Amanda

196 19 0
                                    

Ik neem een stok van het drankje die ik nooit lekker gevonden heb. Iell, nog steeds vies. Al snel word ik weer omgeven door allerlei dieren. Ik probeer eerst de vis onder controle te krijgen. Maar het lukt niet. De vis is nog te sterk voor mij, halverwege veranderde de vis in een haai. Dan probeer ik een haas. Waar zou een haas voor staan? Als snel kom ik er achter dat de haas totaal niet voor me in weggelegd. Sterker nog toen ik het probeerde te pakken viel hij me aan. Ook de beer, tijger en adelaar mislukte. Ik had totaal geen idee hoelang ik bezig was. Uiteindelijk begon ik me te focussen op een klein kolibrietje. Het vogeltje wil net wegvliegen als ik ervoor sta maar het is te laat. Ik de kolibrie gevangen. Ik val in slaap. Ik beeld me in hoe ik steeds sneller en behendiger ren. Dat is mijn tweede kracht. Ik kan harder en behendiger rennen. Ik zie een boom ik spring er in, net alsof ik een vogel ben lijkt het alsof ik vlieg. Ik wordt opgetild door iemand. Wat raar. Ik spring van de boom af. Ik begin weer met rennen. maar ik wordt steeds onderbroken door een raar gevoel in mijn buik. Ik mag niet wakker worden voor dat ik alles heb gedaan wat ik moet doen in deze test. vorige keer met vuur was ik opgesloten en moest ik de hele kamer blussen. het ging moeilijk daarom duurde het toen 2 weken. Ik wist dat er iets niet goed was dus begon ik na te denken.Toen wist ik het. Ik sprong iedere boom in en iedere boom uit. Nee dat was het dan toch niet. Ik rende zo hard als ik kon en sprong dan met alle kracht die ik had in een boom. Zo sprong ik van boom naar boom. Ook dat was het niet. Ik plofte op de grond. "Ik snap niet wat mijn taak is, maar ik accepteer deze gaven met heel mijn hart" ik weet niet waarom maar dat werkte wel. Ik deed mijn ogen open en zag dat ik op een boot zat. Ik probeerde los te komen. Ik was geboeid. Ik trek de boeien kapot. Al snel laat ik mijn vuisten veranderen in vuur. "dat zou ik niet doen als ik jou was" ik draaide me om. Gadver een vampier. "ik ben niet goor"zei de vampier. "oh fijn je kan gedachten lezen" hij knikt. " je zit op een boot richting je nieuwe pack. Rustig wij vampieren hoeven jou niet, wij helpen alleen een pack"welke pack? "dat wil je wel weten hè" ha ha ha grappig heel grappig. Ik moet weten waar ik heen ga. Ik moet terug naar de druïde. ik moet naar.."ik kan nog steeds je gedachten horen". "en ik vind jou nog steeds irritant" Nathan, ik wil naar Nathan."wel jammer dat je vriendje weg was toen we aanvielen, ze zeiden dat dat de enige was die we mochten vermoorden"hij leeft dus nog?!?!"ja je vriendje leeft nog, helaas" dit gaat een lange rit worden. "nee eigenlijk niet. We zijn er binnen 10 minuten. je hebt iets van 3 dagen geslapen sinds we je hebben" ik slik. "welke datum is het?" vraag ik. "16 juni" fijn dan ben ik 6 dagen knock-out geweest. nou ja beter dan twee weken. "sinds wanneer is twee weken knock-out normaal, of zes überhaupt" "gaat je niks aan vieze vampier" ik ga niet denken wat je wil dat ik denk vampier dus je kan uit mijn hoofd. Ik weet dat hij m'n gedachtes kan leen. Het irriteert me. Hoor je dat. "ja ik hoor het" ugghh haar aan jou.

eindelijk stap ik uit het verschrikkelijke bootje. Ik wordt ruw in een lelijk oud busje gestopt. In het busje krijg ik zak over mijn hoofd. Na een minuut of 20 wordt ik weer ruw het busje uitgedrukt. Ik hoor de deur van het busje dicht gaan. Ook hoor ik een deur opengaan. Dan wordt de warme lucht vervangen voor koude kille lucht. Ik ril. Ik hoor weer een deur open gaan. Dan ga ik links-rechts-rechts-links-rechtdoor-rechtdoor-links. dan gaat er weer een deur open en word ik gedwongen een trap af te lopen en daarna nog twee. Eindelijk gaat het ding van mijn hoofd.Ik wordt een cel ingedrukt. "Probeer weg te komen en we doden iedereen die dichtbij je staat". de deur gaat dicht. Daar zit ik dan. In een cel in een kamer. Ik ben de enige in de kamer. Mijn cel is zo groot dat er een bed, kast en andere dingen in staan. Ik ga op het bed zitten. het een twee persoon's bed. Als ik een half uur naar het plafon staar gaat de deur plots open. "Zo jij bent groot geworden" zegt een stem "sorry ken ik jou?"zeg ik bot, het is niet dat ik hier voor mijn plezier zit. "nee, ik ben Derek Black, Ik ben de gene die wel eens een val heeft gezet in jullie bos om jou te krijgen"ik slik. "oke waarom wil je me hebben?" ik mag die vent nu al niet. "Je bent speciaal en ik wil dat mijn zoon, de sukkel, pups krijgt met een goede wolf"als hij klaar is begin ik keihard te lachen. "Tuurlijk en ik wil graag de kerstman zijn" Derek kijkt me boos aan.


Destiny By The MoonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu