< 18 >

56 1 0
                                    

Lucy

mijn broer lag hijgend naast me. Ik lag op mijn zij. Hij had het weer met me gedaan en ik wilde niet. Hij had me deze keer ook geblinddoekt zodat ik echt niet wist wat hij wilde doen. Hij had de drietand in de kamer gelegd. Ver van mij af. Ik viel bijna in slaap. Hij ging opeens rechtop zitten, en maakte mijn polsen los. Hij pakte een ander stuk touw en knoopte dat om mijn pols. Het andere uiteinde knoopte hij om zijn pols. Hij trok me tegen zich aan. 'Zo kan je de drietand niet pakken' zei hij grijnzend. Ik probeerde mezelf weg te duwen van hem. Hij sloeg zijn armen om mijn middel heen. 'Jij gaat nergens heen. Jij bent van mij en alleen van mij. Niemand anders mag aan jou komen zonder toestemming. En al helemaal niet als ik er niet bij ben.'

'Als je er niet bij bent' mompelde ik 'kun je het niet controleren.'

Hij rolde met zijn ogen, 'ga maar slapen. Je ziet er moe uit.'

ik zuchtte, 'trusten.'

'Welterusten.'

Ik sloot mijn ogen en viel in slaap.

Julian

Ik sloop naar de kamer van Astaroth. ik was de enigste die in de luchtschat paste. Ik zou de duivel en de rest naar de troonzaal toveren. Ik sloop de kamer in. Lucy lag in de armen van Astaroth. ik had nu zo'n zin om hem te vermoorden met dat ding. Maar dat kon ik niet doen. Ik moest de duivel hierheen halen. En snel. De drietand lag ver van hen af. Ik liep ernaar toe en pakte hem. Ik dacht sterk aan de troonzaal met iedereen die erheen moest. en opeens stond ik in de troonzaal met iedereen. Ik gaf de drietand aan de duivel. 'Goed' zei de duivel 'ga allemaal op jullie tronen zitten. Ik laat Lucy en Astaroth opstaan en hierheen lopen. Zodra ze hier is neem haar mee naar de balustrade Julian. Ze moet ver weg van hem zijn.'

We knikten en namen onze posities in. Even later kwamen Lucy en Astaroth de kamer in. Ze waren aangekleed. Wat me verbaasde want volgens mij lag ze eerst naakt tegen hem aan. Maar oké. ik pakte Lucy beet en trok haar mee. De duivel liet de trap achter ons verdwijnen. Ik trok haar in mijn armen. Ze verstopte haar gezich in mijn borst. Wat was ik blij om haar weer in mijn armen kon sluiten. Zo happy. 'Zoon' zei de duivel boos 'ik vervloek jou hierbij tot in de eeuwigeheid in de hel te leven. Voor de rest van je leven. Jij zal niet meer terug kunnen naar ons. Jij bent mijn zoon niet meer.'

Astaroth gromde en verdween met een flits. Lucy keek over de reling naar haar vader, 'dank u.'

Hij glimlachte, 'alles goed?'

Ze knikte, 'nu hij weg is wel.'

De rest van de broers glimlachten, 'inderdaad zusje. Daar zijn we het allemaal mee eens.'


The Devils DaugtherWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu