hoofdstuk 5

15 2 0
                                    

Als ik een beetje ben bekomen, neem ik mijn spullen die ik nog nodig heb en sta op. Op mijn gemak stap ik door de gangen, mijn hakjes maken een luid geluid op de marmeren vloer. Xalini loopt naast me, we zeggen geen woord. We wandelen de speelplaats op, en gaan richting het zelfde bankje waar we deze middag op zaten. Als de lesuren gedaan zijn, dan wachten we elkaar daar altijd op. We wachten een tijdje, en beseffen dan dat er iets niet klopt, er is iets niet juist. Xalini belt naar Amber, en na een aantal keer bellen krijgt ze haar aan de lijn. Blijkbaar heeft Cat een paniekaanval gehad. Xalini kijkt naar me, en zegt dat ze echt naar huis moet. Ik heb wel nog even de tijd. Ik loop meteen richting de sportzaal, waar Cat zit. Het is niet gemakkelijk om te lopen op hakken, maar voor haar zou ik alles doen. Na een eindje lopen, kom ik aan bij haar. Ze zit daar, ze ziet geen steek voor ogen, alles is zwart. We nemen haar vast, en gaan samen uit de kleedkamer. We gaan richting de grote gang, waar ook stoelen staan. Ze ploft neer in één van de bruine stoelen. Na een tijdje ziet ze weer beter, we nemen haar boekentas en haar sportzak, en Amber en ik besluiten dat we te voet met haar gaan meelopen tot aan haar huis. We staan allemaal op, en gaan weg. Cat begint een beetje vreemd te doen, ze wordt heel hyperactief. Dat is echt niet van haar gewoonte. Dit heb ik nog nooit gezien. Het is een redelijk eindje wandelen, en onderweg sneuvelen een paar vuilbakken en struiken.

Eenmaal bij haar aangekomen, staat ze erop dat ik mee naar binnen ga, en dat ik nog iets drink. Haar ouders zijn niet thuis. Haar twee broers wel. Ik hoop maar dat ik niet tot last ben, ik vraag wel honderden keren of haar ouders dit wel goed vinden. Uiteindelijk komen haar ouders binnen, en zo maak ik ook eens kennis met hun. Het zijn zeer vriendelijke ouders, en haar vader is al net zo'n flauwe grappenmaker als de mijne. Ik kijk op de klok, en zie dat het al 18.20u is. De dansles is al 20 minuten begonnen. Ik zeg beleefd dat ik moet vertrekken, en ga samen met Amber naar buiten. Ik moet nu nog ongeveer drie kwartier wandelen om in de dansschool te komen, en ik heb een zware boekentas. Ik vertrek richting de dansschool. Amber loopt nog een stukje mee, maar slaat dan ergens af. Ik moet gewoon rechtdoor. Ik wandel langs de grote baan, er is geen voetpad. Plotseling voel ik iets tegen me aanvliegen, en een meisje op de fiets passeert heel snel. Ik bekijk wat er tegen me aan is gebotst. Het is een zakje, en er staat een bijna onleesbaar tekstje op. Ik doe er een tijdje over voor ik het kan ontcijferen. Er staat: 'Sarah will burn'. Ik wordt doodsbang, en kijk in het rond. Ik weet niet wat ik moet met het zakje, en gooi het in de beek. Snel wandel ik verder. Ik zak door mijn benen als ik een luide knal hoor die vanuit de beek komt. Ik kijk, en zie het zakje van daarnet, maar het is nu helemaal zwart, ik denk dat het ontploft is. Ik ben echt doodsbang. Snel wandel ik verder, ik word niet moe. Na een lange wandeltocht kom ik aan de dansschool. De les is al lang begonnen. Ik dans mee, maar mijn gedachten staan er niet echt naar. Ik probeer na te denken over vanavond, ga ik het mijn moeder vertellen of niet? Ik besluit het toch maar niet te doen. Ik kan dit alleen aan. Ik moet het wel aankunnen.


waarom ik?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu