firefly boek 1 deel 2

19 3 0
                                    

Zara point of view


Ik word wakker en kijk om me heen. Hoge bomen om mij heen, alles is groen. In de verte zie ik een meertje. Het is prachtig. Alle wilde bloemen, de geluiden die de vogels maken en de zachte zuchten van de wind. 

Maar waar ben ik? En hoe ben ik hier gekomen? Langzaam komt alles weer terug. Ik liep door een portaal heen. Waar ik ben, dat weet ik nog niet. Het enige dat ik mij nog kan herinneren van hoe ik hier ben gekomen is de portaal en het felle blauwe licht dat er vanaf gloeide toen ik er doorheen 'viel'.

Ik was zo in gedachten verzonken dat ik niet doorhad dat ik nog op de grond lag. Ik sta op en loop richting het meertje. Aan de overkant zie ik een huisje. Misschien dat ik daar wel kan vragen waar ik ben? Misschien is het niet zo ver van huis. Ach who am I kidding? Ik ben door een fucking portaal gekomen. Natuurlijk ben ik ver van huis. Misschien is het wel allemaal in mijn hoofd. Dat de jaren die verstreken zijn door het schreeuwen van mijn vader en het overlijden van mijn moeder me nu eindelijk heeft geraakt. Ik verbeeld mij dit waarschijnlijk allemaal.

Ik loop wat verder en zie een klein bruggetje. Ik loop er overheen, alles is hier zo rustig. Zo mooi, als ik hier echt vast zou zitten zou ik het eigenlijk nog niet zo heel erg vinden. Als ik aankom zie ik dat het huisje onbewoond is, fuck. Wat moet ik nu doen, ik ga maar gewoon verder lopen besluit ik.

Ik loop denk ik al zo'n 5 kilometer, is er ook iets levends hier? Vraag ik me af. Ik schop een steentje voor me uit. Waarom was ik nou ook weer zo dom om er doorheen te lopen. Ik laat een diepe zucht uit mijn mond komen.

"zeg my lady waarom zucht je zo?" hoor ik opeens een stem achter mij.

"en ik wil niet vervelend zijn maar-" ik draai me om en de man kijkt mij bedachtzaam aan. "-je hebt een beetje vreemde kleren aan" ik kijk hem aan met opgetrokken wenkbrauwen.

"sorry meneer maar mag ik vragen wie u bent?"

"ah sorry my lady ik heb mij nog niet voorgesteld" hij kijkt me lachend aan. Ik kijk hem aan, met een blik die zegt 'ga door' hij glimlacht zachtjes.

"mijn naam is storm" ik forceer een kleine lach.

"dag storm mijn naam is Zara" als de man niks zegt vraag ik maar meteen mijn vraag die ik al te vraag wou stellen.

"kan ik vragen waar ik ben? Ik ben de weg kwijt" Hij kijkt me twijfelend aan en klikt een paar keer met zijn tong. "niet echt handig van jou Zara, weet je wel wat er in deze bossen rondloopt?" grijnst hij naar me.

"sorry naar als ik dat zou weten zou ik het niet vragen" vraag ik met een klein lachje.

"hmm je bent in loral" Ik kijk hem raar aan. Loral? Waar is dat? En in welk land.

"zou u misschien de weg kunnen leiden naar een veilige plek waar niet dat gevaar waar u het over had is?"

"natuurlijk my lady, ik denk niet dat u hier ooit eerder bent geweest of niet?" hij kijkt me vragend aan.

"nee, ik kom eigenlijk uit Groningen. Weet u misschien waar dat ligt?"

"Groningen?" hij lacht voluit maar stopt al snel wanneer hij merkt dat ik het merk.

"nog eentje" hoor ik hem zachtjes mompelen. Wacht, wat? wat bedoelt hij daarmee? Hij zucht "kom maar mee, ik zie dat je verward bent, ik kan je de weg leiden naar een paar vrienden van mij die goed weten wat ze moeten doen"

"ben ik daar veilig?"

"ja, natuurlijk" ik zie in zijn ogen dat hij het meent, ik vertrouw hem. Ik knik naar hem om aan te geven dat ik het oké vind dat hij mij naar zijn vrienden leid.

"kom maar mee dan" ik giechel als antwoord en loop achter hem aan.

Nu dat ik wat beter naar hem kijk. Zie ik dat hij er veel anders uit ziet dan de gemiddelde Nederlander. Of moet ik zeggen aardling, want op dit punt weet ik niet meer of het wel allemaal waar is. En waar ik ben is nog steeds een misterie. Loral, ja daar heb ik wat aan. Ik zou echt niet weten waar dat ligt.

Storm heeft een lange groene broek aan met bruine laarzen. Ook heeft hij een groen met bruin t-shirt aan met daaroverheen een donkergroene cape. Verder heeft hij een zwaard om zijn zij bungelen en een boog met pijlen op zijn rug. Raar.

Ik kijk om me heen, het landschap is wat veranderd, je ziet steeds meer bomen en in de verte zie ik en pad, aan de zijkant van dit pad hangen lampjes, maar dit zijn geen elektrische lampen. Het zijn een soort kaarsen.

We zijn net op het pad gaan lopen wanneer ik opschrik van de stem van storm,

"we zijn er bijna Zara, veiligheid is nabij" Ik snap niet wat er zo gevaarlijk is hier, misschien zijn het radioactieve spinnen of misschien zelfs wel Orcs. Ik zou het niet weten.

Wanneer we bijna aan het einde van het pad zijn zie ik een groot kasteel opdoemen boven de hoge bomen. Ik zie Storm er met een grijns naar kijken. Het moet vast zijn thuis zijn. Hij kijkt me aan.

"zie je dat kasteel daar? Dat is waar we naartoe gaan" ik kijk hem blij aan. Maar die lach is al weer snel verdwenen. Ik hoor een geritsel uit de bosjes komen. Storm pakt zijn zwaard.

Ik kijk bang om me heen. Storm kijkt me aan. "het kan ook gewoon de wind zijn, maar als er merals komen wil ik dat je zo snel mogelijk naar het kasteel rent, het is nier meer dan 500 meter-"exact op het moment wanneer hij dit zegt komt er een beest de bosjes uitgevlogen. Vol afgrijnzing kijk ik het beest aan.

"REN" roept Storm nog, maar ik ren al. Zo hard al ik kan. Zonder terug te kijken haal ik de poort.



fireflyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu