Dinsdag 13 Oktober

44 3 0
                                    

Mijn coach had me geclaimd, het vierde uur. Niets mis mee, zou je denken. Wel dus. Hij deed dat anders nooit. Ik wist wat er ging komen en daar was ik doodsbenauwd voor. Onze natuurkundedocent was ook vrij. Ik wist dat ik niet wilde en gelukkig had ik op tijd een plan. Het was een simpel plan, maar het zou werken. Gewoon mezelf ziekmelden het tweede uur. Lekker naar huis, had ik ook nog eens een dag vrij. Altijd beter. :)
Maar ik wist dat het niet zou helpen, hij zou doen alsof hij niets doorhad en gewoon de afspraak verzetten. Hoe kon ik hem ooit duidelijk maken dat ik het niet wilde? Ik wist het niet.

Aan het begin van het tweede uur meldde ik me ziek. Om dat uur ook nog te gaan had toch weinig zin, dus ik kon me net zo goed nu vast ziek melden. Ik liep van school weg, op weg naar de bushalte, maar opeens riep mijn coach iets uit het raam. Ik verstond er niets van, maar begreep zo ook wel wat hij zei. Ik had er niet goed over nagedacht. Die man had nu natuurlijk ook een tussenuur en hij had me zien lopen. Ik had sowieso al een andere route moeten nemen, ik had toch tijd zat.
Ik keek achterom, maar hij was verdwenen achter het raam. Ik liep weer verder. Langs de huizen, waar klasgenoten van me woonden, langs de de huizen waar mensen woonden die ik niet kende en langs het huis van 'opa'. We noemden hem altijd opa, hoewel hij van niemand van ons de opa was. Veel mensen uit de buurt waren bang voor hem. Maar wij, de busleerlingen, wisten beter. Wij waren zo veel gewend. Alle soorten mensen, culturen en ideeën woonden bij ons in de buurt. Hij zag er dan ook wel wat onverzorgd uit. Hij kon ook nog maar één oog open doen. Onder de andere zat altijd een bloedkorst. Ik wist niet wat hij meemaakt. Hij zwaaide altijd naar ons vanuit zijn leunstoel, vroeg in de morgen. We zwaaiden terug en lachten. Ik had altijd het idee gehad dat hij om ons gaf, maar misschien sloeg dat ook nergens op. Hij zat daar gewoon. En hij zwaaide. Maar nu niet, hij had me natuurlijk ook niet verwacht. Toch vond ik het jammer en ik miste hem. 'Hey,' hoorde ik een hijgende stem achter me, 'waarom wachtte je niet?'
Ik keek verschrikt om, ik had zo in gedachten verzonken gelopen dat ik niet eens door had gehad dat hij achter me liep. 'Ik verstond u niet.' zei ik. Hij keek aan alsof hij me niet geloofde. Ik kon me het nog voorstellen ook, maar het was echt de waarheid.
'Waarom loop je weg?' vroeg hij. 'Ik loop niet weg, ik ben ziek.' zei ik. Maar het klonk ongeloofwaardig. Als maar niemand ons hier zo zag staan. Opeens merkte ik dat er toch iemand naar ons stond te kijken. Opa. Ik keek hem aan. Hij keek terug, alsof hij zeggen wilde dat hij het met mijn coach eens was. Nee, dat kon niet, hij wist niet eens waar het over ging.
Mijn coach had gemerkt dat ik 'opa' had aangekeken. 'Ken je hem?' vroeg hij. 'Ja!' zei ik, 'eh, nee bedoel ik.' Ik bloosde. Kennelijk had opa door dat het over hem ging. Hij stond moeizaam op, greep zijn stok en kwam naar buiten. 'Wat is hier allemaal aan de hand, zo voor mijn huis?' vroeg hij, met zijn oude krakende stem. Ik zei niets. Mijn coach zei ook niets. Ik keek opa aan. 'Niets,' zei ik, 'gaat u maar gauw weer naar binnen, straks vat u nog kou.' en mijn coach stuurde ik ook naar school. Het derde uur begon bijna en hij moest lesgeven. 'Wat ga je nu doen?' vroeg hij, als laatste poging me mee te krijgen naar school. 'Ik ga naar huis.' zei ik en liep weg.

Nooit meer naar school!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu