Dinsdag. Mijn been is echt helemaal blauw en het is bloed heet buiten. Toch ga ik maar geen korte broek aandoen want het is echt raar. Ik kom aan op school en loop naar de fietsenstalling. Waar is Sam? Ik kijk om me heen. Jessie komt mijn kant opgelopen en zoals altijd loopt Brigitt er arrogant achteraan. "Waar is Sam?"vraagt Jessie met een gemeen lachje. "Ik weet het niet."zeg ik. Ik verwacht dat ze haar hebben vastgebonden ofzo. Ze zal wel weer gespijbelt hebben denk ik. De bel gaat. Gelukkig maar want ik heb geen zin in geklets met Jessie. Ik loop voorzichtig naar de ingang van de school maar ik zie dat Jessie en Brigitt blijven wachten. Ik maak me echt zorgen. Snel ren ik de school in.
De eerste les is voorbij en ik ga naar de wc. Er is een deur waar een bezem tegen staat. Ik hoor gesnik. Snel haal ik de bezem weg en klop op de deur. Ik doe de deur open. Sam met een knalrood gezicht springt tegen me op en geeft me een knuffel. "Ik zat vast. Ik was zo bang!"zegt ze met een verdrietige stem. Ik geef haar een knuffel. We hebben allebei geen zin meer in school en besluiten dan toch maar om te gaan spijbelen. We lopen voorzichtig de school uit en we rennen naar onze fietsen. Ships! Mijn banden zijn lek geprikt en mijn hele fiets is verwoest. Ik kijk naar Sam en zonder dat ik wat zeg begrijpt ze me. We gaan rennen. We rennen zo hard we kunnen het schoolplein af, de hoek om en het park in. We gaan op een bankje zitten en vertellen alles aan elkaar. Over wat Jessie en Brigitt hebben gedaan. Even later lopen we naar een ijswinkeltje in de straat. We nemen allebei 2 bollen om onszelf te troosten. We betalen en lopen de winkel uit. Dan zien we opeens Sophie staan. "Sophie!"roep ik. Sophie kijkt om en rent naar ons toe. "Wat doen jullie?!"zegt ze geschrokken. Sam en ik kijken Sophie vragend aan. "Als model mag je echt geen ijs nemen hoor! Je moet zo gezond mogelijk eten." zegt ze boos. "Nou, als ik nooit meer een ijsje mag eten wil ik geen model meer zijn!"zeg ik kwaad. "Moeten jullie niet op school zijn?"zegt Sophie streng. We gaan op een bankje in het park zitten en leggen alles aan Sophie uit. Ze snapt ons niet en dat is echt super vervelend. Het klinkt ook wel onlogisch maar voor Sam en mij was het echt de allerbeste oplossing. "Wat doen we nu met mijn fiets?"vraag ik. "Niks. We kunnen niks doen."zegt Sophie. Sam begint eng te lachen. Ze heeft een plan. Maar ze lacht echt heel eng. Stop pliez Sam! Sam houd op. Waarschijnlijk zag ze het aan mijn gezicht. Wij kennen elkaar gewoon te goed! "We maken hun fietsen kapot!"zegt Sam enthousiast. "Nou dacht het niet!"zeggen Sophie en ik in koor. We moeten alle drie lachen.