Hoofdstuk 2

173 24 8
                                    

Ik kijk naar het schamele hoopje touwen dat ik heb verzameld. Samen zijn ze 50 meter lang. Ik knoop ze aan de rest vast. Het is iets.

Toen ik op school aankwam was mijn klas druk aan het praten over blijkbaar iets heel belangrijks. Rustig zet ik mijn fiets vast. De vorige keer ging het over wie een scheet had gelaten, het zal wel weer zoiets zijn. Ik had het echter fout. Het bleek dat Noor er niet was en ze allemaal dachten dat ze in de kloof was gevallen. Ze vonden dus dat het kloof onderzoek moest worden afgelast. Wat dus niet ging gebeuren. Ik checkte m'n whatsApp. Noor had gestuurd dat ze ziek was en ze vroeg of ik dat door wou geven. Helaas voor de rest van de klas ging het kloof onderzoek gewoon door. Ik stop mijn telefoon in mijn zak en loop de school binnen.

De schooldag duurde lang. Te lang. Toen de bel eindelijk klonk rende ik de school uit. Eerst ging ik naar Noor. Daarna naar de kloof.

Noor is er niet heel slecht aan toe. Ze wil met me mee naar de kloof. Ze is ook nieuwsgierig en weet zelf niks voor haar onderzoek. Ze doet dus met mij mee.

Samen fietsen we naar de kloof. Ik vertel Noor over vanochtend. We moeten allebei lachen.
Als we bij de kloof zijn stappen we af en zetten onze fietsen op slot. Noor helpt met het touw uit de extra tas die ik geb meegenomen te halen. Ik geb net het filmpje gestart als er in mijn ooghoek iets raars gebeurt. 'Zag jij dat ook?' Noor kijkt ook naar de kloof. 'Nee. Wacht... Hé?' Nu ziet zij het ook. Het lijkt alsof de kloof heel langzaam dicht gaat. Heel erg langzaam. Ik bedenk me dat ik nog aan het filmen ben. Ik doe wat in me opkomt en vertel wat er is gebeurd en film de kloof. langzaam loop ik naar de kloof. Dichterbij weet ik het zeker. De kloof gaat dicht. Noor komt naast me staan. 'Hoe.... Hoe kan dit? Wat moeten we doen? Iemand roepen ofzo?' Ik zwijg. Ik weet net zoveel als zij weet. Haast niks. Een tijdje zitten we samen aan de rand van de kloof. Zonder dat we het merken gaat de zo'n onder. Het is nu donker. Pikkedonker. De wereld om ons heen is nu griezelig. De haast dichte kloof was is een zwarte spleet. Het lijkt alsof de kloof alle licht uit de hemel zuigt. Noor verbreekt de stilte. 'Kijk, de kloof is dicht!' Samen lopen we er heen. Het is raar dat de kloof weg is. Er is alleen nog een streep zichtbaar. Ik huiver. 'Noor, dit is niet goed, we moeten weg.' Ik heb dat net gezegd; en de kloof gaat opeens weer open. Samen vallen we erin.

Dit was het weer voor deze keer. Leuker???

De KloofWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu