Hoofdstuk 4

27 1 2
                                    

Ik zit op Timo zijn bed terwijl ik naar het onweer buiten kijken. Felle flitsen vliegen langs de ramen en donders bulderen over het grote witte huis. De regen stroomt langs de ramen alsmaar neer, alsof er duizende emmers met water omgekieperd worden. We hebben ons huiswerk af, en nu vind ik het tijd voor een goed gesprek. Temminste.

Iris ik zweer dat ik het voor een goede reden deed, als je het me laat uitleggen zal je blij zijn. Roept Timo. Ik vroeg hem naar het gevecht. Ik zucht en geef aan dat hij " het mag uitleggen".
Ik kwam op school aan, ik liep gewoon naar binnen om naar de les te gaan. Opeens riep iemand me, niet bij mijn naam maar meer zoiets als, hee! Jij daar. Dus ik draaide me om, om te kijken wie me riep. Daar zag ik de nieuwe jongen, die als ik het niet mis heb bij jou in de klas zit. Ik geef een bevestigende blik. Goed, hij was dus de gene die riep. Hij kwam naast me lopen. Hij zei dat hij mij met jou had gezien en hij vroeg naar jou. We kletste wat en hij leek me wel aardig. Tot hij een opmerking maakte waar ik behoorlijk euhmm... Boos om werdt? Zegt hij half vragend. Nieuwsgierig kijk ik hem aan. Hij zei dat hij je maar raar vond, dat je niks zei. Zo heftig is dat toch niet? Vraag ik mijzelf af. Alhoewel, Timo neemt het graag voor andere mensen op. Nou toen werd ik dus boos. Ik gaf hem een stomp. Woedend rende hij op me af en drukte me tegen een muur, en trapte me in m'n, eh je weet wel. Timo is een erg net opgevoede jongen. Hij praat altijd heel netjes, wat soms best wel lachwekkend is. Vorig jaar, toen ik nog bij hem in de klas zat, kwam zijn moeder de klas binnen met de boodschap dat hij zijn broodtrommel vergeten was. De hele klas lag dubbel, en ik moest moeite doen mijn lachen in te houden. Ik kromp in elkaar, maar algauw stond ik weer op en duwde hem naar achter waardoor hij achterover op de harde stenen viel. Gaat Timo verder. Toen werd hij pas echt heel boos, hij klemde mijn armen tussen de muur en zijn sterke handen, en begon keihard in te rammen op mijn been. Hij knikt naar zijn open geschopte been. Hij vertelt dit alles alsof hij net een gave actie film heeft gezien. Inmiddels waren er allemaal leerlingen om heen komen staan, de meeste waren voor Os. Zegt hij een beetje beteuterd. Iemand had een docent gehaald, die Os van mij aftrok en hem naar de directeur stuurde. En vanaf daar weet je het denk ik wel. Mijn moeder was alleen wel behoorlijk boos. Ja dat wil ik wel geloven zijn moeder kennend, die wordt al boos als hij een keer zijn huiswerk niet maakt. Eigenlijk was ik ook boos op hem, maar als hij het voor mij deed is het misschien juist wel, lief? Ik dacht al dat Os een vervelend jongetje was, en dit bewijst het alleen maar meer, volgende keer dat hij mij vraagt, "een ijsje te eten" ga ik dus echt niet mee.

Lieverd kom je eten? Roept mijn moeder van beneden. Ik sta met een zucht op terwijl ik mijn muziek op pauze zet. Ik loop de trap af en sla de vier na laatste traptreden over. Ik loop de keuken binnen waar Ben en mama al aan tafel zitten. Op mijn bord ligt een heerlijk stuk lasagne te wachten. Ik heb zo het vermoeden dat Ben het heeft gemaakt. Want het mag dan wel een vervelend kind zijn, maar hij kan heerlijk koken wat hij dus ook best vaak doet. En ik moet toe geven dat het echt lekker is, lekkerder dan als mijn moeder kookt. Maar nog steeds haat ik hem. Snel werk ik de lasagne naar binnen waarna ik op sta en van tafel loop. Iris, wacht even schat. Met een zucht draai ik me om en loop terug naar de keuken. Heb je je huiswerk al af? Want misschien kunnen we dan gezellig samen een film kijken? Mijn moeder wil graag dat we een "hechter gezin" worden. Als ik de film uit mag zoeken doe ik mee, roept Ben voordat ik ook maar een reactie kan geven. Nee Ben, ik vroeg het aan iris, bovendien heb jij je huiswerk nog niet af, en soms hebben vrouwen even een moment met elkaar nodig. Dat is helemaal niet eerlijk, misschien heb ik wel een mannen moment nodig, maar kan dat, nee he, dat kan niet. Ik zie dat mijn moeder een zucht onderdrukt. Ben, volgende keer beloof ik dat je mee mag kijken, maar ik wil het met iris over het een en ander hebben. Boos staat Ben op, je trekt haar altijd voor, alleen door haar praat probleem! Dat is niet waar! Roept mijn moeder verontwaardigt terug. Voorzichtig sluip ik weg, ik heb geen zin in een ruzie. Mijn moeder en Ben maken geregeld ruzie, ik denk omdat Ben een puber is ofzo.

Na 5 minuten op mijn bed zitten besluit ik dat ik maar beter kan gaan slapen. Ik kruip onder de warme dekens. Een goed moment om mijn leven over te denken. Of gewoon deze dag. Ik ben depressief, maar ik snap niet waarom. Er is niks bijzonders gebeurt vandaag, als je het gevecht van Timo en Os niet meetelt. Ik zou er niet zo mee moeten zitten, ik heb niks met Os, en om Timo zou ik alleen blij moeten zijn.

Na uren piekeren heb ik de slaap nog steeds niet kunnen vatten. Ik weet dat het niet mag van mama, maar ik kan even niks anders, bovendien doet Ben het vaak genoeg, en ik ben altijd heel braaf. Ik sluip op mijn tenen naar de deur. Zo langzaam mogelijk duw ik de deur kruk naar beneden. Voor de trap blijf ik stil staan. Met een grote stap zet ik mijn voet op de tweede treede. De eerste wil nog wel eens kraken. Als ik beneden ben haal ik mijn telefoon van het oplaad snoer en ga weer opweg naar boven. Halverwege de terug weg bedenk ik me. Ik krijg een plotselinge drang te bewegen, te dansen. Meestal helpt dat wel als ik depressief ben. Ik haal de sleutel van de hanger en steek hem in het slot. Buiten in de tuin is een groot stenen terras, maar mijn moeder zit liever in het gras, vandaar dat er geen tuinmeubels te bekennen zijn. Het terras ligt ver van het huis, dus besluit ik de oortjes maar te laten zitten. De muziek begint. Mijn armen zwieren langs mijn lichaam, terwijl mijn benen door de lucht vliegen en en zich af en toe kruizen. Het voelt alsof ik vlieg, als een vogel die vrij is na duizende jaren. Ik daal neer op de stenen als een blaadje uit een herfst boom. Ik spring in de lucht alsof ik naar de zon toe loop. Draai alsof ik op de sterren sta.

Ik knielde neer. Huilend drukte ik mijn handen op het bloed. Ik streek zijn haar glad. Hij veegde de tranen uit mijn gezicht en zij dat het niks gaf. Dat hij het zo wilde. Dat ik door moest gaan met mijn leven. Dat ik me om moest draaien en weg moest gaan zonder om te kijken. Ik moest rennen voor er iemand kwam. Maar ik kon het niet, ik was bevroren, aan de grond genageld. Ik kon mij niet veroeren. Het was alsof ik stevig tegen de grond werd gedrukt door te sterken armen die ik nog niet aan kon. In de verte hoorde ik sirenes. Ik drukte een kus op zijn voorhoofd. Ik rende weg. Zo hard ik kon. Ik rende. Als maar door. Ik was nog maar 10.

Iris! Iris schatje, word is wakker. Ik hoor de bezorgde stem van mijn moeder. Versuft open ik mijn ogen. Verward kijk ik om mij heen. Dit is niet mijn kamer. Ik lig buiten op de stenen. Voorzichtig kom ik overeind. Alles doet pijn. Mijn nek is stijf net als mijn rug. Nu pas herinner ik me de vorige nacht. Ik kon niet slapen en was naar buiten gegaan. Blijkbaar ben ik daar inslaap gevallen.
Ik drukte een kus op zijn voorhoofd. Ik rende weg. Zo hard ik kon. Ik rende. Als maar door. Ik was nog maar 10.

Ik herhaal de teks in mijn hoofd. Het was maar een droom.
Ik glimlach naar mijn moeder.

Nieuw hoofdstukje,
Wat denken jullie, wie is die hij in haar droom?
X luniefant

Mijn favoriete jijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu