< 17 >

64 1 0
                                    

Een week later...

Waar zijn ze riep Astaroth.

ik opende mijn ogen. mijn broer ijsbeerde voor het bed heen en weer. 'Wie' vroeg ik.

Hij keek me aan, 'jij weet hier meer van.'

'Wie?'

'Julian en vader en de rest van onze broers! Waar zijn ze?!'

'Weet ik niet! Waarom ze weg zijn weet ik niet eens!'

Hij fronste, 'Lucy spreek je de waarheid?!'

'Ja! Waarom zou ik liegen als ik niet weet waarom ze weg zijn!'

Hij zuchtte en ging in de bureau stoel zitten, 'ze zijn ontsnapt.'

'Omdat?'

'omdat ik vader wilde vermoorden.'

'Je wilde wat?!'

'Lucy, ik heb niks aan hem. En aan Julian al helemaal niet.'

'Wilde je Julian ook vermoorden?!'

'Lucy, ik wil jou voor mezelf. En alleen jou. Jij bent van mij. En ja ik wilde hem vermoorden omdat hij me in de weg stond. Jij was verliefd op hem en ik op jou.'

'We zijn broer en zus! Dat kan niet en mag niet!'

'Volgens de oude Egyptenaren wel. De farao's trouwden hun zussen om de bloedlijn zuiver te houden. En dat ga ik ook doen. niet trouwen maar wel een kindje maken.'

Ik schudde mijn hoofd, 'nee. Dat sta ik niet toe! Jij gaat mij niet zwanger maken!'

'Wacht maar af' zei hij terwijl hij opstond. 'Jij krijgt een zoon van mij. En snel ook. Ik heb namelijk de drietand nog dus ik kan je binnen twee uur laten bevallen.'

'Nee! Nee, jij gaat mij niet zwanger maken! Jij gaat die drietand niet op mij gebruiken! Nooit niet!'

Hij liep naar me toe. Ik schoof naar achter. Hij pakte mijn arm beet en trok me naar zich toe. Ik viel in zijn armen. Hij grinnikte en legde me op het bed. Ik stribbelde wel tegen maar hij was te sterk. Ik kon niks tegen hem beginnen. Hij kuste me. Ik duwde hem iets van me af. Hij pakte mijn polsen beet en bond die weer vast aan de spijlen. 'Jij blijft hier' zei hij. Hij stond op, 'ik ga iets regelen.' Hij bekeek me eens, 'en dan zullen we een leuke middag samen hebben.'

Hij liep weg. Ik probeerde mezelf los te trekken. Ik moest hier weg. En snel. Als hij de drietand nog had had ik een groot probleem. Hij kon me Julian laten vergeten en laten denken dat ik van hem hield. En alleen van hem!

Julian

Ik werd wakker in een kamer. En niet in een cel. Waar was ik?! Ik stond op en keek ik het rond. Ik was in een woonkamer. Geen idee waar. Ik herkende het wel. Maar waarvan kon ik even niet thuisbrengen. ik liep naar de deur. Die opende ik. Cinead stond voor mijn deur. Wat doe ik hier' vroeg ik boos 'waarom ben ik hier?!'

'Rustig maar' zei hij 'ik heb jou en mijn vader gered van de dood. o en je terug gebracht naar je ouders.'

Nu herinnerde ik het me. Dat was mijn kamer. ik keek om. Ja mijn kamer. Ik was er al zo lang niet meer geweest natuurlijk. Ik keek hem weer aan, 'waarom zijn we hier?'

'zoals ik al zei heb ik jou en mijn vader gered van de dood. Mijn broer wilde je vermoorden. Daarom heb ik jou en mijn vader hierheen gebracht. We moeten alleen nog de drietand stelen om mijn broer tegen te houden.'

'Waar zijn mijn ouders?'

'Beneden. Maar geen zorgen ze wilden ons heel graag helpen. Toen ze hoorde dat jij Lucy leuk vond wilden ze ons helpen.'

'Waar is Lucy?'

'Mijn broer had de kamer op slot gedaan en ze is nog bij hem. Daarom is het van belang om zo snel mogelijk de drietand te stelen.'

Ik knikte, 'en hoe gaan we dat doen?'

'Weet ik nog niet' zei hij hoofschuddend 'ik hoopte dat jij ons kan helpen.'

Ik knikte, 'natuurlijk. Maar mag ik eerst naar mijn ouders?

Hij knikte en liep achter me aan naar beneden. Mijn moeder en vader zaten op de bank. De duivel was nergens te zien. Aiden en Mackay waren bij ze. Mijn ouders renden op me af en trokken me in een omhelzing.

Cinead keek zijn broertjes aan. Ik wist dat ze hun moeder mistte. Ik kon het me niet voorstellen om op te groeien zonder moeder.

The Devils DaugtherWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu