< 11 >

59 1 0
                                    

Een week later...

Ik had een hekel aan mezelf. ik had iedereen op dit eiland in de problemen geholpen. Iedereen was bang geweest toen mijn vader in de havens verscheen. En nu zat mijn vader op zijn troon. Hij had een kasteel gebouwd van lavasgesteente. Mijn broers zaten op hun eigen tronen. Ik stond op de balustrade. Er kwamen drie meisjes binnen. Ze waren bang. Dat zag ik aan hun gezichtsuitdrukking. Ik wende mijn gezicht af. Ik hoorde niet precies wat mijn vader zei maar het ging over het naar bed gaan met mijn broers. 'Lucy' hoorde ik mijn vader opeens roepen. Ik keek naar hen. Iedereen keek naar mij. 'ja vader' zei ik.

'Neem de meisjes mee zodat ze iets anders aan kunnen trekken.'

Ik knikte en liep naar beneden. De meisjes keken me bang aan. 'Kom' zei ik.
De meisjes liepen achter me aan. Ze waren stil. 'Wie' vroeg ik.

Ze keken verbaasd naar me, 'wat bedoelt u?'

Ik bleef stilstaan en draaide me om. 'Hoe noemde je me?'

'U' zei het meisje bang.

'Bij mijn vaders naam' zei ik met geheven handen 'gaan jullie me nu u noemen?!'

ik liep door.

'wilt u dat niet' vroeg een ander meisje voorzichtig.

Ik schudde mijn hoofd. 'Ik vind het al erg genoeg dat ik binnen vierentwintig uur mijn hoorns krijg' zei ik somber.

'Hoorns' vroeg een ander meisje.

'Ja, en aangezien ik een heel eiland heb overgenomen krijg ik grote hoorns. Wat ik absoluut niet wil! Maar ik stel mijn vraag nog een keer... wie?'

'wat bedoel je' vroeg het eerste meisje weer.

'Met wie moeten jullie naar bed?'

'Uw broers, Cinead, Adish en...'

'Astaroth' zei ik. Tegelijk zei een ander meisje, 'Joash.'

Ik fronste. We kwamen bij de kamer en ik deed de deur open. Ze liepen naar binnen. Er waren meerdere kleedkamers. 'Goed' zei ik 'voordat jullie gaan omkleden nog één vraag, Astaroth niet?'

'Ehm... nee' zei het eerste meisje.

'Dat is niet goed' mompelde ik 'niet goed. Maar kleed jullie om, ik wacht hier. Dan zal ik jullie naar mijn broers brengen.'

De meisjes knikte en verdwenen ieder in een kleedkamer. Ik leunde tegen de muur. Ik sloot mijn ogen. Wat was Astaroth van plan? Iets ergs. Heel erg! De deur ging open. Ik opende mijn ogen. Opeens stond Astaroth voor me. 'Zusje' zei hij 'ik heb Julian opgesloten in een kamer. En jij gaat met hem naar bed. En ik ben daarbij. We doen een triootje.'

'Nooit van mijn leven' zei ik kwaad. Hij wou me weer slaan. Ik rende weg. Naar mijn vader. Toen ik daar aankwam keek hij me verbaasd aan. Astaroth kwam de zaal ingerend. Ik rende de trap op naar de balustrade. mijn vader liet de trap achter me verdwijnen. 'Zoon' riep hij 'blijf van haar af!'

'Vader' riep mijn broer 'ik wil alleen dat Julian haar ontmaagd!'

'Zoon! Waar is Julian?!'

'Ergens.'

'Zoon!'

'Goed, in zijn kamer.'

'Ga hem bevrijden! Nu! En laat je zusje met rust!'

'Vader!'

'Ga! En breng daarna die meisjes naar je broers!'

'Goed, goed' zei hij mokkend.

Hij liep weg. Ik haalde opgelucht adem toen hij weg was. 'Dank u vader' zei ik.

Hij liet de trap weer verschijnen. 'Lucy' zei hij 'goed dat je hierheen bent gerend.'

'Waarom wil hij zo graag dat ik mijn maagdelijkheid verlies' vroeg ik terwijl ik de trap afliep.

'Zodat je pijn lijd.'

'Doet de eerste keer veel pijn dan?'

'Voor je moeder wel. Ze had geen hele hoge pijngrens. Jij wel.'

'En voor een jongen?'

'Niet. Maar het voelt raar.'

Ik knikte. De deur ging open en Julian kwam binnen. 'Gelukkig ben je ongedeerd' zei ik. Hij liep naar me toen, 'en jij?'

'Niks gebeurd. Maar vader' zei ik terwijl ik me weer op mijn vader richtte, 'kunt u hem niet straffen?'

'Julian' vroeg hij verbaasd.

'Nee, nee, absoluut niet! Astaroth.'

'Dat zou ik best kunnen doen, maar hoe dan?'

'Dat als hij mij of Julian wil slaan of pijn doen dat hij dan flauwvalt of zo. Zo kunnen we hierheen en kunt u weer boos worden.'

Mijn vader knikte, 'goed idee. Maar ik zal er eerst mee dreigen voordat ik het toepas.'

Ik knikte, 'dank u vader. Dan gaan wij nu naar mijn kamer.'

Hij knikte, 'tot bij het eten.'

Ik liep voor Julian uit naar mijn kamer. Daar aangekomen ging ik op het bed zitten. Hij ging naast me zitten. Lucy' zei hij 'als je broer je dan zo graag pijn wil doen dan kunnen we maar beten naar bed. Dan kan hij je niet meer pijn doen.'

Ik knikte, 'goed plan. Maar ik wil niet dat jij je gedwongen voelt.'

'Dat voel ik me ook niet. Ik ben er klaar voor maar ik weet niet of jij er ook klaar voor bent.'

'Ik wil ook wel. Alleen ben ik een beetje bang. Weet je hoe het moet?'

Hij knikte, 'ja. Jij niet?'

'Mijn broers hebben het er wel over maar ik heb geen idee wat alles betekend. En ik luister ook niet echt naar hun gesprekken.'

Hij knikte en kuste me. Ik liet hem maar gewoon de controle nemen.

The Devils DaugtherWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu