Hoofdstuk 3

26 1 2
                                    

Vandaag laat ik mijn haar los. Ik schuif een schuifspeldje in mijn haar. Het zorgt dat het kleine vlechtje dat ik met veel moeite gemaakt heb, mooi langs de zijkant van mijn hoofd loopt. Ik kijk naar het nog onaangeraakte potje mascara. Mijn moeder gaf het omdat ze vond dat ik al een grote meid werd. Ik wil best een grote meid worden als ik maar niet van dat vreselijke spul op mijn wimpers hoef te smeren. Volgens mij is make-up ook niet voor mij uitgevonden. Ik durf te wedden dat als ik dat spul op doe ik op een half panda half tropische papegaai lijk. Vandaar dat ik het ook vandaag weer niet op doe. Bovendien weet iedereen dat groen en zwart de slechtste combinatie is, of geld dat niet in het geval van oog kleur en mascara? Volgens mij maakt dat geen uitzondering. Ik draai nog een rondje om te zien of de strik achterop nog goed zit. Daarna loop ik naar beneden. Onderweg loop ik mijn moeder tegen het lijf, die me een knuffel geeft en me veel plezier op school wenst.
Als ik op school aankom staat er een hele groep op het plein. Nieuwsgierig loop ik er heen om te kijken wat er aan de hand is. Ik ga op mijn tenen staan om over een lang meisje voor me te kijken. Tot mijn schrik zie ik daar Timo huilend op de grond zitten. Timo is mijn enige vriend. Mijn enige echte vriend. We spreken elkaar nooit, wat niet heel gek is. Maar ik help hem vaak met zijn huiswerk en hij praat tegen me als ik daar behoefte aan heb. Verder ken ik hem niet zo goed, maar toch is het mijn vriend. Ik dring me door de grote groep mensen heen tot ik naast Timo sta. Ik ga voorzichtig naast hem zitten en sla een arm om hem heen. Hij kijkt me met een van pijn vertrokken gezicht aan. Nu pas zie ik dat een docent die ik niet ken bezig is zijn been te ontsmetten waar een flink bloederig gat in zit. Ik ga nu geen vragen stellen, dat kan ook helemaal niet want ik heb geen pen en papier bij me, en al had ik het bij me, ik gebruik deze manier van communiceren niet graag. ik kan me beter nuttig maken dus werp ik alle toekijkende leerlingen een bozen blik toe waarop ze zich zuchtend om draaien en weg lopen. Ik pak mijn telefoon uit mijn rugzak en geef hem aan Timo. Hij snapt het en toetst het nummer van z'n ouders in. Terwijl hij met zijn moeder belt zoek ik de spullen die uit zijn tas zijn gevallen bij elkaar. Mijn moeder komt me zo halen met de auto, zegt hij als ik hem zijn tas overhandig. De docent kijkt op en vertelt me dat ik maar snel naar de les moet gaan. Snel schrijft hij nog een briefje. Met het briefje in mijn ene hand en mijn rugzak in mijn andere hand loop ik door de lange stille gang. En wat een verrassing dat ik nou net De iritante jongen tegen kom. Hij steekt zijn hand op, Heey iris! Roept hij erbij. Ik rol met mijn ogen en versnel mijn pas wat. Ik ben al laat genoeg en gister heb ik al gespijbeld, vandaag even geen irritante jongen. Gelukkig zie ik het lokaal al. Ik loop er bijna rennend heen, als ik de deur open zijn alle ogen op mij gericht. Ik loop naar het bureau van de docent en geef haar het briefje. Ze knikt me vriendelijk toe en ik neem plaats aan een van de voorste tafeltjes. Helaas had ik niet bedacht dat De irritante Jongen bij mij in de klas zat, en dat ik dus beter al naast iemand had kunnen gaan zitten. Met een triomfantelijke blik neemt de irritante jongen plaats op de stoel naast mij. En Os, waarom ben jij te laat? Vraagt de docent aan de irritante jongen waarvan ik nu weet dat hij Os heet. Os lijkt zich iets te herinneren en haalt vlug een verfrommelt briefje uit zijn zak. Ik schud mijn hoofd als ik zie wat erop staat. Melden bij de directeur wegens gevecht op het school plein. Echt zo'n vechters baasje. Het was niet perse dat ik het gevecht begon hoor, dat je dat maar weet. Fluistert hij in mijn oor. Ik kijk hem met een "geloof je het zelf" blik aan. Nu pas zie ik een straaltje bloed langs zijn wang dat afkomstig is van een diepe snee naast zijn oog. Geschrokken kijk ik hem aan. Zoals ik al zei, hij viel mij aan. Zegt hij me nogmaals. Hij zegt het wel heel overtuigend, misschien is het wel waar wat hij zegt, en in dat geval zou ik graag willen weten waarom iemand hem aanviel. Ik trek mijn schrift onder mijn boek vandaag en zoek een lege bladzijde op. Ik begin te schrijven met een roze met blauw gestreepte pen die ik ooit van Ben kreeg voor mijn verjaardag.

Wil je me het verhaal vertellen?
Schrijf ik in mijn schrift rechts boven in de hoek. ik schuif het schrift over de tafel naar hem toen. Hij lijkt het niet te merken dus stoot ik hem aan. Nu pas ziet hij het schrift en begint te lezen.
Ik grist de pen uit mijn hand nadat hij het gelezen heeft. Hij begint ijverig te schrijven maar zo dat ik het nog niet kan zien. Na 5 minuten schuift hij het schrift en de pen terug. Ik had een lange lap tekst zeker wel van een bladzijde, maar inplaats daar aan staat er tussen de dunne blauwe lijntje 1 woord. Nee. Gewoon nee. Hij denkt zeker dat hij grappig is, nou ik vind het dus niet heel grappig. Maar goed, dan zal ik het nooit weten, prima, het maakt mij niks uit. Shit nu wil ik echt weten wat er nou gebeurd is. Ik hem terug te pakken hou ik mijn gezicht neutraal. Ik laat niks blijken op zijn antwoord. Ik zie aan zijn gezicht dat hij het verhaal wel graag wilt vertellen. Eigen schuld, ik hoef het toch niet te weten.
De rest van de les zitten we zwijgend naast elkaar.

Het is druk in de aula. Overal zitten groepjes vriendinnen die vrolijk kletsen terwijl ze hun nagels bestuderen. Af en toe lopen er wat jongens voorbij die waarschijnlijk op weg zijn naar buiten om daar te voetballen of te roken, of iets anders om indruk te maken op de giechelende meisje die buiten wat rond hangen. Ik moet moeite doen om door de mensen massa te komen. Uiteindelijk kom ik aan bij mijn kluisje die in de hoofdgang staat. Voor mijn kluisjes staan twee meisjes uit mijn vorige klas, dora en Ariël, temminste zo noem ik ze. Hun echten namen zijn Olivia en Anna. Anna verft haar haar altijd rood. Ik vind het niet heel mooi. Ariël vind ik ook niet heel mooi, dus van daar. En ik heb Olivia tot dora bekroond omdat ik dat wel grappig vond. Ik dacht gewoon aan dora toen ik haar zag. Ze staan uitgebreid te praten over iets wat ik niet kan horen. Ik doe ook niet mijn best het te volgen tot ik de naam Os opvang. Nu spits ik mijn oren om de rest van het gesprek te horen.
Dus die jongen met het gat in z'n been verkocht Os kei hard een klap waardoor hij naar achter viel. Hij moest niet eens huilen! Vertelt Dora iets te enthousiast aangezien het hier over een gevecht gaat. Wacht, zei ze nou dat die ene jongen met dat gat in z'n been Os kei hard een klap verkocht? Ja dat was precies wat ze zei. Wow dus het Timo incident en het Os incident waren eigenlijk het Timo Os incident. Timo heeft mij wel wat te vertellen. Nu pas merkt Ariël op dat ik bij mijn kluisje wil. Vlug zet ze een stap opzij zodat ik erbij kan. Ik glimlach vriendelijk naar haar.

Heey, hoop dat jullie hoofdstukje leuk vinden... Ik ben er zelf niet helemaal tevreden over dus misschien wordt het nog Een beetje veranderd. Dankje voor het lezen! Ohwnee uk wilde dus graag nog een proloog, en die ga ik na dit hoofdstuk publiceren. Ik wist nog niet zo hoe hoe ik het moest schrijven maar opeens had ik een idee dus hoop dat jullie hem leuk vinden.
X luniefant

Mijn favoriete jijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu