Dinsdag 29 September

58 3 0
                                    

'Ik vroeg me af waarom.' zenuwachtig stond ik voor mijn natuurkundedocent. Hij gaf geen antwoord. 'Ik vroeg me af waarom.' zei ik nog een keer, nu wat harder. Hij keek me aan. 'Wat bedoel je precies?' zei hij, alsof hij nergens van af wist. 'Ik vraag me af waarom u zo tegen ons doet,' zei ik, 'u bent zo...'
Hij onderbrak me. 'O,' zei hij, 'stop maar. Ik weet al wat je gaat zeggen. Ik wil dat niet meer horen.' Ik bleef staan. Kennelijk was dat nogal een uiting van lef, want hij keek me aan alsof ik gek was. Pats. Een tik op mijn neus. Ik zei niets. Ik was wel wat gewend, dus als hij dacht dat hij indruk maakte, had hij t mooi mis. Ik bleef nog steeds staan. 'Meneer,' zei ik, 'ik wil dat u nu stopt met slaan, en dat u voortaan normaal met...' Weer onderbrak hij me. 'Ga weg!' schreeuwde hij. 'Ik ben een docent, dus je hebt naar mij te luisteren.' hij gaf me een keiharde rechtse. Het lukte me niet om met een uitgestreken gezicht te blijven staan, maar gaf gelukkig geen kik en knipperde alleen een paar keer met mijn ogen. Ik had gewonnen en ik wist het. Ik draaide me om en wilde het lokaal uitlopen, maar terwijl ik me omdraaide keek ik recht in de ogen van de toa, die alles had gezien. Daar zou ik nog problemen mee krijgen. Die man was zó zuinig op zijn leerlingen, die ging hier absoluut werk van maken. Niets meer aan te doen. Ik liep het lokaal uit, naar beneden. Gelukkig was ik niet zo dom om recht naar de toiletten te lopen, dat zou een teken van zwakte zijn. Beneden ging ik wel naar de toiletten en keek in de spiegel. Oei, het liep al blauw aan. Gauw iets verzinnen wat een aannemelijk verhaal was. Ik wist zo gauw niets. Nou ja, ik zou wel zien.

Het ging de hele dag goed, tot ik mijn coach tegenkwam. Hij wilde me gelijk spreken en stuurde de klas die hij had naar de aula.
'Hoe kom je aan dat blauwe oog?' vroeg hij argwanend. Ik zei niets. 'Mayre,' zei hij, 'ik kan je helpen hoor.' Ik antwoorde boos dat ik geen hulp nodig had, maar barstte vervolgens wel in tranen uit. Het was niet meer te stoppen. 'Meneer Jager sloeg me.' zei ik, met horten en stoten, tussen het snikken door.
Hij liet me uithuilen en vroeg of hij de teamleider mocht halen. 'Nee!' riep ik. 'Ik wil niet dat u er iets aan gaat doen,' zei ik, 'ik red mezelf wel.' Mijn coach deed alsof hij zich gewonnen gaf, maar ik wist wel beter. Hier zou nog wat van komen.
En veel ook. Kreun.

Nooit meer naar school!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu