Hoofdstuk 11

391 24 4
                                    

Carla pov:

Na een lange slechte nacht sta ik alweer op het bureau. De eigenlijk altijd vrolijke benjamin (Bram) zit er nu verdrietig bij. Liselotte zit in haar lab, geen flauw idee wat ze aan het doen is aangezien we geen zaak hebben. Zij heeft het het moeilijkst met Fenna. Menno heeft er ook moeite mee, en Evert is nog niet op het bureau. Ik weet niet of ik wel een goede keuze heb gemaakt om vandaag meteen een nieuwe collega in te schakelen. Evert zit er waarschijnlijk al helemaal niet op te wachten. Ook toen met fenna maakte hij er een probleem van. Maar juist door de eigenwijsheid van Fenna heeft hij gevoelens voor haar gekregen. Volgens mij heeft hij dat al best lang. Twee maand geleden deed hij namelijk heel lief tegen haar. Sinds de laatste zaak was het alleen omgezet in haat. Zodra ik Evert zie aanstrompelen roep ik hem om mee te komen naar mijn kantoor. Hij gaat voor mij zitten. Hij heeft rode ogen en enorme wallen. Hij zal vannacht ook wel niet geslapen hebben. "Evert, je ziet er niet goed uit. Heb jij überhaupt wel geslapen?" Er komt vaag gebrabbel uit zijn mond " je weet dat er vandaag een nieuwe collega komt" " ja" "oke mooi, ze zal tot Fenna weer hersteld is jou partner zijn" nu kijk hij op, zijn ogen geven een boze uitstraling. Ik probeer het nog een keer " Evert gaat het wel met je? Je ziet er ten eerste beroerd uit. Je mag naar huis gaan. Of ga langs fenna misschien doet dat je goed. Maar pak je rust jongen." Nu veranderd zijn blik naar een zachte blik. Hij vind het moeilijk om zijn tranen in te houden hij staat op en loopt weg voor de deur draait hij zich nog om "bedankt Carla" ik schenk hem een glimlach en ga door met werk.

Evert pov:
Ik loop Carla's kantoor uit. Daar bots ik vol tegen een vrouw op. Ik begin meteen te roepen "jezus kan je niet uit je doppen kijken ofzo!" Ze kijkt mij verschrikt aan, haar blik veranderd al snel. "Oh jij bent die nieuwe, Evert Numan" ze blijft mij aankijken "Samantha Ferdjam, aangenaam kennis te maken" en ze geeft mij een knipoog. "Sorry maar mag ik er langs. Ik moet gaan" ze blijft voor mij staan "waar ga je naartoe dan" ppfff bijdehand dat ook nog "dat gaat jou niks aan en als het jou wat aanging dan had ik het zeker niet verteld!" Ik duw haar opzij en loop door naar mijn bureau om daar mijn jas te pakken. Bram kijkt mij aan "jo gast, wat ga je doen?" "Naar huis en naar Fenna" "oh sterkte, maar misschien moet je haar wel zoenen Evert" ik kijk op "wat bedoel je" " nou je weet wel net zoals in doornroosje, ze word wakker van de prins op het witte paard" " denk je echt dat ik fenna's prins op het witte paard ben" liselotte komt aanlopen "Evert maak je niet druk, ik weet wel zeker dat je haar prins bent." Ik glimlach en draai me om en loop weg. Eerst langs huis. Dan naar Fenna.

Als ik uit de douche kom zie ik dat ik 3 berichten heb van Bram. Ik maak ze open en begin met lezen:

'Jo gast, die nieuwe in een woord: BIJDEFUCKINGHAND. Ze hangt de hele tijd om mij heen en vraagt allemaal onzinnige shit. Je moet blij zijn dat je er niet bent!'

'Oja en nog wat; ze is erg onder de indruk van je. Ze vraagt de hele tijd waar je bent en wanneer je terugkomt. Toen ik zei dat je naar je prinses bent kreeg ze een sip gezicht. Liselotte en ik gingen stuk'

'Wij komen trouwens ook nog even naar Fenna zo. Hier is niets te doen en ik wil even van die Samantha af zijn. Zie je zo. Chiao'

Ik sluit mijn mobiel met een lach. Bram ook. Ik kleed me om en ga snel de auto in naar het ziekenhuis. Ik hoop zo dat Fenna snel uit coma ontwaakt. Zodat ik weer met haar samen kan werken. Ik hoef echt niet met die Samantha. En als Fenna uit haar coma is ga ik haar vertellen dat ik van haar hou. Ik parkeer de auto en stap uit. Ik zie Bram en Liselotte ook staan. Samen lopen we naar binnen. Naar dezelfde kamer als gister. We maken de deur open en daar ligt ze dan hoor. Nog steeds zijn haar ogen gesloten. Nog steeds. " ik mis haar" zegt Liselotte. "Ik ook, zelfs haar eigenwijsheid" bram en liselotte beginnen te lachen zelf moet ik ook lachen. "Wie had gedacht dat ik dat ooit zou zeggen." "Ja evert, je zegt rare dingen als je verliefd bent. En als Fenna nu wakker was had ze je keihard uitgelachen." Ik glimlach en ga maast Fenna zitten ik kijk naar haar. Haar wonden zijn minder en ze ziet er beter uit ondanks ze in coma ligt. Bram word gebeld "Sorry jongens, Het is Carla" na 3 minuten komt Bram weer terug. "Lies we moeten terugkomen naar het bureau, er is een zaak. Evert jij mag hier blijven van Carla." Ik knik dankbaar en wens ze succes. Iets later komt er een arts langs. "Het gaat om Fenna Kremer, bent u haar vriend?" " uh nee, ik ben haar collega, maar Fenna heeft niemand anders dus u kunt het gerust tegen mij zeggen hoor." "Oke, Mevrouw Kremer is al weer wat beter geworden, maar we mogen nog niet juichen. Als ze binnen 2 dagen niet wakker word dan moeten wij de beademing stoppen. Het spijt mij" hij draait zich om en laat mij verslagen achter. Ik draai me naar Fenna ik pak haar hand. "Fen, alsjeblieft word wakker open je ogen doe iets. Ik wil je niet kwijtraken. Fen alsjeblieft...." De tranen stromen over mijn wangen.

Fenna pov:
Iemand pakt mijn hand. Weer die grote warme hand. Hij zegt iets. Het doet iets met mij. Op dit moment wil ik huilen,schreeuwen, maar het liefst mijn ogen openen en diegene knuffelen. Ik voel dat ik al meer kan, ik kan gesprekken afluisteren. Ze zeiden dat ze mijn beademing wilden stoppen. Ik vecht ik probeer mijn ogen open te doen. Het lukt niet. Geen kick. Niks. Waarom Fenna. Kan je nu niet een keer iets meer je best doen. Een keer iets doen wat anderen willen. Er een keer zijn voor anderen. Kom op. Maar nee, natuurlijk. Liever doe ik het niet, maar ik geef het op. Het heeft geen nut. Niks. Helemaal niks.

---------------------------------------
Ik kwam er dus achter dat ik perongeluk hoofdstuk 6 heb overgeslagen. Maar ik ga gewoon zo door. En ik hoop dat jullie het weer een leuk deel vinden!!!!❤️

ruzie 'moordvrouw'Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu