hoorde ik mijn vader zeggen.
Ik verzamelde al mijn moed en liep naar binnen. Mijn broers waren er nog steeds. Ik keek mijn vader even aan, haalde diep adem en vroeg: 'u wou me spreken?'
'Lucy' zei mijn vader 'wat weet die knul over mij?'
Ik haalde mijn schouders op, 'geen idee. Dat zou ik hem moeten vragen.'
'Dat zal ik doen.'
'Nee' zei ik iets te snel 'laat mij het doen... vader.'
Hij fronste, 'wat is er met je aan de hand Lucy?'
'Ik weet het wel' zei Astaroth 'ze is verliefd.'
'Niet waar' riep ik.
'Wel waar' zei Cinead.
Ik zuchtte, 'niet waar.'
'Waarom bescherm je hem dan' vroeg Adish.
'Omdat hij een vriend is. Een vriend! niet meer.'
De rest van mijn broers grinnikten en zeiden in koor: 'ja die is verliefd.'
Ik schudde mijn hoofd, draaide me om en zei: 'ik ben in mijn kamer.'
Daarna liep ik kwaad naar mijn kamer. Ik was niet verliefd! Hoe konden zij het eigenlijk weten?! Ze hadden nog nooit een relatie gehad. Nog nooit! Mijn oudste broer sowieso niet! Die was nog nooit boven geweest. De rest wel. Voordat ze hun hoorns verdienden. Ik had ze nog niet verdiend. Eerst moest ik iets slechts doen. Zoals opgepakt worden voor een schietpartij. Of een schietpartij veroorzaken en niet gepakt worden. Zodra ik dan hier was zou mijn vader me mijn hoorns geven. Ik kwam aan in mijn kamer. Ik deed meteen mijn raam open. Naar binnen. Zodat niemand het kon zien van buitenaf. Ik hield niet zo van die warmte hier. Ik plofte neer op mijn bed. Mijn warme bed. Het was een groot rond bed. Alleen het hoofdeinde was recht. Ik keek naar mijn rommelige bureau. Het stond in de hoek. Er lagen boeken op. Schoolboeken. We hadden een probleem. Als Julian er morgen niet zo zijn dan zouden ze denken dat hij ontvoerd was. Maar als ze hem niet konden vinden zouden zijn ouders in paniek raken. En als mijn vader hem zou laten gaan kon hij natuurlijk niks zeggen. Niemand zou hem geloven. Iedereen zou denken dat hij gek was geworden. Mijn gedachten werden verstoord door geklop. 'Binnen' zei ik.
De deur ging open en mijn vader kwam binnen. 'Lucy' zei hij 'ik wil even praten.'
'En als ik dat nou niet wil?'
'Je luistert maar gewoon.'
Ik zuchtte. Hij ging voor me staan, 'luister. Die Julian kan ons nog goed van pas komen. Ik heb een plan Lucy. Een plan om de vulkanen weer op te stoken en me te laten zien aan de buitenwereld. Maar dan moet ik wel een vulkaan expert hebben om de beste tijd te bepalen wanneer ik dat kan doen.'
Ik ging rechtop zitten, 'waarom dan Julian? Ontvoer een gediplomeerde sukkel die het voor je kan doen. Maar laat hem gaan.'
'Lucy, je bent verliefd. Is het niet?'
'Nee! Ik geef alleen om hem als vriend! En ik wil geen moeilijkheden. Als we hem hier houden worden zijn ouders radeloos en raken ze in paniek. Ze gaan hier zoeken naar aanwijzingen en misschien vinden ze de ingang. Ze komen hier binnen en dan hebben we pas echt de poppen aan het dansen. Vader, laat hem gaan.'
Hij zuchtte, 'Lucy. Daar heb ik al over nagedacht. We pakken zijn rugzak af. Smeren het onder met zijn bloedgroep en leggen die ergens anders. Dan lijkt het alsof hij gedood is door een wild dier. Iedereen zal denken dat hij dood is. Zijn ouders zullen hier dan niet komen zoeken.'
Ik zuchtte en viel neer. 'Ik kan u zeker niet op andere gedachten brengen, of wel?'
'Nee. Dat kan niemand. Zelfs jullie moeder niet.'
Ik keek op. Hij had het nooit over onze moeder. Ze was gestorven door teveel bloedverlies bij mijn geboorte. 'En wat gaat u nu doen' vroeg ik.
Hij grinnikte, 'naar die Julian. En jij blijft hier. Ik wil hem wel eens alleen spreken.'
Ik stond op, 'nee. Ik ga mee!'
'Dat verwachtte ik al' zei hij met een zucht.
'Dus?'
'Dus heb ik je broer meegenomen. Zoon!'
Astaroth kwam binnen. 'Bewaak haar' zei mijn vader 'zorg ervoor dat ze niet naar Julian gaat. Ik wil hem even onder vier ogen spreken.'
'Ja vader' zei mijn broer. Mijn vader liep weg. Ik wilde achter hem aanlopen maar mijn broer pakte me beet en duwde me weer op het bed. 'Jij blijft hier' zei hij grijnzend 'zusje.'
Ik zuchtte en viel neer. Waarom moest ik nou altijd met hem worden opgesloten? Hij was zo irritant. maar ik had nu even grotere zorgen, Julian. Wat wou mijn vader precies van hem? Zou hij hem gaan helpen? Zoveel vragen schoten er door mijn hoofd waar ik geen antwoord op wist.
JE LEEST
The Devils Daugther
FantasyJulian, 16 jaar, woont op Lanzarote. Lanzarote is een Canarisch eiland. Een bekende kunstenaar, Caesar Manrique, heeft daar alles bepaald. De huizen zijn niet hoger dan twee verdiepingen en de hotels niet hoger dan drie. Hij heeft de uitspraak gedaa...