Hoofdstuk 4 Het zwaard

497 67 10
                                    

Nu word het echt even veel te veel. Wacht.... misschien is het wel een heel erg grote zieke grap.
"Sorry maar het klinkt zo nep, alsof het een boek is of een film. Mijn broer kan trouwens nooit ontvoerd zijn. Wat zouden die "doodswacht" van hem moeten dan? Als ik jouw verhaal erbij haal, dan hebben ze hem nu zeker al vermoord." Van mijn stem droop het sarcasme er vanaf.

Merle zucht. "Jacy het is echt waar. Ik heb bewijs." Mijn tante staat op en loopt de trap op. Een paar ogenblikken later, komt ze weer terug. In haar handen houd ze een kist van meer dan een anderhalve meter lang. Ze gaat weer zitten op de bank.

"Hierin zitten Mistral en Wyvern." Merle schuift de kist naar mij toe. "Maak maar open, dan zie je wat het is."

Ik heb geen zin om de kist open te maken. Nooit gedacht dat ik dit zou zeggen, maar ik wil gewoon mijn irritante,sadistische broer terug.
Toch zit er een kronkelende nieuwschierigheid in me. Mijn hand grijpt de kist vast en ik maak hem open.

In de enorme kist ligt slechts een ketting met twee kleine hangertjes eraan. Het waren kleine versierde zwaarden. De een was wit en doorzichtig met allerlei rode en roze steentjes. De ander was zwart, helemaal zwart. Zelfs het lemmet. De pareerstang was in de vorm van twee drakenvleugels met een drakenkop om een lichtgevende groene steen gewikkelt. Ze zijn heel erg mooi. Toch ben ik teleurgesteld, ik dacht dat er iets reusachtigs in zat.
"Dit is een ketting." Zeg ik. "met twee bedeltjes."

"Ja dat zie ik." Zegt Evi droog. "Je moet Mistral en Wyvern zeggen. Dan gebeurt er iets."

"Ik wil niet heel erg vervelend doen of zo, maar jij noemt ze ook bij de naam en er gebeurt niets."

Merle zucht geërgert. "Jij moet het zeggen, bij ons heeft het geen effect. En je moet het willen, anders gebeurt er helemaal niets."

Willen? Hoe dan? Oke het kan eigenlijk toch geen kwaad.
"Mistral, Wyvern."

Opeens begint de ketting in mijn handen te trillen. Verschrikt gooi ik het op de grond. Een explosie van licht verblindt me en snel knijp ik mijn ogen dicht. Als het licht weer verdwenen lijkt te zijn, doe ik mijn ogen weer open. Verbijsterd kijk ik naar de grond.

Er liggen twee lange zwaarden. De bedeltjes, maar dan minstens honderd keer vergroot. De zwarte was ongeveer 15 centimeter langer dan de witte. Maar ze glinsteren allebei fel en krachtig.

Heel voorzichtig glij ik met mijn vingers over de kling van het witte zwaard. Het lijkt wel ijs. Plotseling voel ik een scherpe steek in mijn wijsvinger, razendsnel trek ik mijn hand terug. Er zit een dikke donkerrode bloeddruppel op mijn vingertop.

"Ze zijn echt, Jacy." Zegt Evi. "Dit waren de zwaarden van jouw ouders. De witte, Mistral was van je moeder en van je oma. De zwarte, Wyvern was van je vader."

"En ze zijn nu van jou en je broer." Merle kijkt me aan. "Je moet het accepteren, het lot heeft jou en Luke gekozen."

"Ik weet niet of ik het wil accepteren. Maar ik wil eerst Luke terug." Mijn ogen gaan richting Evi.

"Hoe kom ik bij mijn broer? Hoe kom ik bij ehh..het hoofdkwartier of zo van de doodswacht?"

"We wisten dat je dit zou vragen. Maar we weten niet of je het antwoord leuk vind." antwoordt Evi. Vluchtig werpt ze Merle nog een blik toe, die vervolgens knikt. Dan richten haar zwarte ogen zich weer op mij.

"Je moet naar Calise om je broer te vinden."

Uitverkoren 2 De DoodswachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu