Donderdag 24 september

56 4 0
                                    

Woedend stond ik tegenover mijn teamleider. 'Geef me één goede reden!' schreeuwde ik.
Rustig keek hij terug. Zijn rust maakte me nog woedender. 'Anderen moeten ook kansen krijgen.' zei hij, bijna zacht. Ik draaide me om en liep weg. Mijn klasgenoten kwamen om me heen staan en ik deed verslag van wat hij gezegd had. Ik vond het zó gemeen! Waarom mochten op deze school de mensen niet gewoon doen waar ze goed in waren?
Opeens merkte ik dat mijn coach naar me stond de kijken en werd ik rustig. 'Laat dan maar,' zei ik, terwijl ik naar de wc's liep. Die zin van toen spookte door mijn hoofd. "Ik giet nog een keer een glas water over je heen, om je af te koelen." Waarom had ik weer zo overdreven gedaan? Ik had me weer kwaad gemaakt om iets kleins. Alsof ik niet tegen mijn verlies kon. Of was dat ook zo? Opeens begon ik erg aan mezelf te twijfelen.

Mijn mentor kwam we inderdaad de les uit halen. Gelukkig onder scheikunde, dat was toch niets aan...
'Waarom loog je tegen me gisteren?' was zijn eerste vraag. Alles in me gebood me om onschuldig te vragen waar hij het over had, maar dat kon niet. Ik had aan mezelf beloofd dat ik eerlijk zou zijn. 'We werkten samen.' zei ik dus maar. 'Daar moest je wel erg lang over nadenken.' was zijn nuchtere antwoord. Ik haalde mijn schouders op. Had ik echt zo lang zitten denken? 'Sorry, ik ben moe.' zei ik. Oei. Leugen nummer 1.
'Heb je al cijfers gehaald?' vroeg hij. En wat voor een vraag. Hij had net het uur ervoor een cijfer van een Engels mondeling teruggegeven. Wat een geheugen had die man. Ongelofelijk. 'Ja,' zei ik, 'een 8,2 voor wiskunde, een 7,8 voor Frans, een 9,6 voor Duits en een 6,9 voor scheikunde. Hoezo?' hij had me zitten aankijken alsof hij er niets van geloofde. 'Oke,' was zijn simpele antwoord, 'had je verder nog iets?' Dat had ik niet, dus ik mocht gaan. Ik ging dus mooi niet meer naar die les scheikunde. Ik keek wel uit.

De volgende dag ging ik naar mijn teamleider. 'Sorry voor mijn uitbarsting,' zei ik.
Hij staarde me aan met zijn nietszeggende blik, waardoor je nooit wist of je hem serieus moest nemen en ik sloeg mijn ogen neer. 'Sorry' zei ik nog eens. 'Goed,' zei hij, 'ga maar'. Dat was het dan. Moest ik geen straf krijgen voor mijn brutale mond? Ik keek hem verwonderd aan. 'Ga maar!' herhaalde hij, nu iets bozer. Ik wist niet hoe snel ik me moest omdraaien en weg moest lopen. Ik deed de deur zo stil mogelijk achter me dicht en liep naar beneden. Tijd om pauze te houden. Op de trap kwam ik mijn coach tegen. 'Waar kom je vandaan?' Ik antwoorde niet en probeerde gewoon door te lopen, waarom moest nou net die man hier staan. 'Ik vroeg je wat, Mayre.' zei hij. 'Van m'n teamleider.' zei ik, het voelde alsof ik verloren had. 'Goedzo!' zei mijn coach half sarcastisch. Hij deed het er gewoon om. Waarom moest die man zich overal mee bemoeien? 'Fijne dag' zei hij. Ik mompelde wat terug en ook dit gesprek was weer afgerond.

Nooit meer naar school!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu