12

102 14 11
                                    

We lopen nu echt al veel te lang, en ik vraag me af of we niet gewoon ergens op de grond kunnen gaan zitten.  Ja, ik wéét dat ik heb gezegd dat ik niet moe was, maar dat geldt nu even niet meer.  Waarom hebben ze hier dan ook gewoon geen picknicktafels? Dan zie ik iets in mijn ooghoeken tevoorschijn springen: een grote, houten tafel. Een picknicktafel...  'Hé Yasper! Je zei toch dat er hier geen picknicktafels waren?' Yasper draait zich om en kijkt me met een vragend gezicht aan. 'Eh, ja? Hoezo?'  'Nou, als er hier geen picknicktafels zijn, wat is dat dan?,' en ik wijs met een dramatisch gebaar naar de tafel. 'Hoe? Dit kan niet! Dit is een val, een weerspiegeling van onze gedachten, omdat we zo graag willen dat er een picknicktafel is!,' en ze pakt haar pijl en boog om een pijl op de tafel te schieten. Er gebeurd alleen niets, behalve dat de pijl zich in het hout boort, in plaats van er door heen te gaan, of uit elkaar te spatten. Ze pakt nog een pijl schiet die weer op de tafel. Ook nu gebeurd er niets. Net als bij de volgende tien schoten. Als ze nog een pijl wil pakken houd ik haar tegen. 'Stop maar. Ik denk niet dat er bij de volgende tien pijlen wél iets gaat gebeuren. En ik wil graag nog zitten voordat elke millimeter bedekt is.' 'Maar het is een val! Ik weet het zeker!'  Als antwoord rol ik alleen maar met mijn ogen. Eigenlijk wil ik tegen haar zeggen dat ze niet zo paranoïde moet doen, maar dat houd ik voor me. Wat ik wel doe is gewoon gaan zitten. Want ík weet namelijk zeker dat er niets gaat gebeuren. Ik weet niet waarom ik dat zo zeker weet, het is gewoon instinctief denk ik. En inderdaad,  er gebeurd helemaal niets. Ik draai me om naar Sarah en Yasper die me nog steeds aan kijken alsof ik een spook ben. Of in ieder geval iets wat ze nooit zien, want wie zegt dat spoken hier niet dagelijkse kost zijn? Maar ach, je weet wat ik bedoel, en het gaat om het idee. 'Zien jullie nu wel dat er niets gebeurd?' Als het stil blijft rol ik opnieuw met mijn ogen en zeg: 'Jullie wouden toch zo graag zitten? En dan is er eindelijk een plek waar we kunnen zitten en dan blijven jullie als versteend staan!' Dit lijkt ze enigszins uit een verstarring te halen, maar Sarah heeft nog steeds een verwarde blik in haar ogen, en ik ben bang dat die nog wel even zal blijven. En dat ze me zo meteen heel veel vragen gaat stellen. Over 3... 2... 1... 'Hoe wist je dat? Waarom zag jij die tafel wel en wij niet? Trouwens, er horen hier helemaal geen picknicktafels te zijn.  Hoe is die hier gekomen?,' en nog veel meer vragen in die trant. Helaas kan ik haar op geen van allen antwoord geven. Maar die opmerking dat er hier geen picknicktafels horen te zijn zet me wel aan het denken. 'Ik ga even een stukje lopen hoor!' 'Maar we hebben net een heel stuk gelopen?!,' merkt Yasper op. Ik mompel iets vaags terug en loop een stukje terug. Als de tafel uit zicht is sta ik stil en begin ik over Sarah's opmerking na te denken, en wat er net is gebeurd. Vlak voor de tafel verscheen dacht ik aan picknicktafels. Toeval? Ik denk het eigenlijk niet. Maar toen ik op de aarde ergens aan dacht verscheen het nooit. Hoe zit dat dan? Om zeker te weten dat ik die tafel heb "opgeroepen" probeer ik nog wat tevoorschijn te halen. Wapens, míjn wapens om precies te zijn. Want hoewel je met kempo eigenlijk alleen met je vuisten en je voeten werkt, deden we soms ook lessen met wapens. Ik vocht dan met iets dat een kruising tussen een zwaard en een sabel is, of met een dolk. Voor mij maakt het niet uit, ik ben met alles goed. Maar met wapens vind ik het leukst.  Het probleem is alleen dat ik geen idee heb hoe ik net die tafel tevoorschijn haalde. Ik dacht eraan, dus laat ik daar maar eerst mee beginnen. Ik denk aan de eerste keer dat ik met het sabelzwaard vocht, en ook de eerste keer dat ik met de dolk vocht. Toen met het mes was ik net 11 geworden, wat betekende dat je voor het eerst les kreeg om met wapens te vechten. Ik begon met het mes. We kregen een wapen toegewezen. Sommigen kregen rotanstokken, anderen een zwaard, of een mes, of nog iets anders. Maar ik kreeg als enige een dolk, omdat ik al het langste op kempo zat en ik volgens mijn leraar het wel aankon om met deze dolk te vechten. Hij lag perfect in mijn hand, en hoewel hij nog een tikje zwaar was, kon ik er prima mee over weg. Na de les mocht ik als enige mijn wapen mee naar huis nemen, om daar verder te kunnen oefenen. Hij zij dat hij er alle vertrouwen in had dat ik er niemand mee zou verwonden, en dat ik er goed mee om zou gaan. Thuis oefende ik bijna elk vrij moment, en ik begon te wennen aan het gewicht. Toen ik de keer erop liet zien wat ik mezelf allemaal had geleerd, en ik vervolgens de dolk terug wou geven zei hij dat ik ze mocht houden. Dat was een van de beste momenten uit mijn leven. Na ongeveer een jaar kon niemand me meer verslaan, zelfs de ouderen niet. De enige die het soms nog wel lukte was mijn leraar, maar dat vind ik op zich best logisch. Later kreeg ik ook nog het sabelzwaard om mee te oefenen, en hoewel ik die niet mee naar huis mocht nemen, werd hij wel opzij gelegd, zodat alleen ik er mee kon oefenen.

Nu ik ze goed in gedachten heb, begin ik aan stap 2. Ik heb echt geen idee of het gaat lukken, of het eigenlijk wel kan, maar ik wil ze een soort van upgraden. Ik stel me voor dat er een soort laagje overheen komt die ervoor zorgt dat ze niet stuk kunnen. En daar nog weer een laagje bovenop die in staat is alles te doden, zelfs als het eigenlijk niet gedood zou kunnen worden. Daarna stel ik me ook nog voor dat ze groter of kleiner kunnen worden zodat ik ze makkelijker en vooral ongezien kan meenemen. Als laatste stap stel ik me voor dat ze achter me liggen, en als ik terug keer naar de werkelijkheid merk ik dat ze er ook echt liggen, in hun kleine vorm. Dat heeft in ieder geval gewerkt. Het zou leuk zijn als dat andere ook werkt. Als ik ze oppak merk ik dat ze hun eigen gewicht hebben behouden. Nou ja, dan moet het maar zo. Ik stop ze in mijn zak en loop terug naar de anderen. Nou maar hopen dat ze geen argwaan hebben gekregen door mijn vreemde gedrag.

Als ik wat dichter bij merk ik dat ze helemaal geen tijd hebben gehad om argwaan te krijgen; ze zijn in gevecht met iets dat op een megamiereneter lijkt. Iemand, ik kan niet zien wie, ligt bewegingloos op de grond. Shit. Ik pak mijn sabelzwaard en laat het groeien. Ik had eigenlijk gehoopt dat ik ze nog een poosje ongebruikt kon laten, maar ik heb niet veel keus. Met mijn sabelzwaard voor me uit gestoken storm ik op de miereneter af.

(A/N) oeh, cliffhanger. Sorry, ik vond het een beetje saai hoofdstuk dus ik moest iets verzinnen om het toch nog een beetje leuk te maken. Nu iets heel anders: ik heb samen met A-Crazy-Reading-Girl een fantasy-schrijfwedstrijd georganiseerd en we zoeken nog deelnemers. Als het je leuk lijkt om mee te doen: het boek staat op mijn profiel. Ik hoop dat ik mensen terug zie bij de schrijfwedstrijd!

Verborgen Wereld (dit boek is hartstikke dood)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu