Hoofdstuk 9

122 10 6
                                    

Met knallende koppijn wordt ik wakker. Mijn rug doet niet meer pijn. Waar ben ik? Ik kijk om me heen. Al snel zie ik dat ik in een gevangenis ben. Noor ligt naast me. Ik schud haar wakker. Op de vloer staat een dienblad met een kan water. Ik wil net een slok nemen, als ik me bedenk dat we waarschijnlijk aan de feeën kant zijn. Het zou best kunnen dat die feeën iets in het water hebben gedaan. Naast de kan met water is de ruimte helemaal leeg. Het licht komt van... geen flauw idee eigenlijk.
Ik heb het gevoel dat de feeën ons spioneren of zoiets. Ik ga daarom niet kletsen met Noor.

Het niks doen maakt me gek. Ik heb al drieduizend rondjes door de ruimte gelopen. Van frustratie sla ik met mijn hand op de muur. Gek genoeg doet het geen pijn. Ik diens achteruit als ik zie wat ik heb aangericht. In de massieve stenen muur zit nu een grote scheur. Noor kijkt me aan. Ze lijkt bang. Voor mij?
Ik ben eigenlijk ook een beetje bang voor mezelf nu. Jack zei dat de feeën dit hebben bekokstoofd. Noor en ik zijn hier met een reden. Hebben we, net als de feeën ... krachten? Zijn we feeën? Nee toch? Noor slaat ook tegen de muur. Op de plek waar haar hand de muur raakt ontstaat een scheur. We kijken elkaar aan. Is er iets mis met ons? Waarom zijn we hier? Wat willen... Ik word opgeschrikt uit mijn gedachten door geklop op de deur. Langzaam gaat de deur open. Een meisje van elf komt binnenlopen. Ze heeft een kan met water en een dienblad met eten vast. Zachtjes doet ze de deur weer dicht. Ik herken haar. Ze lijkt op... Jennifer! Ze lijkt op Jennifer! Is dit haar zusje?
Het meisje zet de spullen bij de nog volle waterkan neer. In kan jullie vertellen dat er niks mis is met het eten. ' zegt ze. 'Ik ben trouwens Jennie, het zusje van Jennifer. Jullie kennen haar vast wel. ' We knikken. Ze kijkt naar de scheuren in de muur. Ze mompelt wat. 'Wat?' vraagt Noor. 'O, ik zag die scheuren en... ach, laat ik jullie maar vertellen waarom jullie hier zijn. ' Ze haalt een boek uit haar tas. Ik herken de titel. Het is dat boek dat Jack en John hadden opgeschreven in dat schrift. Ze bladert wat door het boek, duidelijk op zoek naar een bepaalde bladzijde. Ondertussen vertelt ze wat over zichzelf. 'Morgen wordt ik twaalf. Vannacht vlucht ik. Dit boek neem ik mee. In de tijd dat Jennifer hier niet was heb ik haar taak over genomen. Ik heb de feeën bespioneerd. De informatie die ik heb is handig voor de elven. Ik moest wel oppassen, want sinds Jennifer is gevlucht houden ze me extra goed in de gaten. Vluchten gaat waarschijnlijk wat lastig worden. Ah, hebbes. ' Ze heeft blijkbaar de goeie bladzijde gevonden. 'Lees dit maar even. ' Met die woorden schuift ze het boek naar ons toe. Het is een legende, denk ik tenminste.

De strijd kan niet eeuwig voortduren
Eens zal het moeten ophouden
De twee vergetenen beslissen het eind
De twee nimfen zullen moeten strijden
Samen zullen ze strijden
Maar pas als één van hen zich opoffert
Zal de strijd ophouden
Zal één van de kanten
In rust kunnen leven

'Zijn wij... de vergetenen? De... nimfen? Wat zijn nimfen? ' Jennie beantwoordt mijn vragen door op de bladzijde ernaast te wijzen
Als ik zie wat daar staat stokt mijn adem in mijn keel. Daar, op de bladzijde naast de "legende", staat een tekening. Op die tekening staat Noor. Met mij ernaast. Ik kan het niet begrijpen. Dit is te veel informatie in één keer. Jennie onderbreekt mijn paniek aanval met een uitleg: 'Lang geleden, nadat de eerste elf was gevlucht, werden er twee meisjes geboren. Amber en Noor, dat zijn jullie. Jullie zijn nimfen, een soort halfgoden. Jullie hebben sterke krachten, die nog niet et ontwikkeld zijn. Even terug naar het verhaal. Jullie werden dus geboren. Toen duidelijk werd dat jullie nimfen waren, probeerden de feeën jullie aan hun kant te krijgen, want een nimf aan je zijde is heel erg handig. Jullie waren toen nog maar peuters. De elven wouden dag de feeën jullie met rust lieten. In die tijd was er een goeie fee, de enige die ooit zal bestaan. Een betovering werd over jullie uitgesproken. Het was toen het jaar 0. Om ervoor te zorgen dat jullie krachten veilig waren werden jullie vergeten voor 2000 jaar. Daarna stopten ze jullie voor 2000 jaar en nog een paar, in een grot. Daar waren jullie geboren. Door de betovering zouden jullie pas na die heel veel jaar weer tot leven komen, maar dan in de wereld waar niemand jullie zou kennen als nimfen en waar jullie krachten veilig zouden zijn. De feeën kwamen hier achter en smeedden een plan. Meer dan 2000 jaar hebben ze gewacht. Nu treedt het plan in werking. ' Jennie loopt de ruimte met het boek weer uit.

Wij zijn dus de vergetenen. Dat betekent dus dat ... ik huiver. Één van ons zal moeten sterven. Voor de vrede van deze wereld. Ik kijk naar Noor. Ik wil haar niet kwijt. En toch moet het gaan gebeuren. Moeten we elkaar achterlaten. Voor een wereld die mijn hele leven nu door elkaar schopt. Voor een wereld die me eigenlijk weinig kan schelen.

Wat vinden jullie van dit hoofdstuk? Leuk? Ik geef jullie nog wel even de tijd om dit verhaal te verwerken. Het wordt misschien wel een beetje ingewikkeld nu, maar niet te veel nadenken erover en je begrijpt het weer. Hoop ik...😝😇

De KloofWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu